Het is zaterdagavond zeven uur als de alleenstaande buurvrouw van Winston (55) het eerste app-berichtje ontvangt: “Je bent lekker, hmmmm...”
De afzender kent de vrouw niet. Ze negeert het, maar een paar minuten later licht het scherm van haar telefoon weer op: “Als ik je zie, krijg ik een stijve voor jou.”
Nu begint de vrouw zich ongemakkelijk te voelen. Ze antwoordt: “Ik weet niet wie je bent, hou hiermee op.”
Maar het houdt niet op. Als antwoord ontvangt ze een dickpic. “Je hebt met mij te maken nu. Ik grijp je!” schrijft de onbekende afzender.
Nu gaat hij te ver. Bovendien begint de vrouw het angstige vermoeden te krijgen dat ze de man wel kent. Of toch in elk geval: dat de afzender haar kent. Ze tikt: “Flikker op idioot! Laat me met rust!”
Maar ook die woorden maken weinig indruk. Onmiddellijk ontvangt ze het volgende bericht: “Neuken!”
Gevolgd door: “Bumsen!” En dan:
“Beffen, baffen, boffen!”
Trillend van angst en woede besluit de vrouw het onbekende nummer te bellen. Met ingehouden adem hoort ze de telefoon overgaan. En dan is er die stem. Die zware stem met dat dikke accent. Dat kan er maar eentje zijn...
“Ik heb problemen met mijn erectie,” zegt Winston, een lijvige Surinamer in een vormeloze joggingbroek en een vale bodywarmer, tegen de politierechter.
“Mijn uroloog zei dat ik het zelf moest stimuleren.”
“En dan stuurt u dat soort ongepaste berichtjes naar uw buurvrouw?” vraagt de rechter.
“Ik had per ongeluk een verkeerd nummer geselecteerd in mijn telefoonlijst,” beweertWinston. “Ik dacht dat ik ze naar een vriendin stuurde.
Een mens kan zich vergissen, toch?”
“Maar mevrouw liet toch duidelijk blijken dat ze niet van uw berichtjes gediend was?” merkt de rechter op.
Winston haalt zijn vlezige schouders op.
“Ik dacht dat ze een grapje maakte of zo,” bromt hij.
Maar buurvrouw maakte geen grapje. Tot op de dag van vandaag is ze boos en bang, zo blijkt wanneer de rechter haar slachtofferverklaring voorleest. Ze voelt zich bespied en ze heeft last van angst- en paniekaanvallen. Ze verlaat haar huis alleen nog wanneer dat absoluut noodzakelijk is, en voelt zich gedwongen om te verhuizen. Ze schrijft:
“Ik ben woedend op mijn buurman. Hij heeft mij met zijn walgelijke appjes mijn paleisje afgepakt.”
Op Winston maakt het weinig indruk. Het was een vergissing, geen bedreiging, houdt hij vol. Maar dat heeft hij al tegen zijn buurvrouw gezegd. Een dag na het incident belde hij haar met de mededeling dat ze zich niet zo moest aanstellen. Dat ook de rechter de bedreiging serieus neemt, blijkt uit haar vonnis: twee weken cel, waarvan elf dagen voorwaardelijk (de overige drie dagen zat hij al in voorarrest uit) en een meld- en behandelplicht bij de reclassering. Daarnaast zal Winston zijn buurvrouw een immateriële schadevergoeding moeten betalen van 100 euro.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban