Het was aan de Costa del Sol (tingelingeling) waar het hartje van Mary Servaes op hol sloeg, de Zangeres Zonder Naam die tóch een naam bleek te hebben. Moet je tegenwoordig eens mee aankomen, met hartproblemen aan de Costa del Sol die altijd al oranje gekleurd was, niet alleen nu op de coronakaart. Voor je het weet moet je in quarantaine of, nog erger, word je met gierende banden naar de intensive care gereden, waar je wordt opgewacht door allemaal mannetjes in astronautenpakken.
Torremolinos kleurt al decennia oranje door de vele Nederlanders die er elk jaar vakantie vieren en er vooral ook overwinteren. Een stukje Nederland, maar dan 2300 kilometer verder naar het zuiden, waar de friet van Piet net iets beter smaakt en de Hollandse feestmuziek net iets beter klinkt met een Spaans zonnetje op je blote bast. Onze verslaggever Guido den Aantrekker en fotograaf Paul Tolenaar namen 23 jaar geleden een kijkje in het ‘Nederlandse’ Carihuela Park, waar de San Miguel rijkelijk vloeide – Arend uit Schiedam: “Ik ben geen alcoholist, ik drink hooguit tien biertjes per dag!” – en waar in het naburige restaurant de menukaart in het Nederlands was. Heleen van restaurant De Troubadour:
“Ik spreek Spaans op z’n Turks, dat schiet dus niet echt op. Zelfs de appelmoes stond op tafel. “U wilt géén appelmoes erbij, meneer? Dan bent u geen echte Hollander!”
Sommige mensen gaan juist op vakantie om even weg van huis te zijn, even weg van de buurman en van de rest van Nederland, maar niet de vakantiegangers in Torremolinos. Nu niet, toen niet.
Het strand voor café De Klikspaan in Carihuela, dat bij Torremolinos hoort en nog steeds bestaat, droeg toen al dezelfde naam: Playa del Klikspaan.
Toen wij ons onderdompelden in de Hollandse vakantievreugde lagen daar ene Limburgse Jolanda en Tamara uit Tilburg topless te bakken in de zon.
Jolanda was de avond ervoor niet thuisgekomen, zei Tamara. Zij was namelijk met een langharige gast, Marco, naar zijn hotelkamer gegaan. Marco lag triomfantelijk naast de dames toen we hen spraken. Totdat hij opeens naar de dokter moest, zei hij. Een soa? “Nee, een lieshernia,” zei hij. Daar had Tamara nog nooit van gehoord: “Een lieshernia?
Dat ding van je bungelt er zeker steeds tegenaan!” Was ook een smoesje, zou Marco later toegeven. Hij vond het na die ‘eennachtsvlieg’ zoals hij die wilde avond met Jolanda omschreef, iets te klef worden, zeker toen Jolanda na die avond alles al had opgebiecht aan haar vriendje thuis en nog wel een keer met Marco meewilde.
En zo kabbelden de Spaanse zomerdagen voort. In het vakantiepark stond elke avond bingo op het programma, naast drinken aan het zwembad veruit de populairste activiteit. Altijd op dezelfde tijden, zorgvuldig afgestemd op de programmering van Nederlandse tv-programma’s die per satelliet-tv in alle appartementen te zien waren. “Als Goede Tijden, Slechte Tijden op tv is, begint de bingo pas om half negen,” zei een personeelslid. “Anders zit je hier voor anderhalve palmboom en een parasol te spelen.”
Carihuela Park bestaat ook nog steeds: waarschijnlijk is er helemaal niks veranderd.