Ik wou even zeggen dat als jullie mijn hond afpakken, dat ik jullie dan neersteek. Ik heb een heel groot mes hier. En ik zit bij de ggz. Doei.”
De 112-medewerker begrijpt weinig van het telefoontje, maar voordat hij vragen kan stellen, heeft de beller al opgehangen.
Aan de andere kant van de lijn zit Henk* (29) te trillen van woede en angst. Hij is compleet van slag. Twintig minuten eerder ging zijn deurbel. Twee geüniformeerde dames, een politieagente en iemand van de dierenbescherming wilden zijn hond zien. Een buurtgenoot van hem was het opgevallen dat de Mechelse herder van Henk vrijwel nooit werd uitgelaten. Volgens de melder deed het beest zijn behoefte steevast op een klein balkon en maakte hij daarbij geen al te gezonde indruk. Met tegenzin ging Henk zijn hond halen.
“Die was er niet zo best aan toe, hè, begreep ik,” zegt de rechter.
“Die was gewoon gezond, hoor,” werpt de zwaarlijvige Henk tegen. Hij draagt een korte broek, een volle baard en een kleurrijk T-shirt met daarop de tekst ‘Dogs never lie about love.’
“Veel te dik, veel te lange nagels, slecht gebit...” somt de rechter enkele van de gebreken op die door de inspecteur van de dierenbescherming werden vastgesteld.
“Dat bleek achteraf heel erg mee te vallen,” zegt Henk.
Wanneer zijn bezoek weg is, slaat bij Henk de paniek toe. Gaan ze zijn hond van hem afpakken?
Dan heeft hij niets of niemand meer. Onrustig beent hij door zijn flat. Dan pakt hij zijn telefoon en belt de crisisdienst van de ggz, waar ze hem vanwege zijn schizofrenie en psychoses goed kennen, maar waar ze hem met deze kwestie niet kunnen helpen. Gefrustreerd hangt Henk op en toetst dan de cijfers 112 in.
“Ik moest iets doen,” zegt Henk.
En dat doet hij. Even later ziet een agent, die op het plaatselijke politiebureau nietsvermoedend aan het werk is, hoe een forse kerel in camouflagekleding zijn fiets parkeert en een indrukwekkend mes tevoorschijn haalt. Met een verwilderde blik in zijn ogen loopt de man recht op de agent af en tikt dan dreigend met het mes tegen het raam. Vastberaden loopt hij daarna richting hoofdingang. Maar ver komt Henk niet. Hij is nauwelijks over de drempel of hij wordt al opgewacht door meerdere agenten die hem met hun hand op hun dienstpistool gebieden zijn wapen te laten vallen. De oude bajonet van zijn opa klettert naast hem op de vloer. Zonder enig verzet geeft Henk zich over.
“Mijn hond is mijn alles,” zegt Henk, alsof dat alles verklaart.
Het is niet de eerste keer dat hij met justitie in aanraking komt. Twee jaar geleden werd hij nog veroordeeld voor het doen van een valse bommelding. Net als toen valt zijn handelen ook nu onmogelijk los te zien van zijn psychische problemen, maar volledig ontoerekeningsvatbaar is hij niet, oordeelt de rechter. Ze legt hem een taakstraf op van 60 uur, een voorwaardelijke celstraf van 40 dagen en een meld- en behandelverplichting bij de reclassering. Het bezit van een illegaal wapen, de bajonet van zijn opa, komt hem bovendien op een boete van 100 euro te staan. Zijn hond, die nog altijd bij hem woont, maakt het goed. Hij is al vijf kilo afgevallen, meldt Henk.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban