Column Peter R. de Vries: De vrouw van Ferdi E. wilde 't niet weten...
Tussen 1995 en 1997 schreef Peter R. de Vries columns voor Panorama. In 'De vrouw van Ferdi E. wilde 't niet weten' blikte de misdaadverslaggever terug op de zaak van Gerrit-Jan Heijn, de Ahold-topman die in 1987 werd ontvoerd en vermoord.
In de zomer van 1971 werd het stoffelijk overschot van de nog maar 9-jarige Basje Bloemena bij een recreatieterrein in Wilnis gevonden. Het Amsterdamse jongetje was kort daarvoor bij zijn ouderlijke woning in Amsterdam-Zuid verdwenen. Zijn lichaam was gewikkeld in een deken met streepmotief, waarvan er maar enkele in Nederland waren verkocht. De Amsterdamse recherche dacht de zaak daarom snel te kunnen oplossen en schakelde de televisie in, wat toen uniek was.
Achteraf is komen vast te staan dat de vrouw van de moordenaar het kleed in een van de uitzendingen had herkend en daar haar man op had aangesproken. Deze had haar opmerkingen echter achteloos weggewuifd en gezegd dat hij het kleed een halfjaar daarvoor al bij de vuilnis had gezet. "Nee, bel maar niet de politie, daar komt aIleen maar gezeur van," had hij gezegd. En hoewel er een beloning van 20.000 gulden was uitgeloofd voor degene die kon melden waar het kleed vandaan kwam, zweeg de vrouw... Pas drie jaar later werd de moordenaar - een pedofiele tijdschriftenverkoper, die bekend werd als de Donald Duck-colporteur - gearresteerd, maar toen had hij inmiddels wel nóg een kind vermoord, de 10-jarige Heleentje Isaac.
Toen in 1987 Ahold-topman Gerrit-Jan Heijn werd ontvoerd en vermoord, volgde ik deze zaak op de voet. Het was een grote verrassing dat ir. Ferdi E. het hele plan alleen had beraamd en uitgevoerd. En toen ik later, in 1988, in de rechtszaal een paar banken voor zijn echtgenote, de beeldend kunstenares Els Hupkes, zat en haar observeerde, dacht ik bij mezelf: zou ze daar nou echt niks van hebben geweten, niets van hebben gemerkt? Dat kan toch bijna niet? Afgelopen week kreeg ik pas het antwoord op die vraag, toen ik het door haar geschreven boek over de lotgevallen van haar en haar gezin na de ontknoping van de ontvoering las. Het is een fascinerend relaas, dat voor mij tal van nieuwtjes bevatte. Maar het belangrijkste was wel haar 'bekentenis' dat zij inderdaad destijds argwaan, ja, een voorgevoel had gehad - zelfs een aantal concrete aanwijzingen! - dat haar man weleens betrokken kon zijn bij de verdwijning van Gerrit-Jan Heijn en de daarop volgende afpersing die Nederland maandenlang in de ban hield. Ferdi E. was op de dag en nacht van de ontvoering compleet spoorloos geweest en was met een rammelende smoes uitgeput thuisgekomen.
Toen Els Hupkes die dag bezorgd in zijn paperassen snuffelde, vond ze een soort van boodschappenlijstje in code, allemaal niet-alledaagse spullen voor een werkloze ingenieur. Ze had 'm twee dagen voor de ontvoering betrapt in de garage, toen hij daar snel een (gestolen) kentekenplaat wegmoffelde. Ze verzuimde E. echter te vragen wat dit te betekenen had. Ook overliep ze hem eens toen hij juist een zelfgemaakt schouderholster stond te passen, maar ze riep hem niet ter verantwoording. E. had ook weleens hardop zitten mijmeren over de mogelijkheden van een ontvoering en toen de verwarming het plotseling begaf, bleek de berooide ingenieur ineens over een geheim spaarpotje te beschikken waarmee zomaar een gloednieuwe ketel kon worden gekocht. De herkomst van dat geld - en waarom hij het bestaan daarvan voor haar had verzwegen - had hij niet geloofwaardig kunnen uitleggen. En toen hij dat geld voor de cv-ketel zogenaamd bij de bank ging ophalen, maar lang wegbleef, schoot er door haar hoofd dat E. waarschijnlijk 'losgeld' aan het wisselen was. Bij terugkeer vroeg ze: "Zeg Ferdi, heb jij iets met die Heijnzaak te maken?" E. kletste zich er weer behendig uit en in haar boek schrijft Els Hupkes: "lk liet het daarbij, stelde mijn vragen zo dat Ferdi nooit echt in het nauw kwam. lk had maar één keer alle toevalligheden bij elkaar hoeven optellen. lk deed het niet."
lk heb het inmiddels vaker meegemaakt, het is een bekend fenomeen. De waarheid, de werkelijkheid is soms zo bitter, zo bedreigend, dat je die niet wílt weten...