Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'De ligfiets van Johnny Tattoo'

Johnny staat terecht voor de heling van een ligfiets, maar eerst moet hij even spugen. “Heb u effe een bakkie of zo?”

Bij de politierechter: 'De ligfiets van Johnny Tattoo'

Het vereist heel wat stuurmanskunst, maar uiteindelijk weet Johnny (45) zijn scootmobiel zonder botsingen tussen de stoelen en tafels door te manoeuvreren. Hij parkeert het ding pal voor de rechter die hem eerst eens goed bekijkt. Er valt een hoop te zien aan Johnny. Zijn haar is lang en pluizig en net als zijn handen en zijn hals is ook zijn gezicht (wangen, kin, voorhoofd) gevuld met tatoeages.

Hij heeft diabetes en epilepsie, de gevolgen van jarenlang alcoholmisbruik. Als het aan de artsen lag, lag hij nu in een ziekenhuisbed, maar daar heeft Johnny geen zin in, vertelt hij de rechter terwijl hij in een smoezelig handdoekje hoest. Het OM verdenkt hem van het helen van een fiets. Bij een vestiging van pandjeshuis Used Products bood hij voor vijf tientjes een nogal opvallende fiets aan: een ligfiets met een stellage achterop voor het vervoeren van een viskoffer. De inkoper vertrouwde het niet en kreeg gelijk. Het ding stond als gestolen geregistreerd.

“Hoe kwam u aan die fiets?” vraagt de rechter.

“Die had ik net een paar dagen eerder bij een ander tweedehandszaakie gekocht,” vertelt Johnny met een onvervalst Haags accent.

“Wat had u ervoor betaald?” vraagt de rechter.

“Een laptop,” zegt Johnny.

“Wat had u ervoor betaald,” herhaalt de rechter haar vraag.

“Dat zeg ik, een laptop,” zegt Johnny, waarna hij weer iets in zijn handdoek rochelt.

Viskist

De rechter trekt haar wenkbrauwen op. Een laptop voor een fiets, zo gaat dat in de wereld van Johnny. De vraag is alleen waarom hij de ligfiets al na een paar dagen wilde doorverkopen.

“M’n vrouwtje vond het niks,” legt Johnny desgevraagd uit.

“U kocht een ligfiets met een soort viskist erop, voor uw vróúw?” vraagt de rechter enigszins verbijsterd.

“Klopt,” zegt Johnny. “D’r eigen fietsje was net gejat. Maar ze vond...”

De handdoek is nog net op tijd bij zijn mond.

“Gaat het?” vraagt de rechter.

“Heb u effe een bakkie of zo?” vraagt Johnny terwijl in de handdoek, in de kom van zijn handen, een plasje van het een of ander heen en weer klotst.

“Moet u nou zo overgeven?” vraagt de rechter bezorgd terwijl de griffier de bode belt. “Gewoon effe spugen ja,” zegt Johnny, alsof het zo normaal als niezen is.

De bode reikt hem een vuilniszak aan waarin hij de handdoek met inhoud voorzichtig laat vallen. “Zo,” zegt hij en veegt met een mouw zijn mond af.

“Waar waren we?”

Zijn verhaal rammelt zo mogelijk nog erger dan zijn gezondheid. In de straat waar hij de ligfiets gekocht zegt te hebben, zit volgens de politie helemaal geen tweedehandswinkel of pandjeshuis. En een bonnetje heeft hij niet. Bovendien is de fiets in uitstekende staat en overduidelijk meer waard dan de vijftig euro die Johnny er bij Used Products voor vroeg.

Volgens de rechter moet hij hebben geweten dat er een luchtje aan zat.

Wegens heling krijgt hij een geheel voorwaardelijke celstraf van drie dagen met een proeftijd van twee jaar. “Als u in die tijd niet in de fout gaat, hoeft u dus niet te gaan zitten,” legt de rechter hem uit.

“Ach, zitten moet ik toch wel,” zegt Johnny terwijl hij de contactsleutel van zijn scootmobiel omdraait en wegrijdt.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban