Omar (30)* heeft brede schouders, een dun snorretje en een kort lontje. Zijn strafblad is een bonte verzameling van geweldsdelicten, en het lijkt er sterk op dat die vandaag met nog twee mishandelingen wordt uitgebreid.
“Als ik het dossier goed lees, dan begon u eigenlijk gelijk te slaan,” zegt de rechter.
“Dat klopt, mevrouw,” zegt Omar rustig.
“Die man zit daar op een bankje, u komt de straat in gelopen, u ziet hem zitten, en u valt direct aan,” schetst de rechter.
“Dat klopt, mevrouw,” bevestigt Omar.
“En dan slaat u hem twee keer vol in het gezicht,” vervolgt de rechter haar reconstructie.
“Klopt, mevrouw.”
“Met uw vuist?”
“Jazeker, mevrouw.”
“En als hij eenmaal op de grond ligt dan geeft u hem nog een schop.”
“Dat klopt, mevrouw.”
“In het gezicht?”
“Klopt, mevrouw.”
“Heeft u de foto’s van het slachtoffer gezien die in het dossier zitten?” vraagt de rechter.
“Jazeker, mevrouw,” zegt Omar.
“Die zijn best heftig,” zegt de rechter. “Hij heeft lelijke verwondingen in zijn gezicht. Het is bijna misvormd.”
“Dan had hij maar niet moeten zeggen dat mijn kinderen hoerenkinderen zijn, mevrouw,” vindt Omar.
Vergeldingsactie
Het slachtoffer is de nieuwe vriend van zijn ex-vriendin, de moeder van zijn kinderen. De twee mannen hadden het al vaker met elkaar aan de stok gehad. Volgens Omar was zijn aanval een vergeldingsactie voor een eerdere confrontatie, een maand of drie daarvoor. Ook voor dat voorval staat Omar vandaag te recht, al leken de rollen destijds omgedraaid. Dit keer was het Omar die nietsvermoedend voor zijn woning zat te ‘chillen’ toen zijn rivaal, gesteund door wat maten, ineens dreigend voor zijn neus stond en een schroevendraaier uit zijn mouw trok. In een reflex greep Omar naar iets om zich mee te verdedigen. Zwaaiend en meppend met de tafelpoot die toevallig binnen handbereik lag, joeg hij zijn belager de straat uit. Minstens één keer zou hij hem daarbij met het massieve stuk hout vol op het hoofd hebben geraakt.
“Klopt, mevrouw,” zegt Omar. “Wat had ik dan moeten doen? Mij laten steken met een schroevendraaier?”
In afwachting van deze rechtszaak legde de rechter-commissaris Omar, om verdere escalatie te voorkomen, alvast een gebieds- en contactverbod op, maar omdat het slachtoffer inwoont bij zijn ex en Omars kinderen betekent dat verbod dat Omar sindsdien zijn kinderen niet meer kan bezoeken.
“Die idioot loopt elke dag te schreeuwen tegen mijn kinderen,” weet Omar.
“Dronken en onder invloed van pillen en andere drugs. En wie krijgt er een gebiedsverbod? Hun vader. Ik weet niet of u zelf kinderen heeft?”
Daar gaat de rechter niet op in.
“Heeft u zelf kinderen ja of nee?” vraagt Omar tamelijk dwingend. Zijn lontje nadert het einde. Achter hem maant zijn advocaat hem tot kalmte.
Voor de twee mishandelingen (iemand achterna rennen met een tafelpoot is geen zelfverdediging) krijgt hij een werkstraf van 60 uur, een voorwaardelijke celstraf van een maand en een melden behandelverplichting bij de reclassering. Het contactverbod met het slachtoffer houdt de rechter in stand, maar het gebiedsverbod heft ze op.
* Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban