De lijn Suriname-Nederland is populair bij drugssmokkelaars. Bolletjesslikkers en andere drugskoeriers stappen in Paramaribo zwetend en billenknijpend aan boord van een vliegtuig in de hoop hun goed verstopte smokkelwaar in Amsterdam in te ruilen voor een leuke stapel bankbiljetten.
De geboren Surinamer Mervin (34) pakte het afgelopen zomer anders aan.
Hij vloog in tegengestelde richting, dus van Nederland naar Suriname. Hij gaf zijn koffer af bij de incheckbalie, ging zonder moeilijkheden door de douane en stond niet veel later bij de gate. Tot zover niets aan de hand. Maar toen ineens stapten er twee leden van de marechaussee op hem af.
“Bijna 13 kilo hasj,” houdt de politierechter hem voor.
“Jawel,” zegt Mervin, die een aparte manier van bevestigend antwoorden heeft.
“Dat is nogal wat,” zegt de rechter.
“Jawel,” zegt Mervin opnieuw.
“Hoe kwam u daaraan?” wil de rechter weten.
“Gekocht,” zegt Mervin.
“Van wie?” vraagt de rechter.
Dat weet Mervin niet meer. Wat hij ervoor betaald heeft weet hij ook niet meer precies. Maar hij is geen koerier, zegt hij. Hij deed het niet in opdracht van anderen. Het was zijn eigen idee. Hij ging op familiebezoek in zijn geboorteland en omdat hij niet alleen zelf een liefhebber is, maar ook zijn vrienden en kennissen niet vies zijn van geestverruimende traktaties, nam hij voor iedereen wat lekkers mee.
“U nam 13 kilo hasj mee voor eigen gebruik?” vraagt de rechter.
“Jawel,” zegt Mervin. “13 kilo?” vraagt de rechter nogmaals, maar nu met veertig vraagtekens achter zijn vraag in plaats van één.
“Jawel,” zegt Mervin.
“Dat lijkt mij bijna onmogelijk,” zegt de rechter.
“Maar ik wou ook wel een beetje geld maken,” geeft Mervin dan toch toe.
“U wou een deel van de hasj daar verkopen?” vraagt de rechter.
“Jawel,” zegt Mervin. “Een beetje.”
“Had u enig idee welk risico u nam?” mengt de officier zich in de ondervraging.
“Nee,” zegt Mervin.
“U wist neem ik aan toch wel dat het strafbaar was wat u deed?” vraagt de officier.
“Nee hoor,” zegt Mervin.
Zeldzame naïviteit
Even ziet de officier water branden.
Dan zegt ze: “Op het uitvoeren van een dergelijke hoeveelheid hasj staat een celstraf van vier maanden.”
Mervin haalt zijn schouders op. “Ik dacht dat het mocht,” zegt hij. “Je mag het toch ook gewoon kopen?”
De rechter en officier kunnen hun ongeloof nauwelijks verbergen. Toch wijst veel erop dat Mervin de waarheid spreekt. Als hij de drugs ongezien voorbij de douane had willen smokkelen, dan had hij daar op z’n minst een beetje zijn best voor gedaan. Nu was het voor de drugshonden in de bagagekelder van Schiphol een makkie. Zelfs hun begeleiders roken het. In de koffer lagen 26 dikke plakken hasj. Nauwelijks verpakt. Omdat hij een blanco strafblad heeft en zijn handelen inderdaad de schijn heeft van een zeldzame naïviteit komt hij er vanaf met een werkstraf van 160 uur en een voorwaardelijke celstraf van een maand.
“Jawel,” zegt Mervin.
- Petra Urban