‘Samen met Rutte tegen de muur zetten en afknallen. Het liefst met een nekschot.’ Doorgewinterde Twitter-gebruikers zullen bij het lezen van de tweet hooguit de wenkbrauwen hebben opgetrokken en daarna weer vrolijk hebben doorgescrold. In het open riool dat Twitter deels is, valt een bedreiging meer of minder nauwelijks op. Maar bij de politie Haaglanden, waar een speciaal rechercheteam zich dagelijks bezighoudt met het speuren naar online bedreigingen aan het adres van politici, kon de tweet vanzelfsprekend op warme belangstelling rekenen. Niet veel later werd de persoon achterhaald die het bericht plaatste.
Martin* (52) is een potige man met rossig haar en een kort, bruin leren jack dat strak om zijn torso spant. Tot voor kort werkte hij als elektricien, maar tegenwoordig is hij fulltime mantelzorger voor zijn hulpbehoevende moeder bij wie hij ook is gaan inwonen. De vrouw wordt geplaagd door hevige angststoornissen en kan daarom moeilijk alleen zijn.
Het plaatsen van de tweet ontkent Martin niet, maar hij kan zich er naar eigen zeggen niets van herinneren.
Net zo min als dat hij zich kan herinneren wie hij nou precies samen met premier Rutte tegen de muur wilde zetten en afknallen. Het liefst met een nekschot.
Of wat de aanleiding was. De rechter vindt dat moeilijk te geloven. “Bent u vaker zó boos dat u dit soort teksten verspreidt?” vraagt ze.
“Nee,” bekent Martin.
“Hoe kan het dan dat u zich hier niets van herinnert?”
“Ik weet het niet,” zegt Martin.
“Ik heb ook eigenlijk niets tegen meneer Rutte.”
“Kunt u zich voorstellen dat hij zich door uw tweet serieus bedreigd heeft gevoeld?” vraagt de rechter.
Martin haalt zijn schouders op en zwijgt veelzeggend; daar kan hij zich duidelijk niets bij voorstellen. Hij heeft in zijn leven geen vlieg kwaad gedaan. Nu zit hij hier, op een stoel tegenover een rechter. Met een advocaat naast zich. De tweet waarmee hij dit onheil over zich afriep, was zijn tiende tweet ooit. Hij heeft precies twee volgers. Twee. Als het allemaal niet zo vervelend was dan zou hij zich bijna vereerd voelen. Hoe had hij kunnen vermoeden dat zijn bericht daadwerkelijk onder ogen zou komen van de minister-president?
Zijn advocaat gooit het over een andere boeg. Anders dan de officier van justitie vindt zij de gewraakte tweet geen ‘concrete bedreiging’ maar veel meer een ‘vage verwensing’. Zo vermeldt de tekst bijvoorbeeld geen specifieke tijd- of plaatsbepaling. Ook is onduidelijk wie de gewenste executie zou moeten uitvoeren. Had Martin geschreven ‘Samen met Rutte tegen de muur zetten, morgenmiddag om half vier op het Binnenhof, dan knal ik ze af, het liefst met een nekschot’ dán had het OM een punt gehad, vindt de advocaat. Nu niet. Bovendien was de tweet niet specifiek aan het Twitteraccount van Mark Rutte gericht met een @-teken. Ook gebruikte Martin geen hashtag. Maar daar gaat de rechter niet in mee. De inhoud van Martins tweet was volgens haar ‘meer dan laakbaar’ en de woordkeuze ‘specifiek genoeg’ om het te kunnen kwalificeren als een strafbare doodsbedreiging. Dat Martin maar twee volgers had doet niet ter zake. Zijn bericht was voor iedereen op Twitter te lezen.
Het komt hem op een werkstraf te staan van zestig uur, waarvan veertig voorwaardelijk. Maar de 211 likes die zijn tweet kreeg, pakt niemand hem meer af.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Jochem Davidse
- Petra Urban