Met ferme passen beent Karima* (45) de zaal in. Ze is een kleine, tengere vrouw met een smalle neus en lange geblondeerde haren met een nogal opvallende uitgroei. De rechtbank is bekend terrein voor haar. Of zoals de officier zich diplomatiek uitdrukt: “Mevrouw is niet bepaald een onbeschreven blad.”
Niet voor de eerste keer verdenkt het Openbaar Ministerie haar van het plegen van twee winkeldiefstallen. Omdat ze die zou hebben gepleegd in de proeftijd van twee eerdere veroordelingen hangt ook de tenuitvoerlegging van twee eerdere voorwaardelijke straffen boven haar hoofd: een boete van 200 euro en een werkstraf van twintig uur.
Samen met een andere vrouw laadde ze volgens de officier van justitie bij Albert Heijn een winkelwagen tjokvol met boodschappen om er daarna via het poortje bij de zelfscan zonder af te rekenen doodleuk mee naar buiten te wandelen.
“Klopt dat?” vraagt de rechter.
“Nee,” zegt Karima kortaf.
“Maar u was daar wel die dag, klopt dat?”
“Nee.”
“U weet dat er camerabeelden in het dossier zitten, toch?” vraagt de rechter.
“Nou en?” zegt Karima.
“En een foto waarop te zien is hoe de boodschappen op de parkeerplaats in een auto worden geladen. Het kenteken van die auto staat op uw naam, klopt dat?”
“Weet ik niet.”
De tweede diefstal was bij het Kruidvat, anderhalve maand later. Op camerabeelden is te zien hoe ogenschijnlijk dezelfde twee vrouwen in een gangpad hun winkelmandjes vol verzorgingsproducten en babyvoeding legen in twee grote boodschappentassen, zogenoemde big shoppers, en er langs de kassa mee de deur uit lopen.
“Dat was u ook niet?” neemt de rechter alvast een voorschot op het antwoord.
“Nee,” zegt Karima met haar armen stijf over elkaar.
Op het grote scherm in de zaal verschijnt een haarscherpe still van een van de bewakingscamera’s. Daarop zijn twee vrouwen te zien, van wie de linker klein en tenger is, met een smalle neus en lange geblondeerde haren met een opvallende uitgroei.
“Herkent u zichzelf op dit beeld?” vraagt de rechter.
“Nee,” houdt Karima stug vol terwijl haar evenbeeld nog altijd levensgroot op het scherm prijkt.
Bij beide winkeldiefstallen wisten de daders met hun buit te ontkomen, maar omdat Karima ‘niet bepaald een onbeschreven blad’ is, had ze de pech dat drie politieagenten haar bij het uitkijken van de beelden onafhankelijk van elkaar direct herkenden. Maar ook daardoor laat Karima zich niet van de wijs brengen.
“De politie zegt altijd dat ik het ben. Ik heb het altijd gedaan. Lekker makkelijk. Ik ben hier net op straat nog voor ene mevrouw Venema aangezien. Dat ben ik ook niet.”
Wanneer de officier zijn eis heeft geformuleerd – een maand gevangenisstraf plus de tenuitvoerlegging van de twee eerdere straffen – is het woord aan Karima’s corpulente advocaat die, gelet op de openingszin van zijn pleidooi, zelf ook weinig twijfel heeft over de schuldvraag.
‘De politie zegt altijd dat ik het ben. Ik heb het altijd gedaan. Lekker makkelijk’
“Als mijn cliënte zichzelf niet op de beelden herkent, wie ben ik dan om dat wel te doen?” zegt hij met een veelbetekende blik richting rechter en officier. Veel tijd en energie steekt hij niet in het vrijpleiten van Karima. In plaats daarvan richt hij zijn pijlen vooral op de strafmaat. Ze heeft een heftige tijd achter de rug, weet hij. Een paar jaar geleden werd ze samen met haar dochter na een langlopende burenruzie (zelf noemt Karima het een ‘samenzwering’) haar huis uitgezet. Omdat ze kapster was met een praktijk aan huis kwamen daarmee ook gelijk haar inkomsten te vervallen. In de periode die volgde, kampte ze met psychische klachten en liepen haar schulden in rap tempo op. Sinds een paar maanden heeft ze eindelijk weer een huurwoning.
“Denkt u ook eens aan haar 14-jarige dochter,” probeert de advocaat. “Die heeft sinds jaren eindelijk weer een beetje een stabiele thuissituatie. En dan zouden we nu tegen dat meisje zeggen: je moeder gaat een maand de gevangenis in. Dat moeten we volgens mij niet willen.”
Maar daar denkt de rechter heel anders over. Als Karima niet wil leren, en steevast weigert om verantwoordelijkheid te nemen voor haar daden, dan moet ze maar voelen. Ze gaat een maand de bak in. Ook zal ze de eerder nog voorwaardelijk opgelegde boete van 200 euro moeten betalen en de werkstraf van twintig uur moeten uitvoeren.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban