In totaal zijn er vorig jaar achttien mensen gewond geraakt door een politiekogel. Reden om ongeruster dan anders te zijn over dit vuurwapengeweld van de overheid is er niet: de cijfers rond dit onderwerp blijven al jaren nagenoeg gelijk. Sinds 2016 worden er altijd ongeveer dit soort getallen vrijgegeven: het aantal doden door politiegeweld is steevast tussen de drie en de vijf, het aantal gewonden schommelt tussen de twaalf en de 33. (Ter vegelijking: in de Verenigde Staten vonden vorig jaar 1127 mensen de dood door politiegeweld. Als de Nederlandse politie net zo schietgraag zou zijn als de Amerikaanse, zouden er in 2020 in ons land 57 doden te betreuren zijn geweest.)
De Rijksrecherche doet na ieder schietincident onderzoek of de politie wel had mogen schieten en of het geweld op de juiste wijze is toegepast. Die conclusies moeten in sommige van die schietincidenten nog getrokken worden.
Op Crimesite staan een aantal van deze dodelijke schietincidenten vermeld. Zo werd er afgelopen maart een gewapende, ontsnapte tbs’er doodgeschoten in het Zuid-Hollandse Poortugaal. In mei werd een man doodgeschoten in Hilversum; hij gedroeg zich zeer verward.
In augustus schoot de Amsterdamse politie een 23-jarige Duitse man dood die met een mes in een woonwijk liep.
De laatste was in december: toen schoot de politie in Rotterdam een man dood die waarschijnlijk betrokken was bij een schietpartij.
- iStock