Supermarkteigenaar Leo* (48) zit ’s morgens vroeg op het toilet wanneer zijn Braziliaanse vriendin ineens ziedend de badkamer binnenstormt. Ze scheldt hem uit voor van alles en nog wat en schreeuwt dat hij een slechte vader is. Als ze wat al te dichtbij komt, duwt hij haar van zich af. Maar dat is niet het verhaal dat zijn vriendin later die dag aan de politie vertelt.
“Zij heeft het niet over duwen, maar over schoppen en slaan,” zegt de rechter.
“Dat lijkt me sterk,” zegt de boomlange Leo. “Ik zat op de wc.”
“En dan kunt u niet slaan en schoppen?”
“Nou, dat is vrij lastig als je zit te eh... als je met andere dingen bezig bent, zeg maar,” vermijdt Leo onnodige details.
De rechter kijkt hem een moment peinzend aan, alsof hij in zijn hoofd de fysieke mogelijkheden en onmogelijkheden van de stoelgang doorneemt, maar besluit dan wijselijk niet verder te vragen.
Na de matineuze ruzie ontvlucht Leo het huis om met hun 7-jarige zoontje een dagje te gaan snowboarden en karten. Vader en zoon beleven een topdag samen, beweert Leo, maar hun lol wordt danig bedorven wanneer Leo op de parkeerplaats wordt aangesproken door een politieagent. Een uur later zit hij in een cel. Aangehouden vanwege de mishandeling van zijn vriendin.
Woedeaanval
“Waarom zou ze u van zoiets beschuldigen, denkt u, wanneer het niet is gebeurd?” vraagt de rechter.
Leo maakt een handgebaar alsof hij zeggen wil: waar zal ik eens beginnen? De twee waren vijftien jaar lang gelukkig samen, maar dat veranderde toen zijn vriendin hem ervan beschuldigde een relatie te hebben met een minderjarig meisje dat in zijn supermarkt achter de kassa werkte. Toen ze dat eenmaal in haar hoofd had was ze niet meer voor rede vatbaar, vertelt Leo. Op een dag was ze het kassameisje zelfs aangevlogen. Zo’n zelfde soort woedeaanval had ze die ochtend in de badkamer. Maar geslagen heeft hij haar niet, houdt Leo vol.
“Er is wel een blauwe plek bij haar vastgesteld,” houdt de rechter hem voor.
“Dat is ook zoiets,” zegt Leo. “Ze is al jaren in Nederland, maar ze heeft nog nooit een dag gewerkt. Telkens wanneer ik daarover begon kapte ze het af. Tot ze er ineens zelf over begon. Ze wilde een cursus doen. Een make-upcursus speciaal bedoeld voor film en tv, mensen opmaken en zo. Drieduizend euro heeft me dat gekost. Ik was allang blij dat ze eindelijk iets wilde gaan doen. Nu vraag ik mij vooral af of het niet gewoon bij haar plannetje hoorde om mij kapot te maken. Dat ze die blauwe plek gewoon heeft geschminkt...”
“Heeft u nog contact met haar?” vraagt de rechter.
“Regelmatig. Ze zorgt voor onze kinderen. Ze woont in mijn huis, ze rijdt in mijn auto, ik betaal haar telefoon, haar gas, water en licht, ze leeft van mijn creditcard.... over dat soort dingen hebben we contact.”
“En waar woont u?”
“Bij mijn ouders,” verzucht Leo.
De officier eist een werkstraf van 60 uur tegen hem, de helft voorwaardelijk, plus een meld- en behandelverplichting bij de reclassering, maar dat vindt de rechter veel te ver gaan. Hij acht de mishandeling bewezen, maar de kans op herhaling klein. Een boete van 450 euro volstaat.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban