Crime to Go - In gesprek met Sander Janssen: 'We weten alles van Willem Holleeder!' (+VIDEO)

Eerder dit jaar bracht Panorama een grote coverstory over de advocatuur. We gingen op zoek naar de nieuwe generatie advocaten, de jonge garde. De advocaten waar we het komend decennium nog veel van gaan horen. Eén aspect viel in deze zoektocht op. Steevast kwamen twee namen bovendrijven als ‘advocaten van de toekomst’: Stijn Franken en Sander Janssen. Hoog tijd dus voor een interview met Janssen. Want er valt genoeg te bespreken. Wat is de stand van zaken in de advocatuur, één jaar na de moord op Derk Wiersum, de advocaat van kroongetuige Nabil B.? Hoe zit het met de politieke ambities van Janssen? Want die heeft ie dus echt. Wanneer verruilt hij de advocatuur voor het pluche in Den Haag?

Willem Holleeder

Deze week is het hoger beroep van Holleeder begonnen. Met ruim vijftig geplande zittingsdagen is de verwachting dat dit proces loopt tot december 2021. De komende anderhalf jaar gaan we dus weer veel horen over en van de bekendste crimineel van Nederland.

Ik vraag hem één ding te vertellen wat we nog niet weten over Willem Holleeder. Sander Janssen moet even nadenken. “Volgens mij weet iedereen al alles over hem. Ik kan niks bedenken anders dan dat hij van lekker eten houdt. Maar ook dat is allang bekend. Wij hebben meer een zakelijke verhouding.

We botsen ook weleens. Ik ben niet de allermakkelijkste, dus ik denk dat Holleeder mij soms irritant vindt. Ik kan vrij ongeduldig zijn en vind het fijn als dingen op mijn manier gebeuren. Ik ben van mezelf ook geen gezellige beller. Willem daarentegen belt wel graag. Veel ook. En lang. Zeker in het begin was dat voor ons allebei wel wennen. Er is heel veel te bespreken in zo’n grote zaak als deze, dus het is geen kletspraat, maar dan nog is mijn hoofd op een gegeven moment vol en dan ben ik er een beetje klaar mee.

Een anekdote uit die tijd is dat we al een paar dagen heel intensief gebeld hadden en na weer een lang gesprek ik het niet kon opbrengen om het op een nette manier af te ronden. Ik zei tegen Willem: We zijn nu weer aan het bellen. Dit is al de derde keer. Ik heb echt andere dingen te doen. Ik spreek je binnenkort weer. BAM. Toen hing ik op. Niet netjes natuurlijk. Maar het leuke aan Willem Holleeder is dat hij daar goed mee om kan gaan. Een dag later spraken we elkaar weer, dus maakte ik mijn excuses: Sorry van gister. Ik was een beetje kortaf. En daarmee was de kous af. Een week later deed Willem hetzelfde bij mij: aan het eind van het telefoongesprek zei hij: Weet je wat het is Sander, het duurt allemaal zo lang. Je blijft maar praten. Ik ben er nu klaar mee. BAM. En hij hing op.

Dat is humor. We hebben inmiddels een goede vorm van samenwerking met elkaar gevonden.

Ik weet wat ik aan hem heb en hij weet wat hij aan mij heeft.”

Zwarte dag

Op 18 september 2019 vond de moord op advocaat Derk Wiersum plaats.

Wiersum stond Nabil B. bij, de kroongetuige in het Marengo-proces.

Sander Janssen kende Derk Wiersum persoonlijk. “Ik was hier erg verdrietig over. Het heeft voor mij ook echt de werkvreugde naar beneden gehaald. Collega-advocaat Peter Plasman verwoordde het mooi: De glans van het beroep is vermoord. Daar heeft ie gelijk in. Zo kijk ik er ook naar.” Sander denkt niet dat de gekte van de afgelopen tijd, waarin een advocaat en een broer van een kroongetuige zijn vermoord, zich nooit meer kan herhalen. Begin augustus is er nota bene geschoten op een advocatenkantoor in het centrum van Amsterdam. Ditmaal was het doelwit het kantoor van Jan-Hein Kuijpers. “Je hoopt natuurlijk dat het bij deze ernstige incidenten blijft, maar de kans dat dit soort dingen zich herhaalt, wordt niet kleiner. Dus daar hou je rekening mee. Ik denk bewuster na als ik een zaak aanneem over een eventueel risico of dreigementen. Overigens is het nog niet voorgekomen dat ik een zaak daarom heb geweigerd.”

Over helemaal het bijltje erbij neergooien, heeft Sander niet serieus nagedacht. Wél of hij tot in lengte der dagen advocaat wil zijn. De raadsman van Willem Holleeder heeft serieuze ambitie om de politiek in te gaan.

Sander Janssen, minister van Justitie en Veiligheid?

“Haha, dat klinkt wel leuk. Het is waar dat ik politiek interessant vind en die post zou natuurlijk fantastisch zijn. Ik maak me best zorgen over hoe het momenteel gaat in Nederland en in de wereld om ons heen. Als je ziet welke mensen er aan de macht zijn, hoe er met de rechten van minderheden wordt omgesprongen... Ik zie dat niet als een positieve ontwikkeling. Ik maak me ook zorgen over onze Nederlandse rechtsstaat. Dus ja, daar zou ik best m’n verantwoordelijkheid in willen nemen, maar het is niet iets dat nu in mijn leven zou passen.”

Wat zou het eerste wapenfeit van minister Janssen zijn?

“Ik zou heel graag werk willen maken van online haat. Al die anonieme mensen die structureel hun gif jegens anderen maar spuwen en lopen te schelden en te dreigen op internet. Je ziet dat het in de loop der jaren doorsijpelt naar het echte debat: politici worden niet alleen nog maar via social media bedreigd, maar ook in het openbaar. Dat heeft met elkaar te maken. Wat mij met name stoort, is de straffeloosheid waarmee deze mensen wegkomen. Deze lieden moeten niet langer het gevoel hebben dat ze alles maar zonder consequenties online kunnen roepen. Zolang niemand daar iets aan doet, denken mensen dat ze iedereen maar kunnen uitkafferen en beledigen. Dat recht heb je niet.

Je moet gewoon normaal doen. Ik ben geen ICT-deskundige, maar je maakt mij niet wijs dat het in deze tijd onmogelijk is om deze mensen op hun zolderkamertje op te sporen. Ja, dat kost extra capaciteit van politie en justitie. En dus extra geld. Je zult misschien rechtshulpverzoeken moeten doen aan Twitter en Facebook. Dat is een kwestie van prioriteiten stellen en ik zou daar meer prioriteit aan willen geven dan dat er nu wordt gedaan. Ook deze anonieme mensen zouden een keer voor de rechter het moeten verschijnen of aangelopen moeten worden door een politieagent. Dat is de enige manier om er paal en perk aan te stellen.”

Met de misser van minister Ferd Grapperhaus over het niet naleven van de coronaregels op zijn huwelijk nog vers in het geheugen, was één telefoontje naar Sander Janssen toch genoeg geweest om hem op te volgen? Sander moet erom lachen. “Het hoger beroep van Holleeder loopt nog zeker anderhalf jaar. Die zaak kun je niet overdragen. Ik heb het ook nog prima naar mijn zin in de advocatuur. Maar over een jaar of vijf mogen ze best eens bellen, hoor.” Waarvan akte.