Hoe moeilijk was het om dit boek te schrijven?
“Veel moeilijker dan ik dacht. In het eerste boek komt de term ALS niet voor, het tweede boek gaat over zijn onvermijdelijke dood, al heeft hij daar altijd tegen gestreden. Ik huil niet snel, maar toen ik na zijn dood vorig jaar september begon met schrijven en foto’s bekeek, kreeg ik het soms te kwaad. In de laatste zes jaar van zijn leven is hij echt een vriend van me geworden. Tot twee weken voor zijn dood hadden we bijna dagelijks contact via Whatsapp – met zijn ogen bediende hij een spraakcomputer die ook tekstberichten kon versturen – en ik probeerde zeker één keer per maand bij hem langs te gaan in het hospice nabij Glasgow waar hij de laatste maanden van zijn leven doorbracht. Bij elk afscheid dacht ik dat dat weleens de laatste keer zou kunnen zijn. Maar twee weken voor zijn dood wist ik het zeker.”
Hoe dan?
“Normaal was iedereen vrolijk bij de receptie, nu niet. Zijn verzorgers durfden me niet eens aan te kijken. Eén minuutje, zeiden ze. Eenmaal in zijn kamer wist ik waarom. Fernando had opeens een volle baard, de tv stond uit, zijn ogen waren dicht en zijn hoofd hing helemaal voorover. Zijn nekspieren konden het gewicht van zijn hoofd niet meer dragen.
Toen ik hem begroette, deed hij voorzichtig zijn ogen open. Met zijn ogen ‘tikte’ hij normaal zo’n drie letters per seconde, maar nu deed hij tien seconden over een letter. Toen ik vroeg hoe het met hem ging – wat ik voorheen nooit deed, omdat dat nogal stom overkomt: natuurlijk ging het kut – tikte hij eerst een T, toen een I, waarna ik na een minuut TIRED hoorde. Hij ‘sprak’ de laatste maanden vooral in het Engels, vandaar. Daarna viel hij weer weg. Toen heb ik hem een kus gegeven en bedankt voor alles.”
Je schrijft dat hij helemaal alleen stierf, dat zelfs zijn vrouw Veronika die in Spanje woont een dag te laat was.
“Fernando verloor zijn bewustzijn vlak voordat hij stierf en zij kon niet op tijd een vlucht krijgen. Precies op dat moment kreeg hij een voiceberichtje van zijn dochter. Zij had net een bowlingtoernooi gewonnen en wilde dat haar vader laten weten. Zijn verzorgster in het hospice heeft dat berichtje zes keer bij zijn oor afgespeeld, zonder reactie van hem. Maar bij de zevende keer biggelde er een traan over zijn wang. Een halfuur later overleed hij. Zeker weten doe ik het niet, maar ik denk dat dat berichtje het sluitstuk was. Hij hoorde dat zijn dochter een winnaar was, net als hij, dus hij kon vredig gaan.”
Je bent pas aan dit tweede boek begonnen nadat hij dood was. Waarom niet eerder?
“Omdat het Fernando’s wens was om het boek postuum uit te brengen, in de aanloop naar Wereld ALS Dag (21 juni). Ik wilde ook niet meteen na zijn dood met een boek komen; commercieel onhandig misschien, maar ik ben geen lijkenpikker.
Een deel van de opbrengst gaat ook naar Stichting ALS. Ik ben nog meerdere malen teruggegaan naar Glasgow, om bijvoorbeeld met de mensen in het hospice te praten. In december heb ik zelfs nog zijn urn opgehaald.”
Zijn urn?
“Veronika vroeg of ik dat kon doen, wat geen probleem was, dacht ik. Ik was van maandag tot en met vrijdag in Schotland en zou die urn op de laatste dag ophalen. Maar die afspraak van vrijdag werd naar dinsdag verschoven. Dus daar stond ie, vier dagen lang in mijn hotelkamer. Op een gegeven moment heb ik die urn maar in mijn koffer gedaan, omdat ik bang was dat de schoonmaakster ’m per ongeluk zou weggooien. Op die bewuste dinsdag heb ik nog een tijdje met ‘hem’ in een rugzak door Glasgow gelopen. Ik wilde met die urn zelfs nog naar de kroeg – ik weet zeker dat Fernando dat geweldig zou hebben gevonden – maar ik heb daar toch maar vanaf gezien. Ik ben allang blij dat ik dat ding meekreeg in het vliegtuig.”
Hoe ging dat?
“Ik had natuurlijk alle benodigde papieren, maar de douanebeambte keek me toch vreemd aan. Gek genoeg herkende hij mij, dus hij voelde al aankomen ‘wie’ er in die urn zat. Fernando? vroeg hij, waarna hij als Rangers-supporter volschoot. Stond ik daar ook nog een douanebeambte te troosten!”
Waar is die urn nu?
“Op de plek van het oude stadion van Fortuna Sittard waar Fernando zijn profcarrière begon. Daar staat nu een woonwijk met een urnentuin waarin hij is bijgezet. Heel symbolisch, vind ik: nu is de cirkel rond.”