Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Jules Bianchi: het laatste dodelijke F1-slachtoffer?

Ze kwamen veel te vroeg om het leven, tijdens het uitoefenen van hun sport. Veel oneerlijker kan het niet: jonge, goedgetrainde atleten die van het ene op het andere moment worden weggerukt uit het leven. Deel 2: Formule I-coureur Jules Bianchi.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Hoe harder het gaat, hoe meer slachtoffers er vallen. Dat lijkt logisch. En omdat parachutespringen zonder parachute geen officiële sport is, kom je qua gevaarlijke sporten dan al snel terecht in het Formule 1-circuit. In geen enkele andere sport wordt stelregel 1, ‘gevaar ligt altijd op de loer’, namelijk zo dicht op de hielen gezeten door stelregel 2, ‘risico’s zijn er om genomen te worden’.

“Er bestaan maar drie echte sporten: stierenvechten, autoracen en bergbeklimmen; alle overige zijn slechts spelletjes.” Aan wie we dit citaat mogen toeschrijven is redelijk vaag, maar historici beweren dat het de grote schrijver Ernest Hemingway moet zijn geweest. Afgezet tegen de moderne tijd is het vooral grappig om te constateren hoe Hemingway onderscheid aanbracht tussen sport en levensbedreigende sport.

Racegeslacht

Jules Bianchi kende de gevaren in ieder geval, want hij is afkomstig uit een echt racegeslacht, zoals dat zo mooi heet. Zijn overgrootvader was in de jaren dertig monteur bij het fabrieksteam van Alfa Romeo (geleid door Enzo Ferrari). Zijn twee zonen, Luciano en Mauro, waren ook bevangen door het racevirus en Phillipe, zoon van Mauro en de vader van Jules, runde jarenlang een kartbaan in Zuid-Frankrijk.

Oom Luciano crashte, in 1970 tijdens de 24 uur van Le Mans. Door een mechanisch probleem knalde hij op een telefoonpaal langs de Route Nationale. Luciano was op slag dood.

Het ongeluk dat het vooralsnog laatste slachtoffer in de F1, Jules Bianchi (25), in 2014 fataal werd, kan het best worden omschreven als een horrorcrash. Vlak nadat Adrian Sutil tijdens de Grand Prix van Japan was gecrasht, vloog Bianchi uit dezelfde bocht. De Fransman klapte daarbij met hoge snelheid tegen een takelwagen, die net de bolide van Sutil aan het opruimen was. Bianchi schoot onder de achterkant van de shovel. Door de snelheid en impact werd het red- dingsvoertuig van de grond getild.

Wat als de takelwagen er niet had gestaan en Bianchi in de vangrail terecht was gekomen? Dat is uiteraard gissen, maar de kans dat hij de crash had overleefd was dan iets groter geweest waarschijnlijk. Uit onderzoek bleek later dat Jules Bianchi ondanks waarschuwingsvlaggen niet voldoende zou hebben afgeremd. De coureur crashte met 126 kilometer per uur. Lang lag hij in coma. Zijn dood - in juli 2015 - schokte de F1-wereld. Max Verstappen toonde zich onlangs, in gesprek met Wilfried de Jong, nog altijd diep onder de indruk. De lijst met F1-slachtoffers is door de jaren heen behoorlijk lang geworden. Begin jaren zeventig was het dan ook bijna ‘normaal’ dat gemiddeld zo’n drie coureurs per seizoen uit hun auto gezaagd moesten worden. Maar sinds het bekendste dodelijke slachtoffer, Ayrton Senna in 1994, werden de veiligheidsregels dermate aangescherpt dat de meeste risico’s zijn uitgebannen. Sterker, de horrorcrash van Jules Bianchi was het eerste, dodelijke F1-ongeval in 23 jaar, sinds het overlijden van Senna op het circuit van Imola. 

Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele artikel van Mark van den Heuvel over Jules Bianchi lezen? Bestel de nieuwe Panorama dan hier, of lees het op Blendle.