Beau van Erven Dorens: "De zaak Gosschalk is groter dan Weinstein"

Om acteurs in de toekomst een onafhankelijke plek te bieden waar beklag kan worden gedaan over misstanden in de tv-, film- en theaterbranche, zijn vakmensen met elkaar in gesprek om een overkoepelend meldpunt ongewenste omgangsvormen op te zetten. Producent Janke Dekker zei daar begin dit jaar in RTL Boulevard al over: ‘Het is heel belangrijk dat we een veilige werksituatie creëren, maar toch ook de vrijheid kunnen behouden. Er is nu geen plek om dat te melden en wij proberen om, naast alle decentrale punten die er al zijn, een centraal meldpunt te hebben waar alle klachten kunnen binnenkomen.’

Beau van Erven Dorens, presentator van deze bewuste uitzending, besloot daarop tegen het script in te gaan en zijn frustratie te uiten: ‘Ik zit hier hoofdschuddend naar te kijken, want die mensen hebben zoveel boter op hun hoofd. Het Kemna Casting-bastion waar dit allemaal gebeurd is en waar Job Gosschalk dit drie decennia lang heeft kunnen doen, blijft gewoon het monopolie bewaken en mag rustig doorgaan met hun werk. Als je in Amerika het woord Kemna zou uitspreken, dan zou je bij wijze van spreken niet meer op een borrel mogen komen... En wij blijven gewoon rustig doorwerken met die mensen.’

@backlink(170603)

Groter dan Weinstein

Gevraagd naar de gevolgen van zijn spontane uitspraken op live televisie, en of het hem door RTL verboden is nog langer over dit onderwerp te spreken, zegt Van Erven Dorens: ‘Nee. Ik roep wat ik wil, wanneer ik wil. En dat doe ik ook overal, wanneer ik de kans krijg; bij Boulevard en zoals hier bij jou. Vraag Blue Circle (Boulevard-producent, red.) zelf maar wat ze ervan vinden. Het is een feit dat de gevestigde media hun handen er niet aan willen branden. Velen zijn bevriend met Job G. of Kemna. En iedereen heeft baat bij een status quo; producenten, zenders, Kemna... Ook uit financieel oogpunt. En klokkenluiders kijken nu wel tien keer uit. Ze zullen mij nooit meer vragen voor een rol, maar dat heb ik er graag voor over.

De grootste gotspe was dat interview bij Late Night, waar die directeur alles bij elkaar liegt. “Nee, er is niet nog iemand die fout is bij Kemna!” “Oh ja?” had iemand moeten vragen. “Hoe weet je dat zo zeker, terwijl je het ook dertig jaar niet gezien hebt bij Job?” Het werd niet gevraagd. Er lagen inmiddels al drieëntwintig klachten tegen een andere castingagent bij Kemna. Het probleem zit hem, mijn inziens, in het totale gebrek aan loyaliteit binnen de acteurswereld enerzijds, en de geraffineerde manier waarop producenten en Kemna de acteurs klein houden anderzijds. Acteurs verdienen te weinig, hebben geen rechten, geen vakbond en tot overmaat van ramp worden ze (seksueel) misbruikt door tenminste drie castingagenten bij Kemna. En wat zeggen vooraanstaande Nederlandse acteurs na meer dan honderd gedocumenteerde gevallen van misbruik door Job en nog twee Kemna-collega’s binnen twee maanden? “Job is heel aardig en dit is een zaak voor de rechtbank en niet de media.” Het is een schande. Deze zaak is groter dan Weinstein. De dagbladen doen niets. Ze staan vol over #MeToo en Weinstein, maar geen stuk over Job of Kemna. Vraag Parool-hoofdredacteur Ronald Ockhuysen maar waarom hij nog geen stuk geplaatst heeft over het grootste misbruikschandaal in de geschiedenis van de Nederlandse entertainmentwereld, in zijn stad nota bene. In Amerika zou Kemna niet meer bestaan en zou Job in de gevangenis zitten, maar hier zit de directie nog stevig in het zadel en is de boodschap die na het schandaal overblijft: niemand maakt ons iets en alle acteurs die hun bek opentrekken zijn er geweest. Het zal mij niet verbazen als alle financiële verbindingen met Job G. nog steeds intact zijn.’ 

Dit is een voorstukje van onze collega's van Nieuwe Revu. Het blad, met het hele verhaal, ligt morgen in de winkel.