Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Jan Smit-imitator Nick Stricker: 'Fan ben ik nooit geweest'

Nick Stricker belandde zes jaar geleden per toeval in een bizarre carrière van Jan Smit-lookalike. Als de Volendamse zanger te duur was of niet kon, werd hij geboekt. Maar met het succes kwamen de drank, drugs en schulden.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Een portret over het tragische lot van de imitator. ‘Ik doe niet alsof ik Jan Smit ben, ik lijk gewoon veel op hem. Maar de mensen willen Jan Smit, dat is waar ze me voor betalen. Ik zit eigenlijk vast in die act.’

De kermis van Hoorn is in volle gang. Als Nick Stricker (27) voorbij de schiettent en de botsauto- tjes slentert, wordt hij her en der herkend. De meesten zijn bekenden van hem, maar ook fans willen graag even op de foto met Nick. ‘Hier weet iedereen dat ik het ben, maar in andere steden denken mensen nog weleens dat ze met Jan Smit op de foto gaan.’

De gelijkenissen van de Jordaanse imitator met de volkszanger uit Volendam waar hij al zes jaar geld aan verdient, zijn onmiskenbaar. Zijn tatoea- ges, schorre Amsterdamse accent en vooral de ruige verhalen maken van Nick een stoere uitvoe- ring van zijn evenbeeld. Met een muzikale fami- lie uit de dan nog Amsterdamse volksbuurt leek Nick voorbestemd voor een leven als kroeg-enter- tainer. ‘Mijn hele familie is muzikaal. Mijn oma runde jarenlang café De Twee Zwaantjes, een begrip in de Jordaan. Zij zong zelf in haar kroeg en nodigde wekelijks artiesten uit als Johnny Jor- daan, Tante Leen, Manke Nelis en andere Amster- damse grootheden. Ik was zes toen ze daarmee ophield, dus ik heb er helaas geen herinneringen aan overgehouden.’

Zijn inspiratie voor de kunst van het imiteren kon Nick vinden bij zijn vader, die tussen zijn der- tigste en veertigste als de lookalike van Elvis Presley door het leven ging. ‘Mijn pa heeft in die jaren een zeer succesvolle carrière gehad als Elvis- imitator. Hij toerde veel, ook in het buitenland. Niet alleen als Elvis, maar ook met zijn eigen muziek. Hij hield van het rock-’n-roll-leventje.’

My name is Jan Smit

Gezelligheid, feesten en zingen werden er bij Nick met de paplepel ingegoten. ‘Mijn ouders waren harde werkers, dus brachten mijn broer en ik veel tijd door bij mijn oma en opa. Dat is de muzikale tak van mijn familie. Op verjaardags- feestjes werd harde muziek gespeeld, luidkeels gezongen en wild gedanst, dat hoorde er gewoon bij. De sfeer in de Jordaan was geweldig, iedereen kon bij elkaar naar binnen lopen en er heerste een gevoel van gezelligheid en warmte. Ik vond het allemaal fantastisch, maar ik had zelf niks met zingen. Mijn passie lag bij eten, ook een belangrijk onderdeel van het gezellige familiele- ven. Na mijn middelbare school werd ik kok en daar genoot ik van.’

Toch gaf opa Stricker in 2010 – zij het in een humoristische opwelling – als verrassing zijn kleinzoon op voor My Name Is, een talentenjacht van RTL4 waarin kinderen en volwassenen hun favoriete artiest imiteren. In het voorjaar vond Nick tot zijn grote verbazing een brief op zijn deurmat van de commerciële omroep. ‘Het eerste wat ik deed, was mijn opa opbellen. “Nou opa, wat mij nou is gebeurd, dat geloof je nooit!” Hij lachen natuurlijk. Toen kwam de aap uit de mouw. “Ouwe klerelijer die je er bent!” was mijn eerste reactie, maar tegelijkertijd dacht ik: waar- om ook niet? Wie niet waagt, wie niet wint.’ Twee weken later mocht een nerveuze Jan Smit- fan op voorauditie naar Hilversum. De keuze voor de Volendamse zanger was snel gemaakt, al speelde het toeval volgens Nick een grote rol. ‘Jan had destijds een paar lekkere nummers, dus koos ik zijn liedjes voor de show. Echt groot fan ben ik nooit geweest. Ik vind zijn muziek prima, maar ik hoef het niet gezellig mee te zingen in de auto. Het bleek een groot succes. Ik stelde mezelf voor aan de jury, zong twee noten en toen riepen ze al dat ik moest stoppen. Blijkbaar was ik geweldig en had ik iedereen overrompeld. “Jij doet mee met de show. Jij gaat groot worden,” zei de jury.’ Kort erna maakte een nog nerveuzere kok zijn televisiedebuut tijdens de eerste auditieronde van My Name Is. ‘Het was bizar. Ik stond ineens in een theaterzaal met 58 camera’s op mijn kop gericht, felle lichten in mijn gezicht en vijftienhonderd man voor m’n neus. What the fuck gebeurt me nou, dacht ik.’ Ondanks alle stress liet de jonge podiummaagd zich niet overrompelen. ‘Ik ben Nick Stricker, ik ben 21 jaar en ik kom uit Hoorn. My name is Jan Smit.’

In 2010 bleek het genoeg om het leven van een doodnormale jongen uit Hoorn op z’n kop te zet- ten. Met zijn nerveuze uitvoering van Jouw Naam In De Sterren won Nick de harten van jury en publiek. Vooral Albert Verlinde, het brein achter de imitator-race, werd razendenthousiast van de gelijkenissen tussen Nick en Jan. ‘Bij jou hoor ik niet alleen Jan Smit, ik zíe hem ook. Je hebt zelfs zijn licht schorre stem en al zijn trekjes. Ongelooflijk!’ Toen de spotlights en de camera’s na de audities uitgingen, stapte de showbizzpresentator direct op zijn nieuwe oogappel af. ‘Het maakt mij niet uit hoe we het gaat doen, maar ik ga jou helpen een succes te worden.’

In de halve finale moest Nick het afleggen tegen de dubbelgangers van Amy Winehouse, Tina Tur- ner, Madonna en Freddie Mercury, maar die uit- slag was allang niet meer van belang voor de enthousiaste Verlinde en de tweeënhalf miljoen kijkers van de show. Nick ging om de tafel met Ver- linde, zijn Facebook- en Twitter-pagina ontploften en hij werd overal op straat herkend. ‘Van de ene op de andere dag stond mijn leven op z’n kop. Een droom die uitkomt voor elke dubbelganger.’

Fans van Nick Stricker lopen met hem weg 

Vast in de act

Toch blikt Nick met een dubbel gevoel terug op zijn razendsnelle doorbraak. ‘Mijn leven sloeg let- terlijk in één dag om. Na die eerste auditieronde wist ik niet wat me allemaal overkwam. Televisie- en radioprogramma’s belden dagelijks, ik was elke dag onderweg, iedereen wilde interviews, Albert Verlinde staat voor je neus, Johnny de Mol wil dingen van je weten, mensen herkennen je op straat en ga zo maar door. Voordat ik het wist stond ik in Lloret de Mar voor de 538 Zomertour op een podium te knallen en werd ik overspoeld door aandacht vanuit alle hoeken. Ik hoorde in de McDonald’s mensen achter me fluisteren of ik het was. Tientallen zakenmannetjes schoven con- tracten onder mijn neus, die roken natuurlijk geld. Het was te bizar voor woorden. Het ging allemaal heel snel.’

Een maand na zijn doorbraak diende de toen 21-jarige Nick zijn ontslag in bij zijn keuken en stortte zich vol op een krankzinnige rollercoaster van optredens, toeren en zijn nieuw verworven status van BN’er, voornamelijk als de lookalike van Jan Smit. ‘Op het podium speel ik geen rol, ik doe niet alsof ik Jan Smit ben. Ik lijk gewoon toe- vallig heel veel op hem. We hebben blijkbaar een beetje dezelfde stijl en kledingsmaak. Vanaf dag één ging ik heel Nederland door als imitator van Jan, dus zo raak je ook bekend bij het publiek. Dat is wat mensen willen en waar ze me voor betalen. Ik vond dat best jammer. Ik had meer eigen muziek willen maken en spelen in de kroeg. Dat wil ik nog steeds doen.’

Tegelijkertijd besefte Nick maar al te goed dat hij het meeste geld kon verdienen door in de scha- duw van Jan Smit te blijven. ‘Ik zat eigenlijk vast in zijn act, want het ging veel te goed om ermee te stoppen. De act was gewoon een succes. Mijn eigen nummers kende niemand, maar met de hits van Jan zette ik elk feestje gegarandeerd op zijn kop.’ Zijn optredens waren zo geloofwaardig, dat Nick meerdere malen als invaller mocht optreden voor Jan. ‘Het is een paar keer voorgeko- men dat Jan niet aanwezig kon zijn op zijn eigen optreden. Dan werd ik gevraagd als tweede optie. Jan heeft mij nooit als concurrent beschouwd. Hij waardeerde mijn werk juist, dat is heel leuk. Hij vond het erg leuk dat iemand hem zo na kon doen. Maar ik heb inmiddels een lange poos geen contact meer met hem gehad.’

Helemaal naar de getverderrie

Nick genoot met volle teugen van zijn nieuwe leven als professionele dubbelganger. Waar een grote naam als Jan Smit al snel te duur is voor je verjaardag, kom je al snel uit bij the next best thing: zijn dubbelganger, die er nog een beter feestje van maakt dan de echte volkszanger uit Volen- dam. In het jaar na zijn doorbraak benaderde Nick de populariteit van Jan Smit zelf en reisde Nederland, België, Duitsland en Frankrijk af voor vijf à zes optredens per week. ‘Het was pure rock- ’n-roll. Ik was van God los, deed alles wat Hij ver- boden heeft. Als mensen nee zeiden, deed ik ja en andersom. Ik speelde op de gekste plekken. Cam- pings, braderieën, festivals, kroegen, après-ski- hutten, bruiloften, verjaardagen, verzin het maar. Ik vond alle aandacht zo fijn, zo lekker.’ De betaalbare versie van Jan Smit had succes, maar te veel aandacht en geld kunnen gevaarlijk uitpakken voor een verslavingsgevoelige entertai- ner. ‘Veel optredens werden zwart betaald, vaak nog voor het optreden. Voor een half uurtje optre- den, ving ik 1200 euro en dat ging zo goed als elke avond direct op. Er kwam zoveel geld binnen, dat ik gewoon niet wist wat ik ermee moest.’

In 2011 sloeg de losgeslagen imitator door in zijn uitgaven. ‘Ik gaf alles op dezelfde avond nog uit en als er wat overbleef, kocht ik daar de volgende dag tweedehands brommers of auto’s van. Voor mezelf, maar ook voor vrienden. Ik heb huizen van vrienden laten schilderen. Ik nam meerdere duurdere telefoonabonnementen. Ik kocht veel domme spullen, maar het meeste geld heb ik uit- gegeven aan drank. Ik ging zwaar aan de flessen Moët van 600 euro. Iedereen die ik tegenkwam, kreeg drank van mij. Vrienden, kennissen, maar ook wildvreemden. Wil je een rondje? Doen we, bam! Weer een rug. Een rekening van 500 euro in de kroeg was voor mij een saaie avond. Met drugs heb ik me nooit echt bemoeid. Ik heb nog nooit iets door mijn neus gehaald. Wel kocht ik soms een zak pillen, voor iedereen die er die avond bij was. Ik was regelmatig helemaal naar de getver- derrie en dan kwam ik zes weken mijn bed niet uit. Ik ben heel stom omgegaan met mijn geld. Je zou moeten investeren in nieuwe muziek, nieuwe nummers, éigen nummers, maar ik gaf het alleen maar uit aan drank en gekkigheid.’ Slechts een half jaar na zijn doorbraak verloor de ADHD’er steeds extremer alle grip op de realiteit. ‘Het ging goed mis. Ik raakte steeds vaker in ste- vige vechtpartijen beland, vaak na mijn eigen shows. Het is een aantal keer flink uit de hand gelopen. Ik heb het over zware mishandelingen. Dat is een paar keer gebeurd. Op een gegeven moment kon ik mijn kop op veel plekken niet meer laten zien. Het ging steeds slechter.’

Kutperiode

Een jaar na zijn auditie van My Name Is bleef de telefoon van Nick steeds vaker stil. De vraag naar een betaalbare dubbelganger van Jan Smit leek in rap tempo te zakken, tot grote verontrusting van Nick en zijn vriendin. ‘Na een periode bomvol boekingen werd ik door mijn management amper nog gevraagd om op te treden. De aan- dacht waar ik inmiddels aan gewend was geraakt verdween, waardoor ik enorm aan mijzelf begon te twijfelen. Waarom vinden mensen me niet meer leuk? Waarom willen ze mij niet meer? Waar is iedereen? Ik werd overvallen door angst.’ Een terugkeer naar zijn normale leven – zes dagen keihard werken in de keuken voor een minimumloontje – was voor Nick geen optie.

De zanger had maar één doel in zijn leven: zo snel mogelijk opnieuw populair raken. En waarom niet op precies dezelfde manier als hoe het alle- maal begon? ‘Toen er een nieuw seizoen van My Name Is startte, heb ik mezelf opgegeven.’ Weer bereikte Nick de halve finale. ‘Het was genoeg om mijn oude succes weer aan te wakkeren en opnieuw gewild te worden door het publiek.’ Zijn deelname resulteerde wederom in veel optre- dens, aandacht en geld; een succesperiode die Nick langer wist te rekken dan de voorgaande. Toch ging het drie jaar later weer mis. ‘Mijn moti- vatie zakte weer weg. Ik had gewoon geen zin meer. Ik bleef veel thuis terwijl ik ergens moest optreden. Mijn vriendin raakte in een depressie en ik zat zelf ook niet lekker in mijn vel.’

Vanaf 2014 haalde Nick geen plezier meer uit optredens, hetgeen waar hij voor leefde in de jaren ervoor. Hij gaf zichzelf op voor The Winner Takes It All, een soortgelijke talentenjacht voor imi- tators, maar veel nut had het niet. ‘Het program- ma werd slecht bekeken en ik zat nog steeds in een kutperiode. Ik denk nu nog steeds vaak bij mezelf: hoe kon ik nou niet meer genieten van de optredens? Ik denk dat het vanaf het begin te goed ging. Ik heb er nooit voor hoeven knokken. Ik raakte door een grap van mijn opa bekend en toen ging het allemaal veel te snel.’

Tien keer opgepakt

Maar het was niet alleen Nick die zichzelf in de weg zat. Net als elke andere dubbelganger is je carrière altijd afhankelijk van het succes van je evenbeeld. ‘Jan richtte zich in die periode meer op presenteren en dus minder op het uitbrengen van muziek. Dat heb ik gemerkt. Mijn populari- teit bij het publiek hing nu eenmaal voor een groot deel af van Jan. Ik merkte als geen ander dat mensen wel weer een beetje klaar waren met de muziek van Jan Smit.’

De uitzichtloze situatie van de imitator ging in no time van kwaad tot erger. ‘Ik ging van 1200 euro per half uur naar 150 euro per half uur. Van 6000 in de maand naar 4000, naar 2000, naar 800, naar niks. Opeens kan je niks meer betalen. Ik had meer schulden dan ik ooit had, terwijl ik meer had verdiend dan ik ooit had gedaan. De belas- tingdienst en deurwaarders stonden iedere week aan de deur. Zo snel als het goed ging, ging het minstens zo snel bergafwaarts.’

In 2015 werden Nick en zijn vriendin twee dagen voor kerst hun woning uitgezet. ‘We konden de huur niet meer ophoesten. We kwamen terecht in een soort châlet. Dat was een rottijd.’

Het succes uit 2011 leek ver weg toen Nick eten en drinken moest stelen om zichzelf en zijn vriendin te kunnen onderhouden. ‘Niemand leende me meer een stuiver. Ik was het vertrou- wen kwijt bij iedereen. We moesten eten en drin- ken, dus dan ga je domme dingen doen. Ik heb meerdere malen met mijn vriendin bij de Lidl 40 euro afgerekend voor een boodschappenkarretje met 180 euro aan spullen. Ik stal uit winkels waar affiches van mijn kop hingen van The Winner Takes It All. Ik schaam me er nog steeds kapot voor. Ik ben er een keer of tien voor opgepakt.’

Zijn dieptepunt bereikte de noodlottige dubbel- ganger in de gevangenis. ‘Ik was op heterdaad betrapt met diefstal in de supermarkt. Toen ik aankwam op het politiebureau, verzamelde zich een aantal agenten om me heen. “Hé, jij bent toch dat Jan Smit-mannetje?! Zing eens effe een liedje dan!” Nou, dan zakt de wereld echt in elkaar. Tyfus hé, dat was zo verschrikkelijk. Ik ben heel veel kwijtgeraakt en ik heb heel veel kapotgemaakt. Het plotselinge succes heeft een gigantische impact op mij gehad. Het ging me allemaal veel te hard. Ik werd geleefd.’

Ook vader en broer Stricker laten zich niet onbetuigd

Schone lei

De kermis van Hoorn loopt langzaam leeg. Nick geniet nog even na van een mooi optreden met zijn vader en broer. Hij let erop dat hij niet te veel drinkt. Straks wandelt hij weer terug naar zijn huisje in het centrum, waar hij sinds kort met zijn vrouw een rustiger bestaan leidt. De ellende van vorig jaar heeft hij achter zich weten te laten. ‘Mijn vrouw is uiteindelijk mijn redding geweest. Ik had het zo bont gemaakt, dat zij mij de keuze voorlegde: of je gaat normaal doen, of ik pak mijn spullen en ben weg. Dat was voor mij de ultieme wake-upcall. Toen ben ik naar het politiebureau gegaan om alles op te biechten. Diefstal, mishan- deling, alles. Ik kreeg 150 uur taakstraf en twee jaar lang reclassering. Dat vond ik prima, als ik maar weer met een schone lei kon beginnen.’ Nick werkt weer parttime in de keuken om maan- delijks rond te kunnen komen. Voor het aflossen van zijn schulden heeft hij zich gekoppeld aan een traject met een bewindvoerder die zijn inkomsten beheert. ‘Ik ga niet weer dezelfde fou- ten maken. Van elke euro die er binnenkomt, kijkt hij naar wat er als eerste afgelost moet wor- den. Wat er overblijft is voor mij. Ik verdien nu wit en legaal, dat was een paar jaar geleden heel anders. Het was een wilde rit van zes jaar, maar nu wil ik mijn leven weer op de rails krijgen. Ik praat met de GGZ. Mijn familie steunt me. Momenteel bouw ik een team om me heen dat mij kan helpen met mijn muziek.’

Na een jaar te zijn weggebleven uit de kroeg, pro- beert Nick het imitator-leventje weer geleidelijk op te pikken. Samen met broer Bryan, die even- eens hard aan de weg timmert als volkszanger, kruipt hij weer wekelijks in de rol van Jan Smit. Maar ook zijn eigen muziek speelt nu een grotere rol. ‘Vroeger nam ik mijn broer mee naar optre- dens om zijn carrière een kickstart te geven, nu helpt hij mij om weer aan shows te komen. De helft van mijn show bestaat nu uit niet-Jan Smit- nummers. Van mezelf, maar ook van andere artiesten. Ik wil weer veel toeren, optreden en lekker bezig zijn met muziek. Ik heb er weer zin in.’