Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Gendoping: bouwstenen van bedrog

Een nieuwe test wijst uit hoe vaak gendoping wordt toegepast. “Als je kijkt hoe relatief eenvoudig gendoping is toe te passen, kun je je afvragen waarom iemand het niet zou doen”, stelt hoogleraar Hidde Haisma, mede-bedenker van de test.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Dopingbestrijders houden er een belangrijk gezegde op na: zodra je één deur dicht doet, gaat er een andere open. Met andere woorden: wanneer een verboden middel opgespoord kan worden, zoeken sporters hun toevlucht tot iets nieuws. Tot ze ook daarmee door de mand kunnen vallen en het hele verhaal opnieuw begint. Zo leidde de Epo-test tot een vlucht naar bloeddoping en zorgde het bloedpaspoort ervoor dat sporters overgingen tot microdosering, om schommelingen in bloedwaardes binnen de perken te houden. Een deur die echter al jaren wagenwijd openstaat is het gebruik van genetische doping/gendoping. De officiële definitie ervan luidt: ‘Het niet-therapeutisch gebruik van cellen, genen, genetische bouwstenen, waardoor de sportprestatie verbeterd kan worden.’ Het meest gebruikte voorbeeld is het inbrengen van een gen dat de extra aanmaak van EPO stimuleert. Deze sporter kan dan meer rode bloedlichaampjes aanmaken, zodat hij meer zuurstof in het bloed opnemen en vervoeren. 

De oorsprong

Tot zover de theorie. Hoe gaat het er in de praktijk aan toe? Zijn er al berichten van sporters die hun prestaties met succes genetisch hebben opgekrikt? Zonder waterdichte test is die vraag onmogelijk met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden. Sterke vermoedens zijn er wel. Al jaren. Hidde Haisma, Hoogleraar Farmaceutische Genmodulatie bij de Rijksuniversiteit van Groningen, schreef al in de jaren ’90 een rapport over de risico’s van gendoping en verwierf daarmee een plek in de Expert Group van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA). “We vergaderen elk jaar en houden de ontwikkelingen rond gendoping nauwlettend in de gaten”, vertelt hij. In 2002 organiseerde datzelfde WADA in New York een speciale conferentie over het onderwerp. Genetica is in die jaren volop in het nieuws nadat wetenschappers in 2001 alle circa 30.000 genen van het menselijk lichaam in kaart wisten te brengen. Die prestatie zorgde voor een schat aan nieuwe toepassingen, waaronder enkele minder ethische (lees: verboden).

Directe aanleiding voor de WADA-conferentie vormden de onheilspellende berichten uit de sportwereld. "Wetenschappers kregen vragen van coaches en trainers over prestatiebevordering door middel van gentherapie”, schreef toenmalig WADA-directeur Dick Pound in het eigen magazine Play True uit 2005. “Daardoor kwam het besef hoe ver sommige atleten wilden gaan om de beste te worden" De conferentie bleek een ware eye opener en nog geen jaar later stond gendoping op de lijst met verboden middelen. Pound is in het magazine duidelijk over de koers van zijn organisatie: “Zo gevaarlijk en fout als traditionele doping is, zo moeilijk is het voor te stellen welke gevolgen het veranderen van iemands genetische samenstelling heeft, puur om een betere sporter te worden. Op dit gladde ijs moeten we ons nooit willen begeven.” In het magazine vertelt de Canadees verder hoe wetenschappers hard aan een test werken. Ook roept hij landen op streng te controleren op de handel in genetisch materiaal. Want, zo stelt hij, ‘voorkomen is beter dan genezen’. "Onze wetenschappers geloven niet dat gendoping al een realiteit is, maar dat kan in de komende jaren veranderen."

Gendoping  

De toepassing

Waar je bij de aanschaf van groeihormonen aan achterkamertjes van sportscholen denkt en bij Epo aan de vitrines van Spaanse apotheken, lijkt de wereld van gendoping op het eerste gezicht vooral voorbestemd voor wetenschappers en medisch specialisten. Mensen die vanuit hun beroep toegang hebben tot dit soort hoogwaardige producten. Maar niets blijkt minder waar. Gewoon een kwestie van Googlen, tipt hoogleraar Haisma ons.

En jawel, een eenvoudige zoektocht online levert al snel een aantal websites op die genetische Epo verkopen. Op het eerste gezicht vooral bedrijven die zich bezighouden met klonen. Bestellen blijkt net zo eenvoudig als het kopen van een nieuw paar schoenen bij Zalando. Maak een account aan, selecteer de producten van je keuze, voer je creditcardgegevens in en voilà, je pakketje gendoping is onderweg. De opmerking ‘For research use only’ kun je voor het gemak negeren. Enkele websites geven je handige bewaaradviezen mee: ‘Tot zes maanden houdbaar bij -80 graden, twee maanden bij -20 en een week bij vier graden.’ De kosten lopen uiteen van €70,- per microgram tot enkele honderden euro’s. Eén webshop strooit zelfs met kortingen alsof de Hamsterweken in volle gang zijn. De oproep van Pound om de handel in genetisch materiaal aan banden te leggen, bleek dus duidelijk aan dovemans oren gericht. “Er is geen enkele wetgeving die DNA-verkoop verbiedt”, bevestigt Haisma. 

De gevaren

Het Epo-gen toedienen werkt hetzelfde als een vaccinatie: gewoon met een spuit in een spier van je bil of bovenarm. Het ingespoten DNA komt in je terecht spiercellen, die het vervolgens aflezen en Epo zullen aanmaken. “Als je kijkt hoe relatief eenvoudig je gendoping kunt toepassen, kun je je afvragen waarom iemand het niet zou doen”, merkt Haisma op. “Aan de andere kant is genetische manipulatie voor mensen misschien wel een brug te ver. Er kleven toch behoorlijke risico’s aan.” 

Het grootste gevaar bij Epo-gendoping schuilt in overdosering. “Na het inspuiten van een Epo-gen duurt het een aantal dagen voordat de productie op gang komt. De gewone Epo is in een paar dagen weg, maar het gen blijft weken of maanden werken. En als het eenmaal in je lichaam zit, krijg je het er niet meer uit. Wanneer je niet goed op de hoogte bent van de werking, kan het zijn dat je direct te veel inspuit. Te veel Epo zorgt voor te veel rode bloedcellen en waardoor klontering kan optreden. Daardoor neemt de kans op een hersen-/ of hartinfarct toe.” 

Gendoping online kopen is erg eenvoudig  

De test

Sinds dit jaar bestaat er eindelijk een test om Epo-gendoping op te sporen. Hij werd mede ontwikkeld door Haisma. “De test is vooral gericht op Epo-gendoping”, legt hij uit. “In onze eigen chromosomen zit het Epo-gen, waarmee je lichaam rode bloedcellen aanmaakt. Dat gen is echter heel groot want het bevat ‘junk-DNA’, zoals we dat noemen. Veel te groot om als doping toe te dienen. Door dit junk-DNA te verwijderen maak je het gen tien tot honderd keer kleiner waardoor het wél als doping te gebruiken is. De huidige test herkent dat verkleinde, van buitenaf ingebrachte gen.” De revolutionaire test wordt mogelijk komend jaar al ingevoerd en zal waarschijnlijk ook gebruikt worden om bloedmonsters uit Rio opnieuw te controleren. 

Is de openstaande deur daarmee voorgoed dicht? Ja, maar op slot zit hij nog niet. De testmethode is namelijk nog niet waterdicht, stelt Haisma. “Je kunt een stukje junk-DNA toevoegen zodat de test denkt dat het gevonden gen geen doping is.” Om dat lek te dichten kreeg Haisma’s onderzoeksteam onlangs een subsidie voor vervolgonderzoek. “Dat moet leiden tot een vernieuwde test die het Epo-gen van de sporter vergelijkt met het gevonden gen in zijn bloed. Er lekt namelijk altijd DNA van de doping uit naar het bloed.”

De toekomst

Voordat de eerste test wordt uitgevoerd, moeten de verschillende anti-dopinglaboratoria er nog mee leren werken. Bestaande testen zijn namelijk gericht op de oude manier van doping: het misbruik van geneesmiddelen. Daardoor is er nog maar weinig ervaring opgedaan met het opsporen van genetische doping. “De test voor Epo-gendoping zal de basis vormen waarmee we soortgelijke testen voor, bijvoorbeeld, gendoping met groeihormonen kunnen ontwikkelen.” 

Naar de eerste testresultaten is hij uiteraard erg benieuwd. “Aan de ene kant hoop je dat er dankzij deze test sporters betrapt worden, maar als iedereen negatief blijkt te zijn is dat juist ook positief. Ik heb er dus een dubbel gevoel bij.” 

Van Epo-gen naar Epo-plant?

Nu de deur naar gendoping steeds dichter wordt getimmerd, kijkt Haisma met zijn team voorzichtig vooruit naar de volgende stap in dopinggebruik. Eén van de nieuwe middelen waar hij zich zorgen over maakt is ‘plantaardige doping’. Dat leest u goed: doping uit planten. “Geneesmiddelen worden in dieren en kweekflessen geproduceerd, maar tegenwoordig ook steeds vaker in planten. Een middel als insuline, bijvoorbeeld. Deze planten worden vervolgens geoogst om daar het geneesmiddel uit te halen, maar je kunt ze natuurlijk ook op een andere manier gebruiken: door ze op te eten. Op die manier kan een sporter ook Epo tot zich nemen. Binnenkort vergaderen we over de vraag in hoeverre je deze planten als doping kunt gebruiken.”