Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Sophie de Boer: "Geef mij maar modder"

Sophie de Boer (26) won vorig jaar het eindklassement van de Wereldbeker, maar daarmee is haar honger naar succes nog lang niet gestild. Sophie: “Een lange erelijst is de allerbeste pr.” Op naar de wereldtitel in Valkenburg!

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Dat er op Sophie de Boer een goeie kop zit, dat heeft presentator Wilfred Genee aan den lijve ondervonden. Toen Sophie afgelopen zomer in Tour du Jour het vrouwenveldrijden en daarmee ook zichzelf in de etalage mocht zetten, kwam er geen zinnig woord uit de presentator. Wat een beetje foundation al niet kan doen, zal Sophie zometeen tegen ons zeggen.

We zitten op het terras van een hotel in Amsterdam, op loopafstand van Sophie’s huis. In deze betonnen jungle, een plek die niet verder af lijkt te staan van de modder in het veld, legt ze met uiterste precisie de pijnpunten bloot die bestaan tussen mannen en vrouwen in het veldrijden, fileert ze het seksisme in de sport tot op het bot en dat alles met een glimlach die dodelijk effectief is.

We beginnen maar eens met een tintelende vraag.

Hoe voelt dat, -110 graden in je bikini?

(lacht) “Koud vooral!”

Je zette een foto van jezelf op Instagram waarop je zonder al te veel kleren, maar met muts op je hoofd in een of andere diepvries stond. Wat doe je jezelf aan?

“Het is niet zo koud als dat je zou denken, hoor. Gewoon drie minuutjes. Maar op een gegeven moment wilde ik er wel uit. Best grappig wel, met handschoenen en sokken aan. Ik zou het best vaker willen doen.”

Wat deed je precies?

“Cryotherapie heet het. Het is, zo zeggen ze dat dan, een soort reset van je lichaam. Ik heb het ervaren als totaal ontspannend. Ik merkte dat er heel veel stress vrijkwam, dat ik ’s avonds heel moe was en dat ik als een blok in slaap viel. En dat van maar drie minuten.”

Door die kou ben je wel goed voorbereid op de winter.

(lacht) “Zeker! Ik stap straks zo in mijn bikini op de fiets!”

Alleen al die foto op Instagram heeft je waarschijnlijk een hoop nieuwe fans opgeleverd.

“Nou, die fans heb ik vooral aan Tour du Jour te danken. Daar moest ik op mijn fiets voorrijden en dan stelde Wilfred Genee mij een paar vragen. Eerlijk gezegd had ik het programma nog niet zo vaak gezien. Ik reed dit jaar tijdens de Tour de France de Lotto Thüringen Ladies Tour in Duitsland, dus ik volgde het niet zo. Na ‘Thüringen’ werd ik door de redactie gebeld. Of ik dus in dat fietsstukje wilde zitten. Ik kende het programma nét goed genoeg om te denken: dan zit ik in dat kneuzen-item…”

Kneuzen-item?

(lacht) “Nou, dat was het toch? Die ochtend aan de telefoon stelde de redactie me al een paar vragen, ter voorbereiding. Dat waren allemaal vragen over wielrennen op de weg en over de Tour de France voor vrouwen die niet of nauwelijks betrekking hadden op het veldrijden. Ik kreeg niet bepaald het idee dat ze op de hoogte waren van het feit dat ik vooral veldrijdster ben. Dus toen ik naar de uitzending in Breda reed, dacht ik wel bij mezelf: ik wil hier niet voor schut staan.”

Vond je het beledigend?

“Dat niet, maar het is gewoon… (denkt even na) De standaardvraag die ik altijd krijg is: wat vind je ervan dat Marianne Vos de sport domineert? Dan moet ik altijd al twee keer zuchten. Dat is niet vanwege Marianne, maar dat is omdat het vrouwenwielrennen en -veldrijden tegenwoordig zoveel groter is dan alleen één iemand. Niet alleen in Nederland, maar zeker ook internationaal. Er zijn zoveel meer dames opgestaan die het ontzettend goed doen. Als iemand mij dan zo’n vraag stelt, dan denk ik: wanneer is de laatste keer geweest dat je überhaupt naar het vrouwenwielrennen hebt gekeken? Ik vind het moeilijk om zo’n vraag te antwoorden.”

Waarom?

“Omdat ik dan wéér moet uitleggen dat het vrouwenwielrennen groter is dan dat zo iemand denkt. Dat de sport nu emancipeert, gebeurt niet zomaar. Daar gaan jaren van hard werken aan vooraf. Dat zie je ook in het veldrijden. We hebben op dit moment iemand als Helen Wyman die zich ontzettend inzet voor de sport, alleen al op het gebied van prijzengeld en het rechttrekken daarvan. Maar de sport zelf wordt ook aantrekkelijker gemaakt voor de rijdsters. Zo word je niet meer meteen bij de elite dames gegooid als je net begint met fietsen. Toen ik begon - ik was 18 – moest ik meteen tegen Daphny van den Brand, Hanka Kupfernagel en Marianne Vos rijden. In die tijd was de basis in het vrouwenveldrijden veel smaller dan nu. Als je goed was, dan kwam je altijd wel bovendrijven. Dan kon je op jonge leeftijd ook nog wel goede resultaten behalen. Maar nu de sport breder is, duurt het veel langer om de absolute wereldtop te bereiken. Dan is het supermotiverend als er nog een categorie tussen de junioren en de elite dames zit. Dat wordt met een U23-wereldkampioenschap nu allemaal gerealiseerd.”

Zijn vrouwen achtergesteld ten opzichte van mannen?

“Tuurlijk. In de vrouwentop zal het nooit zo goed geregeld zijn als in de mannentop. Ik sta nu derde of vierde op de wereldranking. Als ik een man was geweest, dan had ik veel meer verdiend dan nu. Datzelfde geldt voor het winnen van de Wereldbeker. Die won ik dus vorig seizoen, maar ik heb echt niet zoveel verdiend als Wout van Aert die bij de mannen won. Volgens mij won hij 30.000 euro en ik 20.000 euro. Dat is toch eenderde verschil. Maar het is meer dan alleen geld. Het gaat ook om aandacht voor de sport, en hoe serieus het wordt genomen. Als je dan kijkt naar zo’n programma als Tour du Jour, dan word je als vrouw toch nog in een bepaald hoekje gezet.”

Het zogenaamde Puck Moonen-hoekje.

“Precies. Dat gebeurt een man nou nooit. Neem iemand als Cristiano Ronaldo. Menigeen vindt dat een mooie vent. Van hem wordt dan gezegd: ‘Dat is een topvoetballer en hij ziet er ook nog eens goed uit.’ Bij vrouwen is het andersom. Dan zeggen mensen: ‘Dat is een leuke chick en ze kan nog sporten ook!’ Het uiterlijk van een vrouw blijkt nog steeds veel belangrijker te zijn dan haar prestaties.”

Dat was in het geval van Wilfred Genee ook zo. Toen jij kwam aanfietsen zei hij: “Puck Moonen is uitgeroepen tot Mooiste Sportvrouw van Nederland, maar ik vind Sophie de Boer veel mooier!”

“Ik dacht meteen: maar ik fiets ook!”

Bijzaak!

(zucht en lacht tegelijk) “Je stopt heel wat jaren in je fietsprestaties, dan mag je een keer op tv komen en dan wordt er amper over die prestaties gesproken. Nee, je gaat met een beetje foundation op je gezicht voor de camera staan en hup, meteen tienduizend nieuwe volgers erbij op Instagram. Daar kun je wel een heel punt van maken, maar zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.”

We leven in een seksistische wereld?

“Zo is het natuurlijk wel een beetje. Als je gaat solliciteren en je ziet er goed uit, dan is de kans ook groot dat je wordt aangenomen.”

Merk je ook iets van seksisme tijdens een cross?

“Niet zoals Puck Moonen die tijdens La Course de ene na de andere opmerking naar haar hoofd geslingerd kreeg. Ze reed met haar shirtje open ja, maar dan blijven opmerkingen over haar uiterlijk nog steeds ongepast.”

Gebeurt jou dat nou nooit?

(lacht) “Ik heb geen cup dubbel-D zoals Puck!”

Wat voor een type renster ben jij?

“Geef mij maar modder. Ik hou daar echt van, van de langzamere, zwaardere omlopen. Mijn techniek is gewoon beter als de snelheid wat lager is. Bochten aansnijden, het aanzetten, beenritme: dat is bij mij allemaal iets beter als er meer kracht bij komt kijken.”

Je zult het vast niet als werk zien, maar…

“Oh, ik zie het echt wel als werk, hoor. Tuurlijk. Aan het begin van het jaar, als de belangrijke koersen zijn, dan voelt het als een hobby. Maar daarna, buiten koers, heb ik niet altijd evenveel zin om op mijn fiets te zitten. Dan is het echt werk. Maar dat vind ik niet negatief, hoor.”

Want?

“Omdat het werk ís. Ik heb een profcontract. Daar moet ik hard voor werken. Kijk, je hebt twee type sporters. Aan de ene kant heb je atleten die al hun hele leven alles winnen en er ogenschijnlijk weinig voor hoeven te doen, aan de andere kant staan de sporters die jarenlang naar één bepaald doel toeleven, dat proberen te halen en blij zijn met die ene overwinning. Ik hang daar ergens tussenin.” 

Vorig jaar won je Wereldbeker. Wat doe je eraan om straks wereldkampioen in Valkenburg te worden?

“Heel saai misschien, maar het komt neer op rust, regelmaat, hard trainen en goed eten. Gewoon goed voor je sport leven.”

Maar kun je er ook ván leven?

“Zeker. Maar niet iedereen heeft die luxe. Er zijn een hoop dames die naast het fietsen ook ander werk hebben. De tendens was: juist de dames die er nog iets naast deden werden tijdens tv-uitzendingen ontzettend de hemel in geprezen, niet de profs die net zo hard moeten werken om resultaten te behalen. Begrijp me niet verkeerd: het is natuurlijk ook bewonderenswaardig dat je mee kunt draaien in de top van het veldrijden als je niet fulltime met je sport bezig kunt zijn. Maar wat je vervolgens kreeg was dat mensen een onderscheid maakten tussen luxepaarden en werkpaarden. Dat het éxtra knap was als je, als werkpaard, het podium haalde.”

Waarmee je dus eigenlijk zegt: de prestaties van de profs worden gebagatelliseerd?

“Nogal. Weet je, je hebt altijd een keuze. Die heeft een prof ook gemaakt. Ik heb het fietsen met mijn studie gecombineerd. Maar na het behalen van mijn bachelor (Sophie studeerde Communicatie en Informatiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, red.) heb ik besloten om dat niet meer te doen. Dat trok ik niet meer. Ik heb met mezelf afgesproken: het wordt dit óf dat. Dus toen ben ik vol voor mijn sport gegaan. Ik had ook geen inkomen, hè. Een paar honderd euro per maand, daar moest ik van rondkomen. Op een gegeven moment denk je: hoe, in vredesnaam, ga je een sport beoefenen als je maar een paar honderd euro per maand hebt? Dat dekt bij lange na niet de kosten dat het met zich meebrengt, laat staan dat je ervan kunt leven. Ik was ontzettend afhankelijk van mijn ouders, alleen al op het gebied van mobiliteit. Maar waar een wil is, is uiteindelijk ook een weg. Het is gewoon niet fair om dames die een profcontract hebben als luxepaarden weg te zetten. Die hebben allemaal ontzettend veel geïnvesteerd om daar te komen. Allemaal.”

Ziet je het als jouw taak om het veldrijden, zeker het vrouwenveldrijden, te promoten?

“Een taak, een taak… ik vind het vooral leuk om te doen. En des te meer je wint, des te meer aandacht er komt. Wat dat betreft is een lange erelijst de allerbeste pr. Maar daar heb je natuurlijk ook allerlei gradaties in.”

Zoals?

“Nou, hockeyster Ellen Hoog en Dafne Schippers, die brengen een kookboek uit. Die tillen pr naar een heel ander niveau.”

Jij gaat liever in een diepvries zitten.

(lacht) “Niet zitten, hoor: staan!”

Bio Sophie de Boer

Geboren: 12 december 1990 (Drachten)

Ploegen (veld):

ZZPR-Destil (2010)

Young Telenet Fidea Cycling Team (2011-2013)

Crélan-KDL / Kalas-NNOF (2014-2016)

Breepark (2017-heden)

Ploegen (weg):

Merida (2010)

Parkhotel Valkenburg (2014-heden)

Belangrijkste overwinningen:

Wereldbeker (eindklassement, 2016-2017)

GP Adrie van der Poel (2016)

Aardbeiencross Hoogstraten (2017)