![https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png](https://thumbor.pijper.io/G41pJntgUxtda8oDVap0TsBorb8=/728x410/center/middle/filters:format(webp)/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fcore%2Fpanorama-fallback1.png)
Een houdverbod is nu al mogelijk, maar alleen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Bij overtreding daarvan moet de dader weliswaar zijn volledige straf ondergaan, maar vervalt het houdverbod. In de praktijk kan dit betekenen dat een veroordeelde na het uitzitten van zijn straf opnieuw dieren gaat houden met alle gevolgen van dien. Met het nieuwe wetsvoorstel wordt dit voorkomen.
De officier van justitie kan volgens het voorstel ook een gedragsaanwijzing opleggen aan verdachten, om ervoor te zorgen dat zij in elk geval tot aan de behandeling van hun rechtszaak geen dieren houden.
Het voorstel van Grapperhaus en Schouten gaat ook in op bijtincidenten met honden. Om die tegen te gaan wordt niet alleen het ophitsen van een dier tegen een ander dier als misdrijf strafbaar gesteld, maar ook het onvoldoende terughouden van een dier dat aanvalt. Dit is een uitbreiding van de huidige wet.