Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Eén handdruk verwijderd van de onderwereld

Lees hier de nieuwste column van Jens Olde Kalter

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Vorige week was ik te gast bij BNR Radio om te praten over het verschijnsel ondermijning. Aanleiding was het debat dat daarover in de Tweede Kamer zou plaatsvinden die dag. Maar dit fenomeen is heus niet nieuw, schoot het door mijn hoofd en ik moest daarbij aan mijn moeder en vader denken. Pa was vroeger ook journalist en had door zijn werk bij De Telegraaf toenmalig korpschef Eric Nordholt leren kennen. Op een feestje raakte mijn moeder met de politietopman in gesprek, waarbij het op een zeker moment over de vermenging van onder- en bovenwereld ging en de steeds dunner wordende scheidslijn daartussen. “Die meneer daar,” wees Nordholt naar een willekeurige andere genodigde, “kan hier een heel nette vent lijken, maar zich ondertussen met lieden inlaten bij wie je hem niet direct zou verwachten.” Op de vraag hoe zoiets dan werkt en waarom ‘die keurige meneer’ zich ‘met dat soort lieden’ in zou laten, antwoordde de politieman dat er meerdere scenario’s mogelijk waren. Wat indruk op mijn moeder maakte was Nordholts stelling dat je nooit weet hoeveel handdrukken de onderwereld van je verwijderd is. Misschien slechts eentje. Dat zoonlief ongeveer in dezelfde periode haast iedere dag met wat ‘vrije ondernemers’ op de mat van de kickboksschool stond, was ze even vergeten, of wilde ze vermoedelijk liever niet weten. Maar op zo’n sportschool verwachtte je zoiets wel, in tegenstelling tot een keurige borrel, waar iedereen weet ‘hoe het heeuurrrtt’. Nordholt had het destijds over wat we tegenwoordig ‘ondermijning’ noemen: de vervaging van de grens tussen onder- en bovenwereld, tussen ‘goed en kwaad’, met aantasting van de rechtsorde als gevolg. Misdaad is namelijk makkelijker te bestrijden als je het simpel aan kunt wijzen. Zoals bij een inbreker, of een woningovervaller. Een tijd na dat feest zat ik met mijn vader in de Amsterdamse Spuistraat te lunchen. ”Heb jij weleens gehoord van een meneer Jan-Dirk Paarlberg?” vroeg hij, vermoedelijk hopend dat mijn haast dagelijkse aanwezigheid in sportschoolkleedkamers, bij kickboksgala’s en/of werken in de ‘juiste’ cafés hem wat meer over deze kennelijk omstreden figuur kon vertellen. Een puissant rijke zakenman met hoge politieke contacten, maar van wie werd gefluisterd dat hij ook aan Willem Holleeder was gelieerd. En die man stond op het punt een substantieel belang in De Telegraaf te verwerven. “En misschien moeten we dat maar niet willen,” bromde die ouwe.

Nu weten we allemaal wie Paarlberg is en dat het maar goed is dat hij nooit iets over De Telegraaf te zeggen kreeg. De media moeten tenslotte vrijuit over de Paarlbergs en de Holleeders kunnen schrijven. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Van wethouders, raadsleden of burgemeesters moeten we op aankunnen, in die zin dat ze het beste met ons als burgers voorhebben en daar zuiver naar handelen. En niet naar de pijpen dansen van criminelen die hen met een zak geld, dwang of allebei in die positie hebben gemanoeuvreerd. Dat geldt net zo goed voor de directeur van een bedrijf dat toegang heeft tot bepaalde platformen op Schiphol of de haven van Rotterdam. Dat toegang heeft het om de bedrijvigheid op die platforms ten dienste te staan, niet om een groep gangsters (al dan niet gedwongen) te faciliteren die er efficiënt hun witgoed uit willen halen. Onzichtbare, sluimerende criminele invlechting in economie, politiek en maatschappij door lieden van wie er een aantal ondertussen zo machtig is dat ze het zich kunnen permitteren om journalisten en burgemeesters te laten onderduiken, redacties van (misdaad)media met raketten te bestoken en gemeentehuizen tot een Fort Knox te transformeren. Kom ik daarmee toch weer terug bij mijn vader. Ergens eind jaren tachtig of begin jaren negentig was hij op bezoek bij de collega’s van het Duitse blad Bild Zeitung. Hij was vooral onder de indruk van het niveau van beveiliging dat die krant kende. Je kwam er niet binnen zonder strenge controle van je identiteit en van het doel van je bezoek, waarna je nog een kogel- en bomvrije veiligheidssluis moest passeren. “Dat kennen we bij ons gelukkig niet,” zei hij. “Maar het zou me niet verbazen als we ook in ons land die kant op gaan.” Mijn vader is er al ruim tien jaar niet meer. Maar breng voor de gein eens een bezoek aan De Telegraaf. Gezelliger is het er daar bij de ingang niet op geworden.