Ik heb het onderwerp lange tijd vermeden, maar inmiddels is er geen ontkomen meer aan: Duits voetbal. Elke maandagmorgen wanneer ik mijn favoriete voetbalwebsites raadpleeg om mij te laten bijpraten over het voorbije voetbalweekend is het weer prijs. Wout Weghorst weer belangrijk voor winnend Wolfsburg. ‘Paardenlong’ Davy Klaassen loodst Werder Bremen naar zege. Karim Rekik voelt zich als herboren bij Hertha BSC. Jeffrey Bruma en de Bundesliga: een gelukkig huwelijk. Volgens mijn rekenwerk staan er dit seizoen maar liefst veertien landgenoten onder contract bij een club uit de Bundesliga. Of dat meer is dan ooit durf ik niet te zeggen, maar het is in elk geval meer dan ik mij kan herinneren. Als voetbal inderdaad oorlog is, een uitspraak waarmee je moet uitkijken in Duitsland, dan zou je het gerust een invasie mogen noemen. En dan laat ik Peter Bosz nog buiten beschouwing, die van het dwalende Bayer Leverkusen in kein Zeit een geoliede voetbalmachine aan het maken is. En net als Bosz gedijen ook de meeste andere leden van dat Hollandse bezettingsleger opvallend goed bij de oosterburen. In sommige gevallen is dat nauwelijks een verrassing. Weghorst mag dan op papier een Nederlander zijn, als voetballer is hij, met al zijn verongelijkte gebaren, altijd een volbloed Duitser geweest.
Anders is dat bij mannen als Klaassen, Bruma en Rekik. Stuk voor stuk spelers die nog niet zo lang geleden als Oranje-klanten werden beschouwd, maar die in het tijdperk-Koeman op een zijspoor belandden. Klaassen verpieterde bij Everton (waar hij nota bene op advies van Koeman naartoe ging), Rekik blonk bij Olympique Marseille vooral op de tribune uit en Bruma zat na zijn vertrek bij PSV een heel seizoen in de lappenmand. Dit seizoen worden ze door hun trainers elke week als eerste ingevuld op het wedstrijdformulier. En door de Duitse fans op handen gedragen. In een van de sterkste competities ter wereld. De Bundesliga als tweede kans voor afgeschreven internationals: ik zie kansen voor Kevin Strootman en Vincent Janssen. En luxeproblemen voor Ronald Koeman. Zijn nieuwe Oranje heeft inmiddels redelijk vaste vormen aangenomen, maar wat denk jij: kan hij straks nog om onze Duitsers heen?
Natuurlijk kan hij dat. Zijn Bruma en Rekik beter dan Matthijs de Ligt en Virgil van Dijk? Is Klaassen beter dan Georginio Wijnaldum? Doei. En er loopt ook geen Frenkie de Jong of een Memphis Depay van ‘ons’ rond in Duitsland. De enige meerwaarde voor Oranje uit de Bundesliga is zonder enige twijfel, inderdaad, Weghorst, totdat hij over zijn veel te grote voeten struikelt, een kruisband scheurt en een halfjaar moet toekijken. Dat wens ik hem overigens niet toe, maar ik sluit het niet uit. De Bundesliga is al jaren met afstand de competitie waar het leukste voetbal wordt gespeeld – ik kom er al 25 jaar – maar de beste spelers spelen toch echt in Spanje, Engeland en Italië. Dat is precies de reden waarom Strootman en Janssen daar ook niet aan spelen toekwamen. En wat te denken van spelers als Justin Kluivert en Rick Karsdorp, ook al is die laatste voor de zoveelste keer geblesseerd? Die mogen op de trainingen ook alleen maar de pionnen op de juiste plek neerzetten.
Voor Duitsland geldt trouwens hetzelfde als voor elk ander groot voetballand: voetbal kijken op een niveau lager is veel leuker dan in die hypermoderne stadions langs de snelweg. Ik stond ooit in mijn eentje bij 1. FC Union Berlin, de tweede club van Berlijn, die op het tweede niveau uitkomt. Op het metrostation waar ik uitstapte, zo diep in Oost-Berlijn dat ik de Poolse grens kon ruiken, stonden de bierkratten tot aan het plafond opgestapeld; op de tribune, door de supporters zelf gebouwd, stond ik naast twee travestieten, Batman en iemand met een blond Jürgen Klinsmann-matje uit de jaren tachtig. Toen ik na drie idiote uren bij en in het stadion weer terug naar het metrostation liep, waren alle kratten weg. Beter gezegd: leeggezopen. Daklozen verzamelden met winkelwagentjes de lege flessen en konden van het statiegeld ergens riant de nacht doorbrengen. Sterker nog: ik hoorde van een dakloze kerel dat hij elke twee weken reikhalzend uitkeek naar een thuiswedstrijd van Union, want dan sliep hij die avond in een hotel en kon hij douchen. Ik zeg niet dat dat nergens anders kan, maar de kans dat het gebeurt is het grootst in Duitsland. Mooi voetbal, mooie mensen, mooi land.