Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Jeroen Elshoff: ‘Ineens was ik de boodschapper van het slechte nieuws’

Het EK voetbal, komende zomer in twaalf steden waaronder Amsterdam, wordt niet alleen bijzonder voor de internationals van Oranje, maar ook voor Jeroen Elshoff.

Jeroen Elshoff: ‘Ineens was ik de boodschapper van het slechte nieuws’

Weleens gedacht: was ik maar in Amerika geboren?

“Oh, zeker. Het is niet voor niets dat ik er weleens aan heb gedacht om daar een baan te zoeken.”

Wat maakt dat land dan zo interessant voor jou?

“De hele sportcultuur. Hoe Amerikanen de sport beleven is geweldig. En dan groeide ik ook nog eens op met een icoon als Michael Jordan, de absolute ster van Chicago Bulls. Dan ben je natuurlijk voorgoed verkocht. Ik tenminste wel. Geen idee of mijn ouders het doorhadden, maar dat was dus de reden dat ik vaak met kleine oogjes in de klas zat. Omdat ik op mijn kamer weer stiekem tot diep in de nacht naar de NBA had gekeken.”

Had je daar kunnen aarden als commentator?

“Niet bij een zender als FOX of ESPN. Ik spreek weliswaar vrij goed Engels, maar om bij zo’n grote zender aan de slag te gaan, moet je die taal echt tot in de perfectie beheersen. Bij de kleinere zenders had het, denk ik, wel gekund. Sterker nog, ik ben weleens benaderd door een van die nieuwe voetbalclubs. Of ik interesse had om voor hun club-tv te werken. Maar ja, toen was ik net bezig bij de NOS. En dat was natuurlijk ook mijn droom.”

Je wilde geen profvoetballer worden?

“Jawel, maar óók commentator. Zo deed ik vroeger al verslag toen ik met mijn vriendjes aan het voetballen was op een trapveldje. Dus toen duidelijk werd dat ik het als voetballer niet zou halen, ben ik overgestapt naar het commentaar. Waarbij het omslagpunt 1988 was, het jaar dat Oranje in West-Duitsland Europees kampioen werd. Jack van Gelder gaf toen een boekje uit met daarbij een cassettebandje waarop zijn radioverslagen te horen waren. Nou, die heb ik helemaal grijsgedraaid.”

Inmiddels doe jij ook de duels van Oranje. Wat maakt jou zo sterk?

“Ik denk dat ik goed en direct kan vertalen wat ik zie. En zeker als het een spannende wedstrijd is waar veel gebeurt. Verder bereid ik me heel goed voor, zodat ik niet voor verrassingen kom te staan.”

Hoe ver gaat dat dan?

“Oh, ik zoek echt alles op. Er komt geen einde aan. Alleen, je moet als commentator wel heel goed oppassen dat je niet te veel van die informatie gebruikt. Want dan krijg je gedoe. De kijker wil in eerste instantie gewoon lekker voetbal kijken. Die moet je dan ook niet te veel in de weg zitten.”

Dat verwijt krijgt jouw collega Frank Snoeks nog weleens.

“Ja, Frank wordt tijdens zijn wedstrijden regelmatig op social media aangepakt, maar dat slaat natuurlijk nergens op. Als je ziet wat hij heeft betekend voor de Nederlandse sportmomenten, daar kun je alleen maar respect voor hebben. Maar dat is het met commentatoren: je houdt ervan of je houdt er niet van. Dat is niet alleen bij Frank zo, maar ook bij mij.”

Anders dan bij Snoeks valt het bij jou meestal de goede kant op.

“Jawel, maar wat je niet mag vergeten: mijn manier van commentaar geven is anders. Zo ben ik juist iemand die veel de bal volgt. De commentatoren die het voor hun kiezen krijgen, zijn dan vooral de collega’s die dat minder doen en juist verhalen vertellen. Persoonlijk houd ik daar wel van. Zo luister ik heel graag naar iemand als Sierd de Vos. Zoals ik het ook mooi vind om te horen hoe Frank Snoeks met woorden speelt. Kennelijk roept de ene stijl meer reacties op dan de andere. Daarom zeg ik ook altijd: laten we met z’n allen de reacties op Twitter vooral niet te serieus nemen.”

Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele interview met Jeroen Elshoff lezen? Bestel de nieuwe Panorama dan HIER, of lees het op Blendle.