Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Country zit niet op je hoofd

Een impact zoals die van Nikkie Tutorials zal het misschien niet hebben, maar minder moedig is het niet: na jaren angstvallig zwijgen beleefde onze verslaggever Jochem Davidse zijn coming-out als countryliefhebber.

Country zit niet op je hoofd

Op de parkeerplaats van de Brabanthallen in Den Bosch gebruiken een man en een vrouw hun kofferbak als verkleedkist. Beetje bij beetje zien zij hun spiegelbeelden – ze hebben godbetert een spiegel meegenomen – veranderen in types zoals die pak ’m beet 150 jaar geleden daadwerkelijk in het stoffige Wilde Westen zouden kunnen hebben rondgelopen. Het is precies het beeld, een verkleedpartijtje, dat ik niet hoopte te zien vandaag, bedenk ik terwijl ik mijn eigen cowboyhoed uit de treurige boodschappentas trek waar ik hem vanmorgen in heb gedaan teneinde er ongezien mee over straat te kunnen. Met slechts een lichte aarzeling plant ik het ding op mijn hoofd.

De Western Experience geldt al jaren als de grootste country en westernbeurs van Europa. Over het hele weekend krijgt de organisatie jaarlijks meer dan 10.000 mensen over de vloer die op een of andere manier iets met het thema hebben. Linedancers, paardenvolk, mensen met een fascinatie voor india... herstel: voor native americans, en natuurlijk liefhebbers van countrymuziek. Tot die laatste categorie reken ik mijzelf stiekem al jaren, maar mijn ervaring is dat de liefde voor country er niet eentje is die zich in het openbaar makkelijk laat belijden. Althans, niet in Nederland. De 25ste jubileum-editie van de Western Experience leek mij een uitgelezen mogelijkheid om voor eens en voor altijd uit de kast te komen.     

Jaren geleden kocht ik in The Boot Barn, een soort groothandel voor cowboys net buiten Las Vegas, een paar leren laarzen en een cowboyhoed. Omdat ik het mooi vond. En nog steeds vind. De laarzen draag ik wekelijks, maar de hoed (voor de liefhebbers: een handgemaakte Atwood Hereford Low Crown) nooit. Ik geloof dat ik hem nog één keer heb meegenomen op een vakantie naar Zuid-Frankrijk, maar sindsdien hangt mijn hoed mistroostig aan een stalen spijker in het trapgat. En goedbeschouwd is dat best gek, want ik vind de hoed mooi, hij zit lekker én hij staat me goed. Waarom draag ik hem dan niet?

Kuntrie

Minstens zolang als van countrymuziek hou ik van het werk van de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman, die behalve met een geweldig gevoel voor humor en stijl ook gezegend is met een gezonde dosis werklust. Ik heb inmiddels zeker vijftien boeken van hem in huis. Zonder al die boeken gelijk te moeten lezen valt aan zijn oeuvre één ding op. Tenminste, als je zijn boeken omdraait. Op de achterflap poseert de schrijver tot en met zijn roman Marie (uit 2013) telkens als een doorsnee kerel. Een doorsnee kerel die hooguit zijn warrige haren eens zou moeten temmen. Maar in 2015, wanneer het fantastische Hotel Rozenstok verschijnt, is die doorsnee kerel ineens in geen velden of wegen meer te bekennen. In plaats daarvan wordt de achterflap volledig gevuld door een foto waarop de schrijver een loeier van een cowboyhoed draagt. Met de inhoud van het boek heeft dat niets te maken; ook voor zijn daaropvolgende boeken liet Vekeman zich uitsluitend nog met cowboyhoed fotograferen. Sterker, hij vertoonde zich sindsdien nauwelijks nog in het openbaar zonder zijn hoed, die met niet te missen trots op zijn hoofd stond.

Zeggen dat de wereld, of zelfs maar de literaire wereld, geschokt was zou te ver gaan, maar moedig was het wel, zijn coming-out als countryliefhebber, want dat was het. Van alle muziekgenres heeft country in Nederland (waar de muziek beter bekend is onder de naam ‘kuntrie’) met afstand het meest stoffige, het meest lullige en het meest sneue imago. Zeg ergens dat je van country houdt en je wordt door geen enkele zelfverklaarde muziekliefhebber nog serieus genomen. Zelf verzuchtte de ongenaakbare Vekeman daar ooit over: “Het continue gevoel dat je je liefde voor countrymuziek moet verdedigen, nota bene somtijds tegen mensen die zelf schaamteloos dol zijn op hiphop, freejazz of Afrikaanse ketelmuziek...” 

Vaker dan hem lief was zou Vekeman in latere interviews nog moeten vertellen over zijn publiekelijke coming-out en over wat het allemaal te weeg had gebracht. Was hij daarvoor altijd ‘die toffe schrijver’ geweest, nu hij een hoed op had was hij ineens ‘die rare cowboy’. Werd hem eerst nog veelvuldig gevraagd wanneer zijn nieuwe boek verscheen, nu kon hij zich nergens nog vertonen zonder dat een humorloze grapjas hem vroeg ‘waar zijn paard stond’. 

Lees het in Panorama!

Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele artikel van Jochem Davidse over country lezen? Bestel Panorama dan HIER of koop 'm in de winkel.