Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Sporten zonder virusscanner

Elke week schrijven onze verslaggevers Micha Jacobs en Jochem Davidse een column wat hun opvalt in de sportwereld. Deze keer gaat het over het coronavirus.

Sporten zonder virusscanner

Micha

Dat coronavirus ruimt lekker op, hoorde ik laatst iemand gekscherend zeggen, maar als je naar de sportkalender kijkt valt daar geen speld tussen te krijgen. Ga maar na wat er al allemaal afgelast is en waarschijnlijk ook afgelast gaat worden: het WK indoor atletiek in Nanjing, de Formule E-race op het eiland Hainan, de Formule 1-grand prix in Sjanghai, alle voetbalwedstrijden in de Chinese competitie en volgens het laatste hardnekkige gerucht ook de Olympische Spelen aankomende zomer in Tokio. Dat is weliswaar geen China, maar een virus hou je nu eenmaal niet tegen aan de grens.

Ik mag het natuurlijk niet zeggen, maar mijn eerste gedachte was: kunnen die Chinezen nou helemaal niks? Ik bedoel: het is natuurlijk een waardeloos sportvolk en uitgerekend zij draaien de sport nu de nek om? Ik weet niet hoe het met jou zit, maar heb jij ooit gejuicht voor een Chinees? Kun jij überhaupt één Chinese wereldster opnoemen, in welke sport dan ook? In de hoop mezelf tegen te kunnen spreken, keek ik naar de medaillespiegel van de laatste Olympische Zomerspelen in Rio de Janeiro. Ik had helaas gelijk. China, de prutsers, eindigde als derde, met 26 keer goud, 18 keer zilver en 26 keer brons, een beschamende prestatie als je dat afzet tegen het aantal inwoners van het land. Wij denken altijd wel dat China zo’n grootmacht is, maar buiten pingpongen, turnen, vechten, schieten en een beetje zwemmen kunnen ze werkelijk niks. De enige mondiale sport waarin ze uitblinken is volleybal – jippie – waarin de dames, niet eens de heren, regerend olympisch kampioen zijn. Kunnen Chinezen voetballen, autoracen, wielrennen, tennissen en, behalve Yao Ming ooit, basketballen? Ze hebben alleen maar geld en ze zijn met veel, meer niet. Ze maken vooral de sport kapot door voetbalclubs op te kopen – hoi ADO Den Haag –, belchinezen langs het veld te zetten, middelmatige voetballers te lokken met een paar yuans, Europese voetbalwedstrijden op de meest onmogelijke tijden te laten beginnen zodat ook een paar Chinezen naar Watford-Crystal Palace kunnen kijken, omdat ze zelf zo weinig kunnen. Ik heb weinig met China als sportland. Het enige dat ons verbindt is die bak bami waarmee we op zondagavond voor de tv zitten, toch?

Jochem

Waar ik bij het coronavirus en de gevolgen ervan voor de mondiale topsport gelijk aan dacht was aan mijn ontmoeting met Atto Mensah van een paar jaar geleden in een biercafé in Amsterdam (ik verzin het niet: de voormalig bondscoach van Sierra Leone is gek op bockbier). Vroeger was Atto profvoetballer. Eerst in Afrika, daarna in Europa, waar zijn voetbaldroom nooit werkelijkheid werd en hij uiteindelijk met pijn in het hart zijn handtekening zette onder een contract bij een Afrikaans specialiteitenrestaurant in Mokum. Als chefkok.

Maar vergeten is hij in Afrika zeker niet, zo blijkt wanneer jaren later, in 2014, de minister van Sport van zijn thuisland ineens een dringend beroep op hem doet. Als gevolg van de ebola-uitbraak mag niets of niemand Sierra Leone nog uit, wat het spelen van de belangrijke uitwedstrijd tegen Kameroen, een kwalificatiewedstrijd voor de Afrika Cup van 2015, zo goed als onmogelijk maakt. Tenzij iemand erin slaagt om ergens voetballers vandaan te halen die wel de juiste nationaliteit hebben, maar minstens een half jaar niet in Sierra Leone zijn geweest.

Met een haastig bij elkaar geraapt zooitje, spelers die Atto met hulp van Google opspoort bij tweede, derde en vierde divisionisten in voornamelijk Engeland en Scandinavië, landt hij amper een maand later op het vliegveld van Yaoundé. Daar dringt pas tot hem door waaraan hij begonnen is. Door mannen in witte pakken worden ze vanuit het vliegtuig direct een bus in gedirigeerd die hen naar een aftands spookhotel brengt ver buiten de stad. Zodra de laatste Sierra Leoner over de drempel is, draait iemand de deur achter hem op slot. Ze zitten opgesloten. Vanuit het raam ziet Atto hoe, op veilige afstand, zwaar bewapende militairen patrouille lopen.

Kameroen is doodsbang voor Sierra Leone. Niet voor het elftal, wel voor het ebola-virus. Onterecht, zo vertelde Atto me met onmiskenbare pretogen. In zijn enige wedstrijd als trotse bondscoach hield zijn Sierra Leone het grote Kameroen van onder anderen Barcelona-speler Song op 1-1. “En we hadden hem eigenlijk moeten winnen!”

En dan zeg jij: wat heeft dit met China te maken? Weinig. Al lijkt mij die bak bami vanavond, bij wijze van steunbetuiging, het minste wat we kunnen doen.