Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Met Kim Holland in de kantine: altijd een hit

Elke week schrijven onze verslaggevers Jochem Davidse en Micha Jacobs een column over wat hun opvalt in de sportwereld. Deze week gaat het over carnaval en voetbal.

Met Kim Holland in de kantine: altijd een hit

Jochem

Als geboren Zeeuw heb ik, zoals je weet, helemaal niets met carnaval, maar toch liet ik mij vorig jaar rond deze tijd verleiden (ik waarschuw je: doe het niet!) om een link aan te klikken die mij genadeloos confronteerde met de carnavalshit van Willy en René van de Kerkhof, getiteld: Ik ben Willy en gij René (‘En samen zijn we altijd met z’n twee’). Ook de bijbehorende videoclip bood alles waar ik vooraf voor vreesde: de eeneiige – en vermoedelijk ook eencellige – PSV-tweeling ongemakkelijk van links naar rechts hupsend op een of andere voetbaltribune, omringd door een vrolijke blaaskapel die uitsluitend leek te bestaan uit muzikanten die de eerste auditieronde voor de Jostiband niet hadden overleefd. Het was tenenkrommend. En het allerergste: het refrein spookte nog dagenlang door mijn hoofd. En nu weer.

Het nummer van Willy en René past in een bedenkelijke traditie van voetballers en ex-voetballers die zich op een onbewaakt moment in hun leven een feestneus lieten aanmeten om vervolgens daarmee de hitlijsten te bestormen. René van der Gijp stond half jaren negentig zelfs vijf weken in de Top 40 met het door en door melige Geef me hoop Jomanda (met daarin het fijne staaltje tekstdichten: ‘Op een dag moest ik heel nodig poepen / Jomanda heeft mijn hoofd toen ingestraald / Ze keek me aan en zei: Joh Gijp, ik zie het al / Volgens mij heb jij Chinees gehaald!’). Johan Cruijff liet zich nog tijdens zijn actieve carrière door Peter Koelewijn een studio inlokken om samen met hem het kneuterige Oei, oei, oei (dat was me weer een loei) in te zingen en de voltallige selectie van FC Den Bosch fungeerde onlangs nog – net als hun voorgangers in 1975 – als achtergrondkoor bij de remake van Zak ’s lekker door, het klassieke lijflied van De Deurzakkers.

Moet allemaal kunnen natuurlijk, zolang de polonaise maar niet ten koste gaat van de punten. Zo legde NAC bijvoorbeeld vorig jaar een heus ‘carnavalsverbod’ op aan haar spelers. Voor clubs onder de rivieren het ultieme offer in de strijd tegen degradatie. Tevergeefs, zo bleek achteraf. Dit jaar bungelt behalve RKC ook jouw geliefde VVV gevaarlijk ver onderaan de ranglijst. Is in Venlo het woord ‘vastelaovond-verbod’ al gevallen?

Micha

Bel zelf even met Venlo, zou ik willen zeggen: ik ben er inmiddels al net zo lang weg als dat ik er heb gewoond. En ook al zat ik tegenover De Koel op school, at ik in de pauze weleens een frikandel met Tijani Babangida die onderaan de berg en tegenover de friettent woonde die op vrijdagen werd overspoeld door hongerige pubers zoals ik, en ook al had ik tot mijn 16de een seizoenkaart van VVV, omdat die maar vijf gulden kostte en daarmee goedkoper was dan een kaartje voor één wedstrijd (want dat kostte zes gulden, over Limburgse logica gesproken): van liefde tussen VVV en mij is nauwelijks nog sprake. Tussen mij en vastelaovend trouwens ook niet meer, al leek die een jaar of zeven toch weer even op te bloeien.

Ik was met Kim Holland, jou ongetwijfeld bekend, en een paar van haar wulpse Meiden op bezoek bij de Utrechtse voetbalclub RUC, destijds door volwassenzender Meiden van Holland uitgeroepen tot Heetste Team van Nederland. Hun slogan ‘RUC-en doe je niet alleen’ gaf uiteindelijk de doorslag. In de kantine was het feest. Waarschijnlijk stond de verwarming hoog, want voor ik het wist hadden alle dames hun kleren uitgetrokken en zaten ze bij de spelers op schoot. Volgens zijn teamgenoten stond de spits al een tijdje droog, maar dat was aan zijn scoringsdrift die avond niet te merken. Het was nogal een komisch gezicht, al moest het hoogtepunt nog komen. Kim, die overigens netjes haar kleren aanhield, maakte er namelijk een sport van om als een bezetene door die kantine te rennen met een dampende schaal vol bittergarnituur. Een lapdance is natuurlijk ook veel lekkerder met een bitterbal in je mond, dat wist zij als geen ander. Alleen had die spits zo zijn handen vol dat Kim, goed mens die ze is, aanbood om op een bitterbal te blazen en die vervolgens in zijn mond te stoppen.

Opeens wist ik het: dit is een carnavalshit. Blaas maar op mijn bitterbal, gezongen door de Panorama-redactie samen met Kim Holland, die vooral op de achtergrond blaasgeluiden zou maken. Althans, zo had ik het in mijn hoofd. Binnen een kwartier had ik de tekst op papier en een hit leek geboren. Maar natuurlijk kwam die er niet. Doodzonde eigenlijk, want het kan nooit slechter zijn geweest dan het gewauwel van die eencellige PSV-tweeling.