Dat praatte wat lastig. Inmiddels is hij weer helemaal de oude. Aan zijn keukentafel gaat Jan los over zijn dealende buurman, de falende rechtsstaat, theedrinkende knotjes, de linkse inclusiviteitsmaffia en ruggengraatloze politici. En over Gerrit Hiemstra niet te vergeten.
Toen ik je het eerst benaderde voor dit interview was je net voor je bek geslagen. Hoe zat dat precies?
“Ik woon naast dé drugshotspot van Bergen. Dat is geen geheim. Iedereen in het dorp weet wat daar gebeurt. Al jaren. Regelmatig zie ik hier 13-, 14-jarige meisjes op hun brugklasfietsje aankomen en bij mijn buurman naar binnen gaan om daar, omringd door vol- wassen mannen, gezellig aan de ghb te gaan. En als mensen drugs willen gebruiken, prima, dat moet iedereen zelf weten, maar niet als het om kinderen gaat. Je zou verwachten dat de gemeente daar iets tegen doet, maar niet dus. Ik vind dat raar. En ik niet alleen. In het plaatselijke suffertje schreef iemand, een oma, althans zo noemde ze zichzelf, er afgelopen september een ingezonden brief over. Dus ik stap op een avond mijn deur uit en daar staat mijn buurman, helemaal van de wereld, met naast hem nog een opgefokt kereltje, en die begint gelijk tegen mij te schreeuwen over die ingezonden brief die ik volgens hem had geschreven. Dat ie me in elkaar zou laten slaan en weet ik het allemaal. Dus ik probeer hem nog rustig uit te leggen dat ik geen oma ben, dat ik met die brief helemaal niets te maken had, maar toen haalde dat andere mannetje al vol uit. En ik kan best iets hebben, en ook best iets terug doen, maar als je mijn bril van mijn hoofd slaat, wat hij dus deed, dan heb ik een probleempje. Ik heb min zes. Dan zie ik dus niet zoveel meer. Dan kun je ongestoord je gang gaan. Dan is het net of je een mol in elkaar staat te trappen. Ik had een gebroken neus, een hersenschudding, een blauw oog en er was een zenuw beschadigd waardoor mijn gezicht er wat raar bij hing. Niet echt een lekker moment voor een interview, zeg maar.”
Zit de dader inmiddels achter slot en grendel?
“Wat denk je zelf? Het eerste wat die agent tegen me zei toen hij hier aanbelde was: Je moet even normaal doen tegen mij want anders kom ik nooit meer als je belt. Die man vond mij nogal opgefokt. Vind je het gek. Ik was net pal voor mijn eigen huis volledig afgetuigd. Natuurlijk was ik opgefokt. Maar goed, dan weet je dat dus ook weer; de politie komt voortaan alleen nog als je aardig voor hen bent. En een dealer die harddrugs dealt aan kinderen en die mensen die hem niet aanstaan doodleuk in elkaar laat slaan, die gedogen ze lekker. En de gemeente ook. Die zeggen: we kennen het probleem, we weten wat er zich daar afspeelt, maar op deze manier hebben we er wel zicht op. Zonder dollen, hè. Ze erkennen dus dat een hele generatie jongeren in het dorp naar de tering wordt geholpen, en ze weten precies waar en door wie, maar ze kiezen ervoor om niets te doen omdat ze er ‘zicht’ op hebben. Dan ben je toch klaar? Wat moet je dan nog? Nog diezelfde week heeft de gemeente hier buiten een camera opgehangen. Niet bij míjn voordeur, bij die van mijn búúrman. In verband met zijn veiligheid. Zíjn veiligheid! Ik verzin dit niet, hè? Mijn kinderen moeten in therapie omdat ze zó bang zijn dat ze ’s nachts niet meer slapen, maar de gemeente maakt zich vooral druk over de veiligheid van een volwassen man die harddrugs verkoopt aan minderjarigen.”
Heeft de politie er uiteindelijk, toen je weer aardig was, wel werk van gemaakt?
“Hou op. Er is nul komma nul moeite gedaan. De enige reden dat ik een paar dagen later nog een tweetal rechercheurs over de vloer kreeg, was omdat de zaak nogal wat media-aandacht kreeg en ze geen verkeerde indruk wilden wekken. Dat zeiden ze ook gewoon zelf. Het was één grote poppenkast. Normaal stapten ze voor dit soort dingen niet eens meer in de auto, zeiden ze. Dat was meer iets voor de wijkagent. Nou, dan weet je gelijk dat de dader zich geen enkele zorgen hoeft te maken. Die wijkagente is bij ons een soort maatschappelijk werkster, een soort Tante Sidonia. Alles bij elkaar opgeteld kan ik maar één conclusie trekken: dit land is failliet. Onze rechtsstaat is kapot. ”
Lees het in Panorama
Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele interview lezen met Jan Roos? Bestel Panorama dan HIER, of haal 'm in de winkel!