Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Thomas Braun & Edwin Struis

SPORTCOLUMN: Schaatsen op tv is net een open haard-dvd waar je naar zit te staren

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: schaatsen kijken op de televisie. 

Thomas Braun & Edwin Struis

Thomas Braun

Tot mijn niet geringe vreugde heeft onze wederzijdse vriend Micha mij gevraagd om hem op deze plaats te vervangen, omdat hij het lumineuze idee heeft opgevat om een paar weken de pen neer te leggen. Een sabbatical, zo begreep ik van hem, ik wist niet eens dat dit nog bestond. Nu ben ik bang dat hij al meteen de nog aanwezige haren uit zijn hoofd trekt als ik hier een ode ga brengen aan de edele schaatssport. Jawel! 

Vroeger hield ik alles bij toen de vier Noorse S’en (Sten Stensen, Kay Arne Stenshjemmet, Amund Sjøbrend en Jan Egil Storholt) een titanenstrijd uitvochten met antiheld Piet Kleine en die rare Hans van Helden, die met een parachute trainde en over wie een boek verscheen dat ‘vol met onwaarheden’ stond, dus dan weet je: alles klopte. 

Ik geloof dat ik een roepende in de bevroren woestijn ben als ik zeg dat ik nog altijd dolgelukkig word als de klok een uur achteruitgaat en de NK’s, EK’s, WK’s en Okatee’s zich aandienen en zieke schaatsers worden voorgetrokken en een ‘aanwijsplek’ krijgen en zij die zich keurig kwalificeerden volgens de plaatsingsvoorwaarden toch worden verbannen naar de Jaap Edenbaan om met hun partner in uniseks-trainingspakken pirouettes te maken en dat die dan een rechtszaak aanspannen en dat Erben Wennemars dan zoveel mogelijk rechtvaardigheid bij elkaar stottert en dat Jutta (spreek uit: Joeta) Leerdam intussen met een veel te ver geopend ritsje naar haar boksbal zwaait terwijl Henry Schut mij en verder heel televisiekijkend Nederland in een welverdiend zondagmiddagslaapje sust en ik dan droom dat ik in De slimste mens zit en de vraag krijg: ‘Waarom schaatsen schaatsers eigenlijk linksom?’ 

Ik vind schaatsen op tv gewoon een soort van mediteren: er gebeurt werkelijk niets, het is net een open haard-dvd waar je naar zit te staren, het is elk jaar hetzelfde en dat vertrouwde gevoel in deze woelige wereld maakt me helemaal zen. 

Maar het absolute hoogtepunt is telkens weer Bert Maalderink: de grootmeester van het korte adrenaline-interview. Ik zie nog een jankende Erben Wennemars op een bankje zitten, nadat hij zich voor een EK had gekwalificeerd. Eerste vraag van Bert: “Die tranen, is dat niet een beetje overdreven?” Meteen een spannend interview. Overigens deed hij vroeger het Nederlands voetbalelftal, maar die plek is ingenomen door wijsneus Stekelenburg. Ik heb weleens begrepen dat daar een ruzie tussen die twee aan voorafgegaan is. Jij bent over het algemeen wat beter ingevoerd dan ik, weet jij hoe dat zit? Ik zeg: open die beerput! 

IJshittepetitje Jutta Leerdam.

Edwin Struis

Heb ik amper de schok verwerkt van de (weliswaar tijdelijke, maar toch) absentie van Micha op deze pagina’s, krijg ik meteen een nieuwe voor de kiezen. Jij, die zo ingevoerd is in het wielrennen, die zelfs René Froger aan het fietsen kreeg, die een (binnen)band heeft met tal van pedaleurs, die schijnbaar achteloos de Alpe d’Huez en Mont Ventoux bedwingt, desnoods op één dag, wil het echt over dat folkloristische pootje-over-gedoe op bevroren water hebben? Waarom in godsnaam? Omdat het onlangs een paar uurtjes sneeuwde en het vlak boven de grond een graadje vroor? Wat is er mis met een stevige column over je andere liefde Feyenoord, een clubvoorkeur die je gemeen hebt met je voorganger op deze plek? 

Maar nee hoor, meneer kiest voor schaatsen. Een wat ongebruikelijke manier van voortbewegen (linksom was het niet?), waarvan we elke klapschaatsomwenteling uitgebreid in beeld zien én becommentarieert door de NOS. Ik kan geen sportpagina openslaan of de aanwijsplaatsen vliegen me om de oren, zelfs mijn favoriete interviewmagazine Playboy ontkwam niet aan de schaatsgekte met een fotorepo met Joy Beune. Ik neem aan dat Suzanne Schulting en Jutta Leerdam ook snel overstag zullen gaan. Zitten ze niet allemaal in dezelfde achtervolgingsploeg?

Ik weet nog wel wanneer ik voor het laatst live naar een schaatswedstrijd heb zitten kijken. Dat was op de dag dat Marianne Timmer tegen alle verwachtingen in goud won op de 1000 meter op de Olympische Spelen van Turijn in 2006. Plaats van handeling was café La Strada in Heiloo, tevens woonplaats van Timmer en naast mij aan tafel met een smyrna kleedje erop zat Henk Timmer, niet alleen achternaamgenoot van de schaatsster, maar ook de vrouw waarmee hij intiem was. Marianne snelde naar het goud en extatisch gejuich steeg op in het bruine café. Dat had ze toch maar mooi geflikt en hoewel Henk wat ingetogener juichte, zag je de trots in zijn ogen. Daarna dronken we, zoals gebruikelijk als je met de oud-keeper op stap was, sloten bier en proostten we met bijna elk glas op het goud van zijn Marianne.

Tja, wat moet ik er verder van zeggen? Moet ik het echt hebben over zo’n ijshittepetitje als Leerdam en haar harige vriend die zonder in de grime te hoeven zo mee kan doen als dwergenkoning in een sequel van Lord of the Rings? En wie ze allemaal namens de NOS ondervraagt tijdens het uithijgen op het middenterrein zal me verder Unox-worst zijn. Het is één pot nat, eh, ijs.

Sport
  • NL Beeld