Van Turkije tot het kalifaat
Sinan Can (1977) is onderzoeksjournalist en zoon van een Turkse vader en een Koerdische moeder. Hij staat bekend om zijn prijswinnende documentaires over oorlogen in Afghanistan, Syrië en IS-terroristen. Hij maakte indrukwekkende series als In het spoor van IS, De verloren kinderen van het kalifaat en Breuklijnen. Zijn docu Inside Kalifaat werd bekroond met een Tegel, een jaarlijks uitgereikte prijs voor buitengewoon journalistiek werk. Zijn nieuwste, driedelige serie De Wapenroute is op woensdagen te zien op NPO 2 bij BNNVara en online via NPO Start.
Hoe kwam je op het idee om het spoor van de wapens terug te volgen die een einde maakten aan de levens van Pim Fortuyn, Theo van Gogh en Peter R. de Vries?
“Ik had een documentaire gezien over het wapen dat Abraham Lincoln fataal werd en toen dacht ik: wat een goed en simpel idee. En toen: wat zijn nou de drie meest schokkende moorden van de afgelopen 25 jaar? Toen Fortuyn vermoord werd, werkte ik in Istanbul bij CNN Türk. Ik liep daar stage en werd gebeld door de nieuwschef, die zei: Hey, je moet komen, want jullie kale is vermoord. Ik: Jullie kale? Welke kale? De chef weer: Die politicus. Hij is vermoord. Je moet nu komen, want je moet de Nederlandse feed vertalen en vertellen wat er in Nederland gaande is. Ik weet nog dat ik in de taxi zat naar de studio van CNN en dat ik bijna aan het bidden was dat de dader niet iemand was met een migratieachtergrond. Dat gevoel dat je denkt: het zal toch niet waar zijn? Dan is het land te klein.”
‘Het wapen van Volkert ligt in het Rijksmuseum in een kluis, wachtend op het moment dat het tentoongesteld wordt’
Waar is het wapen van Volkert van der Graaf nu?
“In het Rijksmuseum, in een kluis in een loods, wachtend op het moment dat het tentoongesteld kan worden, want het is een historisch object. Zoveel politieke moorden hebben we niet gehad in Nederland. Alleen is het er nu het moment nog niet voor. Het is nog te vroeg, denk ik. We dienden een verzoek in om het te mogen zien, en het was best bijzonder hoe het uit de kluis werd gehaald. Toen dacht ik: dit kleine ding heeft zóveel ellende veroorzaakt. Uit nieuwsgierigheid keek ik meteen of er een serienummer op zat, want er gingen verhalen dat het serienummer weggevijld was. Het zat er gewoon op.
Het is een Spaans wapen, gemaakt in een wapenfabriek die over de kop is gegaan. Ze maakten nog één laatste model: de Firestar M43. Daar hadden ze een hele partij van, een paar duizend wapens. Vier dozen met 91 Firestar M43’s werden in 1992 verkocht aan een wapenhandelaar in Luik. Die zette de partij door naar een wapenhandelaar in de buurt van Antwerpen. En wat daar gebeurde, is niet duidelijk. Het is in de illegaliteit terechtgekomen. Tien jaar later dook het wapen op in Hilversum, met de moord. Er is dus een gat van tien jaar. De boekhouding van dat bedrijf is zoek. Nou, dat zegt wel genoeg natuurlijk, hè? Want als ze die boekhouding wel zouden hebben, had je ook gezien wat het volgende station van die partij wapens was. Ik denk dat dat bedrijf in Antwerpen gewoon aan criminelen verkocht. Dat kan niet anders. En dan slingert dat wapen dus blijkbaar ergens in Nederland rond, om uiteindelijk in de handen van Volkert van de Graaf te komen. Die heeft verklaard dat hij het in Ede kocht, in een Turks café, ergens in de jaren negentig. Hij heeft verder geen andere verklaringen afgelegd. Dus het is een lastige puzzel.”
En die Sjoerd van der Wouw, die goede vriend van Volkert?
“Die hebben we benaderd, maar hij wilde niet praten. Vind ik dat gek? Nee, ik vind dat niet gek.”
Die is blij dat hij de dans ontsprong?
“Nou ja, het is niet duidelijk of hij überhaupt iets met dat wapen te maken had. Anderen wijzen naar Paul Molhoek, de bovenbuurman van Volkert. Maar je merkt gewoon dat heel veel mensen geen zin hebben om daarover te praten. Het is beladen. Er hangen ook - dat moet je niet onderschatten - best veel complotten omheen. Het hele verhaal dat Beatrix erachter zat, of de AIVD. Dat maakt het gewoon lastig. En de zaak tegen Molhoek is geseponeerd. Onterecht aangemerkt als verdachte. Maar ik heb wel de broer van Fortuyn gesproken, Simon. En die zegt terecht: Het heeft net iets te veel losse eindjes. Voor zo’n grote, beladen politieke moord, mag het eigenlijk niet zoveel losse eindjes hebben. Dat heeft dat wapen wel.”
En het wapen van Delano G., de moordenaar van Peter R. de Vries?
“Een omgebouwd Turks gas- en alarmpistool, een Zoraki 917. Gemaakt in een fabriek in Istanbul. Ik ben in die fabriek geweest. Gas- en alarmpistolen worden eigenlijk gemaakt om af te schrikken, want het maakt alleen geluid. Een goedkoop wapen, zo’n 180 euro, dat je ongeregistreerd kunt kopen in Duitsland, België en andere Europese landen. Het is daar niet illegaal. In Nederland wel. Je kan in België een nieuwe loop kopen voor 20 euro, je boort er een gat in zodat de kogel er doorheen gaat, en je hebt voor 200 euro gewoon een wapen waarmee je iemand kan vermoorden. Dat niet traceerbaar is. Het raakte de fabrikant dat zijn wapen in omgebouwde vorm was gebruikt voor de moord op een misdaadjournalist. Ik heb hem foto’s van het wapen laten zien. Ook om te kijken van: wat ziet hij aan de ombouw en wat valt hem op? Ik vroeg me af: wat zie jij wat wij niet zien? Wat ik wel bijzonder vond was dat die man verrast was dat hij niet benaderd was door de Nederlandse politie. Al was het maar om te kijken naar de ombouw. Hij wilde namelijk heel graag helpen. Hij heeft nu zijn wapen aangepast. Dat is sindsdien moeilijker om te bouwen. Want in Nederland lopen al 16-jarigen rond met ombouwwapens. Dat is natuurlijk wel een ernstige ontwikkeling.”
‘Ik heb wel eens gehad dat mensen echt met mij op de vuist wilden. Serieus. Een keer zelfs midden in de IKEA’
In de uitzending over het wapen van Mohammed Bouyeri kreeg je te maken met wapenhandelaren die je niet mocht quoten. Je werd ook gewaarschuwd dat je ‘echt moest oppassen’.
“Want je roert in potjes en het gaat om grote belangen. En het gaat niet alleen om criminelen, maar ook om geheime diensten, staten, overheden, landen die wapens verkopen, terroristische groepen… Je moet niet op de verkeerde tenen trappen. Omdat ik niet in de crimejournalistiek zit, was dat voor mij echt nieuw terrein. Dus misschien kun je ook zeggen: die Sinan is eigenlijk een beetje naïef.”
Een soort onbevangen naïviteit. Terwijl: je wordt hier in Nederland al tijden bedreigd.
“Ja, eigenlijk al een hele tijd. Telefoontjes naar de omroep, brieven, en ook wel fysiek. Ik heb wel eens gehad dat mensen echt met mij op de vuist wilden. Serieus. Een keer in de IKEA en een keer op straat.”
Wat zijn dat voor mensen?
“Nou ja, verschillende mensen. Ik heb Bloedbroeders gemaakt, over de Armeense genocide. Toen waren Nederlandse Turken echt heel boos, maar echt met het schuim op de bek. En ik heb best veel last gehad van, laten we zeggen, jihadisten en hun umfeld. Denk aan hun familieleden en vrienden. Je moet het niet onderschatten. Er zijn in Nederland tussen de drie- en vierduizend mensen die geradicaliseerd zijn en sympathie hebben voor jihadisten of IS. Dat zijn er best veel.”
Ben je niet net zo naïef als Theo van Gogh?
“Ik dénk dat ik dat wel ben, zo naïef. Ik denk wel dat ik trekjes heb van Theo’s naïviteit. Dat ik dan toch denk van: ach, het zal zo’n vaart niet lopen.”
Dat is wel de reden dat je je privé heel erg afschermt, toch? Dat je er nooit iets over vertelt.
“Klopt. Ik praat nooit over privé. Deze groep mensen is zo gewetenloos dat als ze jou niet kunnen pakken, ze voor een ander uit je omgeving gaan.”
Die bedreigingen… Komt dat alleen door de programma's die je maakt?
“Ja. Vorig jaar maakte ik Inside Kalifaat. Die mensen werden daar echt wild van.”
En waarom is dat? Want wat je laat zien is in principe toch gewoon algemene kennis?
“Nou ja, wat ik dan denk: ik interview gewoon iemand van hen. Ik bedoel, het staat ze vrij om antwoord te geven. Zo iemand kan ook zeggen: Ik hoef jou niet te antwoorden, ik heb geen zin. Maar de boosheid bij anderen is dan: Door jou kan mijn dochter niet terugkomen uit het kalifaat. Of: Mijn zoon wordt niet teruggehaald omdat jij laat zien dat het gevaarlijk is voor de samenleving. Op die manier denken ze erover. Dat ik de beeldvorming bepaal. Maar als ik aan jou vraag wat jij van het concept democratie vindt en jij zegt: Ik heb daar niks mee, dan is dat jouw verantwoordelijkheid, niet de mijne. Ik stel de vraag, jij geeft het antwoord. Jij kan ook zeggen: ik geloof in de rechtsstaat. Maar als je zegt: Ik heb niks met democratie, ik geloof niet in de rechtsstaat, waarom moeten wij jou dan terughalen? Als jij ons de rug hebt toegekeerd, moeten wij jou dan actief terughalen? Ik weet niet wat dat triggert bij die mensen, maar het is een soort agressie. Ik kan het je niet precies uitleggen.”
Komt het ook omdat jouw achtergrond Turks is?
"Ook ja. Ik ben een bounty, vies. Ook omdat ik niet heel religieus ben. Dus ik doe dit volgens hen eigenlijk expres om moslims in een kwaad daglicht te stellen. Terwijl ik denk: nee, ik laat juist de uitwassen zien, mensen waar jullie ook last van hebben.”
Een bounty is een zwarte die zich gedraagt als een blanke of die met de blanke maatschappij heult, toch?
“Ja, ik bevuil het eigen nest, ben een hypocriet en een verrader omdat ik deze jongens expose, zeg maar.”
Ben je trouwens moslim?
“Ik heb een moslimachtergrond, maar ik ben niet praktiserend. Ik kom niet uit een religieus gezin. Mijn ouders zijn niet religieus. Maar dat is voor mij nooit reden om iets wel of niet te maken. Ik probeer er onbevangen in te gaan.”
Plus: de mensen die je interviewt in je documentaires weten toch dat je ze filmt? Je gebruikt geen verborgen camera’s.
“Nee, helemaal niet. Ik vraag zelfs, terwijl de camera draait, nog officieel om toestemming. Ik zal ze nooit dwingen tot een interview. Zij willen zelf een interview geven. Maar het is dus eigenlijk meer hun umfeld hier, dat zo furieus reageert.”
‘Een getekende ziel heeft ook een getekend lichaam nodig, daarom zette ik zeven tatoeages op één dag’
Het ironische is dat je vreesde dat de moordenaar van Pim Fortuyn iemand met een migratieachtergrond zou zijn, terwijl je nu zelf uitsluitend wordt bedreigd door mensen met zo’n achtergrond.
“Helaas wel, ja. Nou ja, door een bepaalde groep. We moeten natuurlijk niet generaliseren, maar het is zeg maar een bepaald slag. Mensen die geradicaliseerd zijn of gewoon echt boos zijn. Het is bijna zo dat ik hier meer gevaar loop dan in Syrië. Dat is toch ook gek, hè? Mijn vader zegt: Volgens mij loopt jij hier tien keer meer gevaar dan daar. Ik heb meer rust als je daar bent, dan als je hier bent. Eigenlijk de omgekeerde wereld.”
Iets anders: je had geen tatoeages, maar hebt er zeven op één dag laten zetten. Waarom?
“Ja, in Libanon. Mijn nicht was ernstig ziek en overleed, vrij jong ook. Met haar had ik een goede band. Daarvoor was mijn neef overleden. En toen dacht ik: een getekende ziel heeft ook een getekend lichaam nodig. Dus het gaat allemaal over de liefde en de dood.”
Wat staat er allemaal?
“Alleen het lichaam is vergankelijk, niet de ziel. Dus dat gaat eigenlijk over doodgaan. Ik heb er hier één, dat is het symbool voor angst voor de dood overwinnen. Dit is een draaiende derwisj, een soefiemeester die pas vrij is als hij de angst voor de dood heeft overwonnen. Hier heb ik een hart met twee vleugels, wat staat voor dat je alleen vanuit het hart de hemel kan raken. En hier heb ik een tattoo in het Arabisch die betekent: begraaf mij.”
Begraaf mij? Dat klinkt wel lekker optimistisch…
“Ja, maar dat heeft te maken met dat ‘begaaf mij’ de wens is dat jij je dierbaren nooit hoeft te begraven, maar zij jou, zodat jij ze geen dag hoeft te missen. En ik heb hier nog een hele grote tattoo met het woord liefde en een heel klein hartje. Henk Schiffmacher zal waarschijnlijk mijn laatste tattoo ooit zetten. We hadden het over tatoeages en toen zei ik: Ik had nog het idee voor één laatste, zou de meester die zelf willen zetten? Nou, dat wil hij heel graag. Dus binnenkort ga ik langs bij hem.”
En dan gaat je hele rug onder.
“Ja, dan worden het uiteindelijk net zoveel tatoeages als Henk heeft, haha.”
Dat is op zich wel apart, toch? Dat je op latere leeftijd ineens zoveel tatoeages neemt.
“Ja, ik had er ook helemaal niks mee. Het komt misschien ook door het langs de afgrond balanceren en dicht bij de dood zijn, dat ik in een wat gekkere gemoedstoestand ben gekomen. Er is een soort gekke berusting bij mij, want het raarste om te zeggen zou zijn: ik heb geen angst. Dat zou gewoon flauwekul zijn, want ieder mens heeft angst. Ik zie mezelf niet op straat liggen met een doorgesneden keel. Maar het is wel - dat had ik bij dit project ook - dat er bij mij dan een soort kortsluiting ontstaat waarin de angst even naar de achtergrond verdwijnt. Misschien is het ook een soort hyperfocus op het programma wat ik dan maak. Dat ik dan even geen ruimte geef aan zorgen. Dat ik niet denk: wordt die Tsjetsjeen straks boos op mij? Wordt die Kroatische of Bosnische wapenhandelaar boos op mij? Is er nog iemand waar ik een blinde vlek voor heb, wat ik niet helemaal goed heb getaxeerd? Ik probeer die gedachten los te laten, anders heb ik geen leven. En dan is er ergens ook nog die Nederlandse nuchterheid, van: dat overkomt mij niet. Maar het overkomt ons wél. Dat weten we sinds de moorden op Pim, Theo en Peter.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Clemens Rikken