Edwin Struis
Heel, héél lang geleden vertrouwde een Nederlandse trainer van Glasgow Rangers me toe dat deze klus weleens zijn laatste zou kunnen zijn. Hij liep langzaam richting de zestig, had het nodige meegemaakt op lands- en clubniveau, en het werd misschien eens tijd om zich te verdiepen in zaken buiten het voetbal. Op de vraag wat dan precies had hij geen eenduidig antwoord, maar dat kwam omdat hij zich er nog niet erg in had verdiept. “En anders kan ik altijd nog sportjournalist worden,” deed hij me lachend uitgeleide bij de hoofdingang van Ibrox Stadium.
Dat ik deze woorden ooit optekende uit de mond van Dick Advocaat is amper te geloven. Ik heb hem er later nog weleens mee geconfronteerd, maar op dat moment deed hij een Ruttetje; hij had er geen actieve herinnering aan. Het is ook amper voor te stellen, want wat moet Dick Advocaat zonder voetbal? Toen ik hem jaren later opzocht in Sint-Petersburg bleek dat hij in een hotel bivakkeerde op verre-inworpafstand van de imposante Hermitage, met z’n prachtige kunstcollectie. Ja, hij had ervan gehoord en ze boden hem al eens een rondleiding aan zonder overig publiek, maar liever omringde de Hagenaar zich met videobanden (die had je toen nog) van komende tegenstanders van Zenit, waar hij toen trainer was. Terwijl zijn assistent Cor Pot me meenam op een zwierige rondtocht langs allerlei uitspanningen in deze monumentale stad, bleef Advocaat liever op z’n kamer en liet hij via de roomservice wel wat eten aanrukken terwijl hij zich een weg baande door beelden van Spartak Moskou, Rubin Kazan en FK Krasnodar. De woorden uit Glasgow vervaagden ter plekke. Deze man zou nooit een andere hobby kunnen creëren dan voetbal.
Dus verwonderde het me niks dat hij, inmiddels 76, onlangs weer eens een lokroep niet kon weerstaan. Zelfs als de uitdaging een vrij kansloze is, zoals Curaçao op het volgende WK brengen. Hoe lieflijk het ook allemaal klinkt, het door blauwe zee en dito luchten omringde eilandje begint zich langzaam op te werpen als een trainerskerkhof van formaat. Na Patrick Kluivert, Guus Hiddink en Dean Gorré mag nu Advocaat zich stukbijten op het verre van professionele voetbalklimaat dat er heerst. Omringd door generatiegenoten als Cor Pot (72) en Kees Jansma (76) heeft het project dan ook meer weg van een voetbalvariant op het tv-programma Beter laat dan nooit. Een mooi laatste kunstje voor de bedaagde medemens. Maar het is ’m gegund.
Micha Jacobs
In mei vorig jaar, toen Dick voor de laatste keer op de bank van ADO Den Haag zat en nu echt, echt, écht met voetbalpensioen ging, maakte ESPN een mooie compilatie van ‘pensionado’ Advocaat. Als je het allemaal zo achter elkaar ziet, is het redelijk hilarisch.
13 maart 2010, als trainer van AZ. Barbara Barend: “Dick Advocaat niet meer als clubcoach, waarom?” Dick: “Dat heb ik al eerder gezegd: ik ben nu 62 en wil wat rustiger aan gaan doen.”
9 mei 2013, als trainer van PSV na de verloren bekerfinale tegen AZ. Jan Joost van Gangelen: “Dit wordt jouw laatste klusje in Nederland, toch?” Dick: “Dat klopt!”
Op 29 april 2018, toen Dick trainer was van Sparta en ‘afscheid’ nam in de Kuip, hoor ik nota bene jouw enigszins cynische stem tijdens de persconferentie: “Dick, weet je al wat je volgend seizoen gaat doen? Stoppen hè, het is wel mooi geweest.” Waarop Dick lachend antwoordde: “Dat maak ik zelf nog wel uit!”
Ook op 28 mei 2019 kondigde hij als trainer van FC Utrecht zijn pensioen aan: “Op een gegeven moment moet je ook jezelf in bescherming nemen.”
Op 29 november 2020, als trainer van Feyenoord: “Ik heb duidelijk gezegd: Feyenoord is mijn laatste club.”
Op 12 mei 2023, als trainer van ADO Den Haag. Interviewer: “Is dit nu echt het definitieve einde van je loopbaan?” Dick: “Dat zeker.” Interviewer: “Kun je dat ook zeggen zonder te lachen?” Dick, lachend: “Ik lach, omdat ik dan nog iets open kan houden.”
Dick Advocaat kan niet stoppen en mag nooit stoppen. En dat hoeft ook niet, want zolang er nog landen en clubs zijn die naar zijn diensten hengelen, moet je Dick lekker laten doen waar hij zin in heeft. En dat is precies dit: nog even een paar jaar in de zon zitten met je vrienden en terloops nog even het WK van 2026 proberen te halen. En dat is niet eens zo’n idiote gedachte. Ik bedoel: als Leo Beenhakker dat ooit met Trinidad en Tobago lukte, dan kan Dick dat ook met Curaçao. Prachtig dat dit je nog wordt toevertrouwd op je 76ste: dat is wat mij betreft de mooiste en meest beschaafde manier van ouder worden in de voetballerij. Het zou ook een record betekenen, want tot nu toe was Otto Rehhagel met zijn bijna 72 jaar als bondscoach van Griekenland de oudste bondscoach op een WK-eindronde. Dat record wil Dick vast hebben. En als het niet met Curaçao lukt, dan probeert hij het in 2030 ongetwijfeld met een land als Oezbekistan of China.
- NL Beeld