Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

PANORAMA in de gouden jaren 70 en 80: ‘Bij dit blad kon en mocht álles!‘

Buitenechtelijke relaties op de werkvloer, vergaderingen met jenever en verre reizen, héél veel verre reizen. In de jaren 70 en 80 kon alles bij Panorama. Een treinrover die 4000 gulden wilde voor een interview? Dezelfde dag stond het nog op z’n rekening. Begrafenissen werden betaald in ruil voor ‘het verhaal’. Joop Reichart, Jacques Ros en Rob Bartlema over de gouden tijd, waar een film over is gemaakt die volgens de maker binnen een jaar op tv komt. “Ik word hier zó opgewonden van.”

Panoboys

“Goh, ik ben hier in geen járen geweest,” zegt Rob Bartlema (72) als het gezelschap arriveert in restaurant De Molenplas in Haarlem, op steenworp afstand van de VNU-toren, waar Panorama jaren werd gemaakt. “Toen we hier brainstorms hielden, kwam vrijwel direct de jenever op tafel.”

Jacques Ros (77), tussen 1972 en 1988 Panorama-verslaggever, knikt. “In de film die er over ons gemaakt is, zit een shot van mijn bureau en daar staat pontificaal een fles Glenfiddich-whisky op. Dat was onze favoriete drank. Dan stak Jan Heemskerk, de hoofdredacteur, zijn hoofd door de deuropening en bekogelden wij hem met pinda’s, zodat hij weer snel was vertrokken. Overigens is hier, in dit etablissement, mijn liefde met mijn latere vrouw Maud ontstaan, die vormgeefster was en met wie ik stiekem afsprak omdat ik getrouwd was. Dat was best tricky. De uitbaatster herkende me nog en zei: Jullie liefde is hier ontstaan!”

Rob Bartlema: “We zaten hier altijd. We hadden wel een bedrijfskantine, maar daar kwamen we nooit, want daar schonken ze niet.”

Het appartement van Jacques Ros biedt uitzicht op het oude VNU- gebouw waar hij werkzaam was.

Toenmalig verslaggever Joop Reichart (75): “En we wilden ook niet gezien worden met de meiden van Libelle. We waren de top van de piramide van uitgever VNU. De vrouwen van Libelle waren leuk, lief en mooi, maar wij waren een beetje een machogroep.” Bartlema: “Zij waren een andere wereld. Ik ging een keer in de zomer langs op hun redactie, stonden er allemaal kerstbomen, op 24 augustus! Wat is hier aan de hand joh, vroeg ik. Ze maakten alvast de kerstspecial… Wij waren veel actueler. Konden zondag nog een verhaal inleveren dat woensdag in de winkel lag.”

Jacques Ros mag dan slecht ter been zijn, met zijn geheugen is niets mis.

Jacques Ros, slecht ter been maar met een onaangetast geheugen, gaat terug naar de tijd dat hij werd aangenomen. Een droom kwam uit. “We hadden de Panorama thuis en ik wilde er zo graag werken. Het was de grote wereld. Het grootste blad. Dat gevoel heeft me nooit meer losgelaten, dat het een meer dan terechte move is geweest in mijn leven.” Als hem wordt gevraagd wat het DNA van het blad is, blijft Ros het antwoord schuldig. “Dat is echt een moeilijke vraag. Ik zag het nooit als een groot avonturenblad, totdat ik er voor de eerste keer op uit werd gestuurd. Ik mocht naar Brazilië en Suriname en viel met mijn neus in de boter. Op de redactie werden voortdurend uit kranten en tijdschriften van over de hele wereld ideeën gescheurd en als je een lijst met tien onderwerpen had, mocht je met een fotograaf het vliegtuig pakken. Na twee dagen Brazilië liepen we op Copacabana de grote treinrover Ronnie Biggs tegen het lijf. Ik vroeg hem of we een verhaal met hem mochten maken. Dat mocht, alleen, hij moest er wel 4000 gulden voor hebben. ’s Middags belde ik met Heemskerk, hij maakte het dezelfde dag nog over. We zijn een week opgetrokken met hem en de fotograaf heeft toen een miniatuur-spoorrails op het strand gelegd en daar stond Biggs op te poseren.”

Jacques Ros in Rio met treinrover Ronnie Biggs.

Zwemmen met krokodillen

Wie nu als journalist naar het buitenland gaat, mag blij zijn als hij een nachtje in een hotel mag verblijven. Ros en consorten konden probleemloos vier weken wegblijven. Dat gold dus ook voor Bartlema, die twee jaar verslaggever was en daarna redactiechef werd. Hij benadrukt dat zijn entree bij Panorama zeker geen droom was die in vervulling ging. “Ik was voorbestemd om voor de NRC te werken, mijn ouders waren ook niet blij. Ik was een serieuze journalist, had rechten gestudeerd, maar ik wilde gaan reizen en dat is bij een krant toch lastiger. Ik zat in een voetbalelftal met allemaal Panorama-mensen, en die zeiden: Waarom kom je niet bij ons werken? Ik vond het al snel een erg leuk blad, met een heel brede formule met misdaad, seks, sport, maar ook politiek, showbizz, spannende avonturen, echt een mix van alles. Ik werd snel chef omdat ik samenstellen ook heel leuk vond.”

Vlnr: Rob Bartlema, Jacques Ros en Joop Reichart.

Ros: “Rob was een invalshoekenmitrailleur, hij was heel vindingrijk. Hij kon een onderwerp draaien, wisselen, omkeren, doordenken, lang genoeg op het thema beuken en dan kwam er van alles bovendrijven.”

Reichart: “Het mooie was, bij Panorama kon alles. Zelfs als het om een idee ging over het meest duffe onderwerp, zoals werkloosheid.”

Bartlema: “Ik las ooit een stukje over een straat in Heerlen, waar niemand werk zou hebben. Daar hebben we een grote reportage gemaakt. Dat waren zo’n 400 huizen die we nummer voor nummer zijn afgegaan. En dan vroegen we: Hoe is het met u gegaan, komt u uit de mijnen, waarom werkt u niet, hoe ziet uw leven eruit? Met de fotograaf drongen we in die levens. We kwamen op dat idee door een piepklein berichtje in De Limburger waarin stond dat in die buurt bijna niemand werk had. Bleek er in die straat dus echt niemand te werken.”

Reichart: “Meestal sloegen we aan op de laatste alinea of zin van zo’n regionaal krantenstukje. Dan stond er achteloos: in buurt X werken de minste mensen in Heerlen. Daar zagen we dan meteen een verhaal in.”

VERSLAGGEEFSTER RENATE DORRESTEIN WERD NAAR EEN BORDEEL GESTUURD. ‘ER ZIJN TALLOZE VERHALEN OVER BORDELEN GESCHREVEN, MAAR NOG NOOIT DOOR EEN FEMINISTE DIE ER SOLLICITEERT’

Rob Bartlema herinnert zich een van zijn eerste buitenlandse avonturen. “We portretteerden graag bijzondere mensen, paradijsvogels. Ik las een berichtje over ene Edward James. Een schatrijke kunstverzamelaar die in zijn jonge jaren een fortuin had geërfd van zijn vader, die eigenaar was van een kwart van het spoorwegnet in de Verenigde Staten. Die Edward was miljardair, playboy, had een kasteel en een Rolls-Royce waarmee hij alle feesten afging. Na die feesten liet hij zijn chauffeur terug naar het kasteel rijden en sliep hij in de Rolls waarin hij een opklapbare bank had gemaakt om zijn roes uit te slapen. ’s Ochtends kwam zijn bediende naar de auto met jus d’orange en croissantjes. Hij had een sprookjesachtig leven, werd doorlopend verliefd op onbereikbare vrouwen, zoals Lotte Lenya, de beroemde actrice. Om haar hart te winnen financierde hij een compleet toneel, met dansers, choreografen, een orkest, dat heeft hem miljoenen gekost, maar zo heeft hij toch enige tijd de hand van Lotte Lenya mogen vasthouden. Hij raakte begeesterd door surrealisme, werd een vriend van Salvador Dalí en heeft ook bijna alle schilderijen die Dalí maakte gekocht en in zijn landhuis opgehangen. Ik kwam hem op het spoor door weer zo’n kort berichtje waarin stond dat museum Boijmans van Beuningen de collectie van Edward James had gekocht, ‘een excentrieke rijkaard die in de binnenlanden van Mexico bezig was met het verwezenlijken van een surrealistisch landschap vol met vreemde gebouwen’. Dat wekte mijn aandacht.

Ik had nog meer ideeën bedacht, die zich afspeelden in Venezuela en op de Antillen, en ik zou James ook even ‘meepikken’. Het was een enorme expeditie, dwars door het tropisch regenwoud. Hij woonde in het indianendorp Xilitla, een gat van niks. Iedereen zei dat hij praktisch onbenaderbaar was, maar hij vond het juist heel interessant, bezoek uit Nederland. Dat kwam misschien ook omdat ik een jongeman was en daar viel hij – naast jonge vrouwen – op. We mochten bij hem logeren. Hij liet ons het enorme landgoed zien dat hij zo sprookjesachtig aan het ontwikkelen was. Grote kastelen, gekke torens en een zwembad vol krokodillen onder een dubbele bodem van plexiglas zodat je boven die beesten een baantje kon trekken. ‘s Avonds zijn we heel erg dronken geworden door de lokale cognac. Na drie dagen gingen we weer weg, al wilde hij dat ik nog weken bleef zodat hij zijn hele levensverhaal kon vertellen. Dat ging me te ver. Maar ik vergeet hem nooit meer. Overigens is zijn wonderlijke creatie nu een van de grootste toeristische trekpleisters van Mexico. Ik was uiteindelijk een maand weg en heb bij thuiskomst in vier, vijf weken zo’n negen verhalen gemaakt.”

Een wc-rol lang

Ros: “En toen ging je weer.”

Bartlema: “Ja. Als je genoeg ideeën bij elkaar had verzameld, mocht je weg.”

Ros: “Ik weet nog dat we een rubriek voor in het blad hadden dat Intro heette. Daar stond elke week een weergave in van wat je in dat nummer kon vinden, maar toenmalig hoofdredacteur Gerard Vermeulen had voor de verandering een lijst gemaakt van alle landen waar verslaggevers waren geweest. Die was een wc-rol lang.”

Rob Bartlema vertelt dat hij ook een keer in Bangkok was, waar de 20-jarige Nederlandse dj Bennie Olman was vermoord. “Hij was daar met vakantie. Een leuke jongen uit een keurig gezin uit Veendam. Ik heb die ouders gebeld en die wisten totaal niet wat er gebeurd was. Die mensen waren wanhopig. Maar ze hadden geen geld voor het vliegtuig, zelfs niet voor een begrafenis daar omdat hun zoon niet verzekerd was. Panorama heeft toen die reis en de begrafenis betaald, in ruil voor het verhaal. Een dag later zaten we met de hele familie in het vliegtuig naar Bangkok. We zijn naar de politie gegaan en daar is hij uit de koelcel gehaald en op een binnenplaatsje gelegd. Nog nooit rook de dood zo sterk voor mij. Ik stond hand in hand met die vader. Dit was het dan, zei hij. En toen brak hij. Zijn zoon was met een kogel door zijn hoofd geschoten. Ik vergeet het nooit meer; dat je zo dicht bij de diepste emotie komt van mensen die je nog maar twee dagen daarvoor hebt leren kennen. Die jongen was door Thaise criminelen gedwongen travellerscheques te innen van toeristen en intussen werd zijn paspoort afgenomen. Dankzij een machtige Chinese uitbater van een nachtclub kreeg hij die weer terug, waarna hij een brief naar zijn ouders schreef dat alles goed ging en hij snel naar huis zou komen. Maar die jongens namen wraak door hem op klaarlichte dag dood te schieten. Uiteindelijk vonden we een vrouwelijke getuige die als prostituee voor die mannen werkte, en mede dankzij haar kwamen we erachter wie de moordenaars waren en die zijn opgepakt. Bizar dat we zo’n verhaal helemaal rond konden maken, inclusief het oplossen van de zaak. Later hebben we begrepen dat er gebrek aan bewijs was. Het is daar ook zo corrupt. De politie heeft vervolgens zelf de maatregel genomen om de hoofddader te laten liquideren.”

Joop Reichart wordt ingerekend.

Niet-koosjere affaires

Bangkok, Venezuela, Brazilië, Suriname, Mexico: alles kon. Die twee woorden komen vaak terug in het gesprek met de krasse knarren. Joop Reichart: “Ik ben een keer met Ajax-voetballer Gerrie Mühren meegereden naar Sevilla, waar hij net getekend had en een huis ging uitzoeken. Dat is nu ondenkbaar. Ik kwam gewoon bij politici als Ed Nijpels en Jan Terlouw thuis. Niks achterafkamertje in de Tweede Kamer. Met Willem van Hanegem idem dito.” Reichart werkte vanaf 1973 veertig jaar voor het blad. Voor hem was het net als voor Jacques Ros een droom die uitkwam. “Ik was geen journalist die het leuk vond om stukjes te tikken over het cao-overleg van de Hout- en Bouwbond. Ik wilde grote verhalen maken, spannende dingen beleven. Ik ben nog opgeleid in een tijdschriftenklasje van VNU. Samen met Renate Dorrestein, die later bekend werd als boekenschrijfster en feministe.”

Volgens Joop Reichart had Panorama altijd leuke stagiaires.

Bartlema: “Renate solliciteerde bij de hoofdredacteur en die zei: Meisje, meisje, je bent aangenomen, maar wat moeten we met de maandstonde?” Waren de mensen bij Panorama zo grensoverschrijdend? “Nee,” zegt Bartlema, “we vielen ook nooit tegen elkaar uit. En als een vrouw op de redactie vond dat je te ver ging, kreeg je gewoon een pets in je gezicht.”

“Er werd wel veel geflirt!” roept Jacques Ros. “Er zijn ook voorbeelden van affaires die niet heel erg koosjer waren.”

Bartlema: “Er was wel sprake van leeftijdsverschil. Maar niet van machtsmisbruik.”

Reichart: “Panorama had ook leuke stagiaires.”

Ros: “Laten we elkaar vooral geen mietje noemen. En degene die het voortouw nam in buitenechtelijke relaties was nota bene de hoofredacteur. Die is wel een aantal keren betrapt in zijn kamer. Die keurige schrijver Toon Kortooms deed in gezelschap van zijn vrouw de deur open en wist niet hoe snel hij hem weer dicht moest doen. En dan de manier waarop Leo Derksen Renate benaderde; sloeg haar gewoon op haar reet en zei de vreselijkste dingen, want zij was een indringer.”

Reichart: “Een vrouw hoorde er niet bij, daar kwam het op neer. Renate zegt in de film op de vraag wat ze aan Panorama te danken heeft: Het blad heeft me voorgoed gefeminiseerd.

Bartlema: “Het was overigens ook typerend dat onze hoofdredacteur feministe Dorrestein liet solliciteren in een bordeel. Er zijn talloze verhalen over bordelen geschreven, maar nog nooit door een feministe die er solliciteert. Daar is die Panorama-insteek weer.”

Het verhaal over de moord op dj Bennie Olman.

Geen jenever vandaag op de tafel in De Molenplas, maar Tripel Karmeliet. Want gedronken zal er worden. Reichart benadrukt nog eens dat je als Panorama-verslaggever overal binnenkwam. Jacques Ros trapt op de rem. “Het ging niet altijd voorspoedig, hoor. Ik had voorgesteld om Truman Capote te interviewen, de grote schrijver van In Cold Blood. Dat ging niet via een agent in die tijd. Ik had een briefje in zijn bus gegooid in L.A. met de vraag om mij in mijn hotelkamer te bellen. De telefoon ging maar ik zat te schijten. De fotograaf nam op, maar die stotterde. Dus ik hoor hem zeggen: Tu… tu... tu... tu... Ik rende van de pot af, want ik was als de dood dat de man aan de andere kant van de lijn zou ophangen. En het was Capote.”

Succes met vliegramp

Welke anekdote staat Joop Reichart het helderst voor de geest? “Te veel. Soms word ik herinnerd aan bijzondere momenten. Als ik nu iets op tv zie over het sturen van hulpgoederen, dan denk ik weer hoe ik als jong maatje in een vrachtvliegtuig naar Koerdistan vloog, tussen Amerikaanse cowboys. Als er militairen worden uitgezonden waan ik me weer tussen de mariniers in Tsjaad. Of bij een vliegramp denk ik meteen aan captain Victor Grubbs, die als piloot van een PanAm-toestel de ramp op Tenerife, met 583 doden nog altijd de grootste vliegramp in de geschiedenis, wonderwel had overleefd. Ik belde hem en mocht gewoon komen, bij Atlanta ergens. Ik stelde voor dat de fotograaf en ik in een hotel gingen slapen, maar we mochten gewoon bij hem thuis de nachten doorbrengen. Ik liet hem van seconde tot seconde vertellen over de botsing met het KLM-toestel. Hij brak in snikken uit, hij had het verhaal op die manier nog nooit verteld. Hij vertelde hoe de boordwerktuigkundige riep: Verdomme dat KLM-toestel stijgt al op! Dat kan verdomme niet! Zijn laatste woorden voor de crash waren: Oh no, oh no, oh no! Toen het KLM-toestel op hem af kwam, bukte de piloot. Zo heeft ie het overleefd. Ik heb nog sorry gezegd tegen zijn vrouw dat het allemaal zo emotioneel werd. Maar zij bedankte me. Het was goed dat hij er eindelijk eens doorheen ging.”

Bartlema: “Een paar weken later hadden we een vergadering over de oplagecijfers. Die waren erg goed, mede door die ramp. We mochten elkaar feliciteren, zei Jan Heemskerk. Om eraan toe te voegen: Maar zoveel mazzel als met die ramp op Tenerife hebben we natuurlijk niet elk jaar.”

PanAm-piloot Victor Grubbs.

Eigenlijk zagen de verslaggevers na hun vertrek bij Panorama elkaar alleen nog op begrafenissen van collega’s. Jacques Ros wilde daar verandering in brengen. “Op de begrafenis van fotograaf Theo van Houts in 2017, de zoveelste dode, zeiden we tegen elkaar: waarom zien we elkaar alleen op een begrafenis? Ik stelde voor dat we een Facebook-pagina zouden maken; kijken of het zou aanslaan en mensen verhalen zouden posten. Al snel bleek dat de animo daarvoor minimaal was. Toen dacht ik, dan ga ik het doen. Samen met Léon de Galan ben ik de enige die de pagina Panorama Verslaat Alles met anekdotes vult en om eerlijk te zijn: ik word er zó opgewonden van. En nu hebben we jaarlijks een reünie, die het eerste jaar slecht bezocht werd, het tweede jaar al beter en de laatste keer was het bomvol.”

‘IK LIET DE PANAM-PILOOT VAN SECONDE TOT SECONDE VERTELLEN OVER DE BOTSING MET HET KLM-TOESTEL, WAARBIJ OP TENERIFE 583 DODEN VIELEN. HIJ BRAK IN SNIKKEN UIT, HIJ HAD HET VERHAAL OP DIE MANIER NOG NOOIT VERTELD’

Om aan zijn input te komen – en omdat hij al zijn eigen verhalen kwijt was – is Ros tevens een strooptocht begonnen naar oude Panorama’s van eind jaren 60 tot halverwege jaren 80. “Ik kwam erachter dat die bladen nog overal te koop zijn, via eBay, Marktplaats en een site die Fanwink heet. Alleen betaal je soms een godsvermogen, wel 11, 12 euro per nummer. Ik heb uiteindelijk wel een keer of tien door Nederland gereisd om al die bergen Panorama’s bij mij te krijgen. Ik denk dat alle Panorama’s uit die periode uitverkocht zijn, want ik heb ze allemaal. En wat ik gedaan heb: eerst mijn verhalen eruit gescheurd, toen die van mensen die nog in leven waren. Sommigen hadden ze allemaal nog en er waren ex-collega’s bij die het geen fuck interesseerde.”

Rob Bartlema: “Ik heb niets meer, mijn ex heeft alles weggegooid.”

Ros: “En tot slot heb ik veel artikelen eruit gescheurd waar zoveel herinneringen aan vastzaten, zodat ik er over kon posten. Ik merk dat veel mensen het leuk vinden om te lezen, maar er zelf niet in willen investeren. Ik wel, ik ga niet stoppen.”

Te veel nostalgie

De tijden zijn veranderd. Het geld klotst niet meer tegen de plinten en de wereld lijkt in niets op die van veertig jaar terug. Hoe denken de heren over de Panorama van nu? “Ik moet eerlijk zeggen dat ik er niet veel meer mee heb. Geen affiniteit, ik ben toch geneigd te veel te vergelijken met onze tijd en dan blijf ik te veel hangen in nostalgie.”

Bartlema: “Ik vind het blad wel beter geworden dan een paar jaar terug. Onze brede formule ging ten onder en bestond bijna alleen nog uit misdaad, sport en seks. Maar nu, misschien door nood ingegeven omdat er veel minder mensen werken en kopij van alle kanten komt, is het weer breder.”

Joop Reichart: “Ik volg het niet meer zo. Ik vind het vooral knap dat ze nog bestaan, met de dalende verkoopcijfers in de bladenbranche. Dat is echt een compliment voor de huidige generatie.”

Het Panorama- trio geflankeerd door filmmaker Henk Hanssen.

Panorama, de movie

Alles voor het verhaal. Dat is de titel van de film die journalist Henk Hanssen (62) samen met cameraman Remco Bakker heeft gemaakt over en met de Panorama-verslaggevers van de gouden tijd. Hanssen las Panorama al toen ie 13 was. “Ik genoot van al die verhalen, zoals de misdaadstukken over mannen die in keurige nieuwbouwijken vrouwen in stukken zaagden.”

Zelf werd hij in 1982 verslaggever en ook hij was vaak aanwezig op de reünies. “Ik ben ook al die prachtige verhalen op de Facebook-pagina gaan lezen en zei een jaar terug op de reünie tegen Jacques: Hier moeten we een film over maken.

De film is inmiddels vertoond aan een select publiek (“Omdat niemand het eeuwige leven heeft”) en momenteel worden de laatste puntjes op de i gezet. De vraag is alleen: er zijn toch helemaal geen filmbeelden van toen? Het gaat immers om een gedrukt blad, uit de tijd dat smartphones en webcams nog niet bestonden. Hanssen, die de Filmacademie heeft gedaan, laat weten dat dit ook niet eenvoudig was. “Nadat ik iedereen had geportretteerd vroeg ik me af: hoe vermijd ik dat het een talking heads-film wordt? We hebben het geheel gevisualiseerd door beelden van mensen te tonen die geïnterviewd zijn door de heren. Zo heeft Joop een bijzonder verhaal gemaakt met die Amerikaanse piloot en over die man hebben we een tv-interview gevonden. Zo is de film een combinatie geworden van tv-interviews, mooie muziek, prachtige verhalen, beelden uit de Panorama en divers archiefmateriaal waardoor het een soort roadmovie is geworden. Dat hebben we ook gedaan met Charles Bukowski, die door Jacques is geïnterviewd. Het is een portret van een verdwenen vorm van tijdschriftjournalistiek, ik noem ze wel de Marlboro-men van de journalistiek. Alles kon, alles mocht en de middelen waren onbeperkt.”

Jacques Ros was volgens zijn kinderen aan het huilen toen hij voor de film de vijfde etage van het lege VNU-gebouw betrad en zag waar zijn verovering Maud ongeveer had gezeten. “Ik ontken dat ten stelligste. Maar het emotioneerde zeker. Hier had ik haar leren kennen en daar mijn kinderen aan overgehouden. Mijn kinderen zijn Panorama-kinderen. Ik ben Henk dankbaar dat hij mij m’n verleden heeft teruggeven.”

Henk Hanssen werd meegenomen in een reis door de gouden tijd, maar was ook jaloers. “Ik ben net te laat bij Panorama gekomen, ik heb de stuiptrekkingen van die tijd nog meegemaakt. Niemand zal erkennen dat hij te laat is geboren, maar ik kan niet anders zeggen dan dat dit in mijn geval echt wel zo is.”

Waar de film vertoond gaat worden is niet bekend. “Ik hoop op het journalistieke filmfestival van Perugia,” zegt de maker. “Gaan we met z’n allen naar Italië. Maar ik ga er sowieso vanuit dat hij binnen een jaar op de Nederlandse televisie te zien is.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Lifestyle
  • Paul Tolenaar