Hij had al meer dan honderd jaar zijn gezicht niet meer laten zien, maar vijf jaar geleden banjerde hij weer vrolijk ons land binnen: de wolf. Meteen iedereen op z’n achterste benen natuurlijk, vooral de boeren die opeens visioenen hadden van dode schapen in de wei. En dan die ouders, die arme ouders die hun kinderen al als hapklare brokjes vermorzeld zagen worden als ze ook maar één stap in het bos zouden zetten. Want o, o, o, die wolf... Opeens leden we met z’n allen weer aan dat vermaledijde Roodkapje-complex, zoals natuurbeschermers het zo mooi wisten te omschrijven. Nu, vijf jaar later, kunnen we voorzichtig de balans opmaken: nul kinderen dood, wel een paar schapen, dat dan weer wel.
Het begon natuurlijk met die ene wolf die via Duitsland ons land binnenliep, maar volgens BIJ12, de organisatie die de wolvenstand in Nederland bijhoudt, zijn er momenteel zeker negen wolvenroedels in ons land: zeven op de Veluwe en twee in Drenthe. Zeker twintig wolven schijnen zich permanent in Nederland te hebben gevestigd, die andere wolven trekken als nomaden door ons land. Exacte cijfers zijn er niet, maar volgens BIJ12 zouden er alleen al dit jaar zeker 39 welpen zijn geboren: bewijs dat de wolvenpopulatie gestaag groeit. En hoe meer wolven in Nederland, hoe groter de verdeeldheid, zeker in verkiezingstijd. Zo vinden partijen als Partij voor de Dieren, D66 en de ChristenUnie de wolf een verrijking voor de biodiversiteit, terwijl boerengezinde partijen als BBB en CDA de wolf het liefst ons land weer uit jaagt. Of nog erger, zoals een gedupeerde in Overijssel vier jaar geleden zelfs letterlijk zei: “Bij te veel overlast en in het uiterste geval: afschieten.”
Meer dan dertig jaar geleden, in 1992 om precies te zijn, namen wij de wolf al eens onder de loep, want toen was de controverse ook al groot. Wat op zich wel raar was, aangezien hij dus niet in Nederland voorkwam en omdat we voor de laatste in Nederland gedode wolf terug moesten naar 1845. Waarom hij dan nog steeds zo’n slecht imago had? Omdat ze vroeger, heel vroeger, inderdaad veestapels bedreigden, zeiden biologen, al brachten ze daar destijds ook enige nuance in: “Onder herten, zwijnen en rendieren fungeert hij als een soort Keuringsdienst van Waren: ze jagen alleen op oude, jonge en zieke dieren.”
Voor de mens was hij sowieso geen gevaar, zei een hoogleraar, verbonden aan de universiteit van Wageningen: “Er zijn geen gevallen bekend van wolven die zomaar een mens hebben aangevallen of gedood. In Portugal is wel het lijk van een oude vrouw aangetroffen waaraan wolven zich tegoed hebben gedaan, maar het is vrijwel zeker dat die dieren haar al dood hebben aangetroffen.”
Begin jaren negentig waren er zo’n 8500 wolven in Europa, voornamelijk in landen als Roemenië, het toenmalige Tsjechoslowakije en in het noorden van Spanje: tegenwoordig staat de teller al op zo’n 18.000. Waarvan dus minder dan 1 procent in Nederland rondloopt. En die dus geen mensen aanvalt. Toch knap dat ie dus een verkiezingsthema is, zij het een heel kleintje.