Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

De laatste biecht van Rob Saab

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: de moord op Jacqueline Antes.

Henk Strootman

Het is deze week 26 jaar geleden dat bij Zeewolde het stoffelijk overschot werd gevonden van de 21-jarige Jacqueline Antes. Ze was op een gruwelijke manier vermoord. Niet in Zeewolde, maar ergens in Rotterdam. Jacqueline was verslaafd en tippelde daar om aan geld te komen op de Keileweg. Gevaarlijkere plekken waren er in die tijd niet in Rotterdam.

Het was een jachtgebied voor mannen die meer wilden dan gewone seks. Extremiteiten, waar ze thuis niet mee aan hoefden te komen. Of lekker onbeschermd, als een bizarre vorm van Russisch roulette. Sadisten kwamen er ook, die er op kickten om de uitgemergelde en wanhopig verslaafde meiden af te tuigen of de keel dicht te drukken. Veel meiden lieten dan ook het leven tijdens hun werk, onder wie dus Jacqueline Antes. Ze was in augustus 1997 voor het laatst gezien toen ze op de Keileweg bij een man in de auto stapte.

De dood van de jonge vrouw vormde het trieste slotstuk van een toch al treurig leven. Jacqueline groeide op in Zwijndrecht en had het zwaar thuis. Vader dronk en moeder keek nauwelijks naar haar om. Soms, als de ouders even rust wilden, werd Jacqueline een weekend lang in haar kamertje opgesloten, met een flink slot op de deur. Haar behoefte moest ze maar in een emmer doen.

Jacqueline Antes werd in 1997 vermoord.

Niet zo verwonderlijk dus dat Jacqueline al jong het huis ontvluchtte. Hoewel ze wel liefde vond bij haar oma ging het al snel bergafwaarts met de Zwijndrechtse. Ze ging voortijdig van school en kwam als 16-jarige via een jeugdgevangenis op straat terecht. Daar raakte ze verslaafd aan heroïne en belandde ze op de tippelzone langs de Keileweg. Jacqueline kende de risico’s van het vak. In de zomer van 1997 werd haar collega-tippelhoertje en vriendin Mirjam Möller vermoord. Maar het weerhield de Zwijndrechtse er niet van om haar lichaam te blijven verkopen. Ze had geen andere keus.

Het onderzoek naar de moord op Jacqueline verliep zeer moeizaam. Ten eerste duurde het twee weken voordat ze kon worden geïdentificeerd. Verder zag de recherche zich geconfronteerd met een wereldje waarin veel mensen niets wilden zeggen of zich amper konden herinneren waar ze een dag eerder waren geweest. Het feit dat het lichaam ruim 100 kilometer van de vermoedelijke moordplek was gedumpt, maakte het er niet makkelijker op. Er werd uiteraard gekeken naar een eventueel verband met de moord op Mirjam Möller, maar dat bleek er niet te zijn. Het onderzoek liep, zoals bij veel eerdere prostitutiemoorden, al snel vast.

"De man had een grote voorliefde voor extreem gewelddadige seks en zat al eens vast voor de mishandeling van vijf prostituees"

Maar in juli 1999 leek er opeens een doorbraak te zijn in de zaak. De recherche was op het spoor gekomen van een zekere Rob ’t H. uit Kralingen, die vanwege de auto waarin hij reed ‘Rob Saab’ werd genoemd. De man had ondanks zijn keurige voorkomen een zeer slechte reputatie op de Keileweg. Hij had een grote voorliefde voor extreem gewelddadige seks en zat al eens vast voor de mishandeling van vijf prostituees. Omdat Rob vanuit de paardensport bekend was in de omgeving van Zeewolde, hij kort na de moord op Jacqueline zijn auto op een andere naam had gezet en het slachtoffer kende leek hij de juiste verdachte. Maar Rob ontkende en kon uiteindelijk niet voor de moord op Jacqueline worden veroordeeld.

De doem der verdenking bleef echter. En toen, jaren later, werd Rob ziek. Terminale kanker. Vanuit zijn sterfbed vroeg hij een rechercheur om bij hem langs te komen. Voor de ultieme biecht? Nee, Rob wilde nog één keer nadrukkelijk zeggen dat hij misschien een klootzak was geweest, maar geen moordenaar. Anders was dit toch wel het moment geweest om schoon schip te maken. Kort daarna overleed de Kralinger.

De moord op Jacqueline Antes is nog altijd onopgelost.