Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Cabaretier Viggo Waas: ‘Nu weet ik dat ik sterfelijk ben’

Viggo Waas (61) is cabaretier, columnist, theatermaker, imitator van Johan Cruijff en dan zijn we vast nog iets vergeten. Sinds zijn herseninfarct in 2021 is hij echter ook ambassadeur van diverse goede doelen. “Er werd me in het ziekenhuis gevraagd of ik wist waar ik was. Ik kreeg het niet uit mijn mond en zei iets als zie-hui...”

Viggo

Met Viggo Waas is Johan Cruijff altijd in de buurt. Zelfs tijdens een gesprek dat grotendeels gaat over de impact van zijn herseninfarct. Op 29 maart 2021 werd hij tijdens de warming-up in de sportschool onwel en kwam hij weer bij in het ziekenhuis. Een lange revalidatie volgde. Het gaat inmiddels weer een stuk beter, zegt Waas monter. Hij is af en toe wat vermoeider, dat wel. En zijn mond voelt nog altijd anders dan voor het infarct. Praten kost daardoor meer energie. Wie hem goed kent, merkt het wel, stelt hij. Maar hij mag niet mopperen: vlak na die noodlottige dag kon hij slechts brabbelen. Waas staat dus bekend als een uitmuntende imitator van de meest onnavolgbare Nederlandse voetballer ooit. Of hij Cruijff nog zo goed kan nadoen? Waas geeft geen simpel antwoord met ja of nee, maar begint een paar typische Cruijffcitaten voor te schotelen. Hij kan het dus nog. “Toch voelt het anders. In het ziekenhuis lag ik al in bed te oefenen, want ik wilde zelf ook weten of het nog zou lukken. Nog steeds kan ik hem niet meer nadoen zoals ik dat kon. Mijn mond voelt echt anders.”

Toch doe je Cruijff op het podium nog weleens na. Doe je dat dan omdat mensen dat van je verwachten?
“Ik doe het niet omdat mensen het van me verwachten. Het past gewoon in het programma omdat we het hebben over wat ik wel en niet meer kan. Stemmetjes heb ik altijd leuk gevonden en imitaties ook. Als kleine jongen lag in bed al stemmen na te doen of stemmetjes te verzinnen. Nu gaat stemmetjes nadoen me makkelijker af dan mijn eigen stem gebruiken. Dat heeft er volgens mij te maken dat mijn eigen stem in mijn onbewuste geheugen ligt en dat is door het infarct meer geraakt. Dat ik met Cruijff iets meer moeite hebt, komt vast omdat ook hij meer in mijn onbewuste geheugen zit. Dat vind ik dan wel weer mooi.”

Voelt het op het podium staan sowieso anders?
“Ik merk wel dat ik me iets meer moet focussen dan voorheen. Het gaat minder vanzelf. Het is eigenlijk hetzelfde als met voetballers die terugkomen van een blessure: in het begin moet je je richten op je taak en dan merk je snel genoeg of je iets extra’s kan doen omdat je in vorm bent of dat je beter of safe kunt blijven spelen. In het begin moest ik ook op safe spelen.”

Je stond afgelopen maanden met Peter Heerschop in het theater met de voorstelling Er gaat nog iets heel moois gebeuren. Die show hadden jullie eigenlijk al geschreven voor jouw herseninfarct, maar gaat uiteindelijk ook over wat je is overkomen. Waarom hebben jullie dat toegevoegd?
“In alle shows die we maken, zit wel iets van ons persoonlijk. Zonder dat we met een vingertje willen wijzen, houden we de maatschappij een spiegel voor. Onszelf ook. Dan kan zo’n gebeurtenis simpelweg niet onbesproken blijven. Bovendien zit er ook schoonheid en humor in zo’n ongeluk.”

‘Ook in een ziekenhuis zie je veel humor. Ik ben die verhalen meteen gaan opschrijven. Eerst met steekwoorden, later met een paar vingers op mijn laptop’

Zelfs humor?
Ja. Zelfspot bijvoorbeeld. Ik zei al dat ik het woord ‘ziekenhuis’ niet kon uitspreken toen ik net wakker was geworden. Peter stond net als mijn vriendin, broer en personal coach naast mijn bed, en zei meteen tegen de arts: Hij zei ziekenhuis! Ik hoorde het duidelijk. Daarnaast maakte ik op de zaal van alles mee. Ik luisterde naar alles wat om me heen gebeurde; naar de conversaties tussen de mensen die er lagen en hun familie, hoe ze aten en zichzelf staande probeerden te houden. Ook daar zit veel humor in.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Je hebt het daarover ook in het boek Infarct, dat je samen met Peter schreef. Zo lag er een mevrouw De Haas bij je op de kamer. Zij had duidelijk de broek aan thuis. Je vond het zielig voor meneer De Haas dat ze naar een ziekenhuis dichter bij huis ging, zodat hij vaker kon komen.
“Daar denk je dan aan als je hoort dat ze vertrekt: arme meneer De Haas. Veel mensen zien vooral de ellende als ze in het ziekenhuis komen, want dat is een plek van ziekte en dood. Ik heb altijd al naar de buitenwereld gekeken met een andere bril. Wat gebeurt er nou echt? Als je zo kunt kijken, zie je ook in een ziekenhuis veel humor en is het een prachtige inspiratiebron. Ik ben die verhalen meteen gaan opschrijven. Eerst met steekwoorden, later kon ik met een paar vingers tikken op mijn laptop. Ik had meteen het gevoel dat het een boek kon worden. Ik vond het fijn om te doen.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.

Entertainment
  • Clemens Rikken