Eerst volstromende tattooshops, daarna de Coolsingel
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: dat ene woord.
Micha Jacobs
De paaseieren zaten er nog niet in of bij Tattoo Bob in Rotterdam werden al de eerste kampioenstatoeages van Feyenoord gezet. RTV Rijnmond had er vorige week een item over.
Tatoeëerder Ralph: “Het begint een traditie te worden, als Feyenoord bijna kampioen is.” In de stoel lag de van zelfvertrouwen blakende Feyenoorder Mark, met kaalgeschoren kop en Feyenoordshirt: “Daar gaan we, we kunnen niet meer terug.” Vervolgens jaste Ralph gretig de inkt in Marks onderarm, maar niet zonder eerst te waarschuwen dat je de huid niet moet verkopen voordat de beer geschoten is. Want dat ging in het verleden weleens fout, zei hij: “Het meest rare is dat ik er nooit eentje heb moeten verwijderen. Volgens mij hebben wij er wel één keer onder getatoeëerd: we waren er bijna.”
De kans dat het dit seizoen nog misgaat voor Feyenoord is natuurlijk kleiner dan dat er een meteoriet op de Erasmusbrug valt, en ook de Europa League kan nog worden gewonnen, dus tattooverslaafde Feyenoorders zitten opeens met een dilemma. Want zet je alleen een schaal op je arm of prik je er meteen een Europa League-trofee naast? Er lopen genoeg Feyenoorders rond die een tatoeage hebben met Feyenoord Conference League Winner 2022 op hun rug of scheenbeen, maar zouden zij zich nóg eens aan dezelfde steen stoten? Winnen van AS Roma en José Mourinho zou wel een mooie wraak zijn voor de verloren finale van vorig jaar, maar dat terzijde. In Alkmaar zou je waarschijnlijk hetzelfde item kunnen draaien, maar dan met AZ-supporters. Deze week begint AZ aan de kwartfinale van de Conference League tegen Anderlecht: wedden dat er nu al een Zaankanter rondloopt met een voorbarig plaatje op zijn reet? Net als zestien jaar geleden toen de Alkmaarse tattooshops overuren maakten om nog vóór de kampioenswedstrijd op 29 april 2007 alvast die datum onder de schaal te vereeuwigen. Met dramatische gevolgen, want je weet hoe die wedstrijd destijds op Woudestein afliep. Een illusie armer, maar een tatoeage rijker.
Ik weet nooit zo goed of ik voetbalsupporters moet bewonderen voor hun onverwoestbare vertrouwen of dat ik plaatsvervangende schaamte moet krijgen voor zo’n idiote actie. Ik geloof er namelijk heilig in dat je de boel ook kunt jinxen, dat je met de eerste druppel inkt in je lijf eigenlijk al de boel hebt verziekt. Of vind je dat ik mij niet zo moet aanstellen en gewoon nu al Arne Slot op mijn rug moet zetten die de schaal en de Europa League-trofee vasthoudt op de Coolsingel?
Edwin Struis
Arne Slot op je rug laten vereeuwigen lijkt me een prima investering. Want dan heb je gelijk de coach te pakken die ons in 2030 de wereldtitel bezorgt. Volgens mij ziet zijn scenario er als volgt uit: eerst nog een jaartje met Feyenoord in de Champions League spelen en wellicht de landstitel prolongeren om vervolgens te oogsten bij een mooie club in Engeland of Spanje. Een paar jaartjes flink de bankrekening spekken om dan zo rond 2028 het bondscoachschap te aanvaarden. En dan twee jaar later toeslaan in – helaas – Saoedi- Arabië waar hij het WK wint met spelers als Lutsharel Geertruida en Quilindschy (zou je die naam op je rug willen hebben?) Hartman. Heb je tegen die tijd nog ruimte voor een tatoeage van de Wereldcup?
Hoewel ik me verheug op de ECduels van Feyenoord en AZ heb ik m’n portie Europees voetbal al achter de rug. Vorig weekend vond ik mezelf met vijf vrienden terug bij Progresul Spartac, je weet wel die tweededivisieclub uit Roemenië die vecht tegen degradatie. Ze hebben daar de onhebbelijke gewoonte om wedstrijden op zaterdagochtend 11.00 uur te laten beginnen, niemand weet waarom, dus daar gingen we dan in twee taxi’s op weg naar het pittoreske Bufta, even buiten Boekarest. Nog een tikkeltje onvast op de benen, vanwege een drankgelag de avond ervoor, waarvan ik me enkel nog herinner dat er op een gegeven moment, naar oud-Roemeens gebruik, een papegaai op m’n hoofd zat. Er schenen ook dansmariekes om me heen gecirkeld te hebben plus een Gheorghe Zamfir-kloon met een panfluit waar je horendol van werd. Zo’n avond dus.
Fijn om dus even uit te kunnen wasemen bij een duel in de krochten van het Roemeense voetbal. In een decor waar meer schapen opdoken dan supporters. Toch ging onze aankomst niet ongemerkt voorbij. De eerste de beste supporter van Progresul, tevens radiocommentator van de plaatselijke omroep, sprak de nu al legendarische woorden: “What are you doing here?” En inderdaad, dat vroegen we ons ook af, ook al omdat binnen de kortste keren tegenstander FC Brasov drie keer had gescoord zodat er van enige spanning geen sprake meer was.
Dat belette de harde kern van Progresul – bestaande uit veertien personen, drie vlaggen en een imponerend repertoire – niet om negentig minuten lang hun helden toe te zingen, aangespoord door een aanjager met een marmot op z’n hoofd. Vergeet AS Roma, vergeet Anderlecht, dit is pas Europees voetbal!
- ProShots