Hinderlijke onderbreking van de Eredivisie, dat Oranje
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Oranje.
Micha Jacobs
Ook zonder bedorven kip-kerrie had Oranje waarschijnlijk een draai om de oren van die Fransen gehad, maar daar ging het allang niet meer over in de Feyenoordappgroep die ik met mijn schoonvader en zwager onderhoud.
Toen Kenneth Taylor in Parijs al na dertig minuten en bij een 3-0-achterstand naar de kant moest, appte mijn zwager: “Jochie gaat met nóg minder zelfvertrouwen terug: dank Ronald!” Even later: “Geertje (Lutscharel Geertruida, red.) heeft Mbappé aardig onder controle.”
Daarna, toen Daley Blind om onbegrijpelijke redenen in het veld kwam: “Fuck me, waarom geen Wieffer? Nou ja, pakt hij mooi zijn rust.”
Je begrijpt: Feyenoorders keken de afgelopen interlandperiode vooral naar Feyenoorders en zagen het Oranjetweeluik vooral als een hinderlijke onderbreking van de eredivisie. Ik betrapte mij er ook op dat ik met een schuin oog Oostenrijk-Azerbeidzjan (4-1) in de gaten hield, en dan vooral om te zien of Gernot Trauner heel bleef. Want blessures tijdens een interlandperiode, dat wil je niet, zeker niet als je in een titelstrijd bent verwikkeld. Ik was nauwelijks teruggeschakeld naar Parijs of ik zag hoe Geertruida naar zijn achterbeen greep vanwege een hamstringblessure en mijn telefoon begon te roken van de hoeveelheid appjes.
Zwager: “Kut kut kuuuuuuuut.”
Die oorwassing van Frankrijk en dat plichtmatige potje tegen Gibraltar had je wat mij betreft ook schriftelijk mogen afdoen, zo voorspelbaar als ze waren. Maar veel belangrijker: als club krijg je je spelers eerder kreupel dan fit terug, wat vooral Feyenoord niet kan gebruiken met de schaal die lonkt en met de stadsderby tegen Sparta voor de boeg (zondag, 14.30 uur). Bibberend richting AS Roma en richting Coolsingel, dat is toch wat het is.
Een paar uur eerder hield ik mij nog een stuk groter toen ik naar de Bruna bij mij om de hoek in Amsterdam liep en het boek Lourdes aan de Maas van Michel van Egmond en Martijn Krabbendam kocht, over Feyenoord uiteraard. Voor mijn schoonvader, want hij was jarig. Ik had het met gemak online kunnen bestellen en thuis kunnen laten bezorgen, maar het plezier om het juist in een winkel in Amsterdam te kopen liet ik mij niet ontnemen.
De grijze dame achter de kassa keek mij meewarig aan. “Wat moet je nou weer met dat boek?” vroeg ze.
“Opeten” zei ik.
Met tegenzin pakte ze het in, tot groot genoegen van mij. Ik dacht alleen maar: jammer dat Oranje vanavond speelt, en niet Feyenoord. Uitkijken naar een eredivisieweekend, het was weer even geleden. Voor jou?
Edwin Struis
Over appverkeer gesproken. Mijn in Boedapest stage lopende dochterlief Bobbie heeft omgang met Fransoos Mattéo, dus voor haar stond er vrijdagavond nog wel iets op het spel: laten we het eergevoel noemen. “Verschrikkelijk,” appte ze na 25 minuten. Dat vatte adequaat het niveau van het Nederlands elftal wel samen. Een Taylor-made Oranje.
Een verzameling overgewaardeerde houten Klaassen, weggeblazen door Frankrijk. Logisch dus dat jullie je meer bezighouden met het nakende kampioenschap van Feyenoord. Met dit Oranje wil je niet vereenzelvigd worden. Weet je wat ik, naast enige cohesie in het samenspel van de Koeman-clan, ook miste? De inbreng van Tom Egbers bij het geheel. Analisten Rafael van der Vaart en Pierre van Hooijdonk waren als vanouds van de partij, maar het vertrouwde gestamel van de gastheer ontbrak. Op de vlotter lopende zinnetjes van zijn vervanger Sjoerd van Ramshorst zat ik helemaal niet te wachten, dat gestroomlijnde gedoe, bah. Lekker aan een zin beginnen waarvan je zelf niet weet waar ie eindigt, heeft toch zeker veel meer charme. Kortom: één groot dieptepunt, die vrijdagavond. De naam van Egbers viel trouwens wel veelvuldig tijdens mijn hoogtepunt van de week. Dat vond een paar dagen eerder plaats in de kantine van VVZ’49 te Soest, waar ik getuige was van de boekpresentatie van Fútbol, een diepgaand relaas over het Spaanse voetbal van de hand van Koen Greven. Een fijne collega/vriend die jarenlang als NRC-correspondent in Madrid vertoefde en die je, als je kwam overgevlogen, met raad en daad – tot zelfs een slaapplek aan toe – bijstond om het voetbal aldaar te doorgronden.
De vernissage was al de moeite waard, maar wat ik daarna allemaal hoorde in de wandelgangen van een goed ingevoerde NOS-bron, deed de oren helemaal klapperen. Wat al die commentaarcoryfeeën allemaal uitgespookt hebben op (en ja, soms ook letterlijk op) de redactievloer van Studio Sport op het gebied van seksueel overschrijdend of ander ongepast gedrag, daar kunnen hele edities van de Volkskrant mee gevuld worden, wekenlang.
Het ene verhaal was nog smeuïger dan het andere, tot aan buitenechtelijke kinderen aan toe. Nogmaals: opgetekend uit één enkele bron, dus in die zin niet van publicitaire waarde. Maar ook als maar de helft van de verhalen juist zou zijn, hoeft er niet enkel naar Tom Egbers en Jack van Gelder gewezen te worden.
Pas in de loop van de volgende ochtend kregen m’n oren weer de vertrouwde kleur in plaats van vuurrood. Wat een slangenkuil, daar verbleekt Oranje bij.
- ANP