Twee leden van de parketpolitie leiden Anwer* (36) naar zijn stoel. Hij is een iele, schuchtere man in een veel te grote wollen trui. Ineengedoken zit hij op zijn stoel, alsof hij het, ondanks zijn trui, steenkoud heeft. Onder de tafel spannen de opgerolde pijpen van zijn spijkerbroek om zijn magere kuiten. Naast hem zit een tolk, want hoewel hij al jaren in Nederland woont, is zijn Nederlands nog altijd slecht.
Waar Anwer in die tijd wel hard aan heeft gewerkt is zijn strafblad. Een indrukwekkend document dat inmiddels achttien pagina’s telt en bol staat van de diefstallen, mishandelingen, bedreigingen en beledigingen. In de zaak van vandaag zit hij inmiddels zestien dagen vast. Volkomen onterecht, vindt hij zelf. Sterker nog, een bloemetje was meer op z’n plaats geweest.
“Ik wilde alleen helpen,” laat hij via zijn tolk weten.
Sinds enige tijd woont Anwer bij het Leger des Heils. Officieel kwam daarmee een einde aan zeven jaar dakloosheid, maar in de praktijk speelt zijn leven zich nog altijd grotendeels af op straat, waar hij vaak doelloos rondhangt met soortgelijke zielen die zichzelf dag na dag zonder al te veel hoop, plannen of verwachtingen door het leven slepen. Een paar uur per week harkt Anwer een begraafplaats aan.
Op een maandagavond hoort een inwoner van de Utrechtse binnenstad tumult op straat en kijkt uit het raam. Daar ziet hij hoe een man harde klappen krijgt van een andere man. Ook een derde man bemoeit zich ermee. De ooggetuige belt direct de politie.
Nog voordat de rechter hem de rest van de getuigenverklaring kan voorhouden, zit Anwer al driftig met zijn hoofd te schudden. “Zo is het volgens u niet gegaan?” vermoedt de politierechter.
Anwer vertelt hoe hij op straat liep en een stomdronken man op zich af zag komen. Zwalkend probeerde de man op de been te blijven, maar helaas, zijn elastieke benen gaven er de brui aan. Voor hij de grond raakte, sloeg zijn hoofd hard tegen een betonnen muur aan. Roerloos bleef de man daarna op de grond liggen. Anwar liep eropaf. Met zijn vlakke hand demonstreert hij hoe hij de man een paar keer op zijn wang tikte, in een poging hem tot leven te wekken, maar dat haalde weinig uit. Ook een derde man snelde toe, niet veel later gevolgd door de politie.
“U heeft hem met de vlakke hand een paar tikjes op de wang gegeven?” vat de rechter samen.
Anwer knikt. “Ik wilde alleen helpen,” zegt hij nog maar eens.
‘Zo zie je er niet uit na een paar tikjes op je wang, toch? De man had een flinke wond boven zijn linkeroog en een gapende snee van een centimeter of vier op zijn kin’
Bedenkelijk kijkt de rechter hem aan. Dan duiken zijn ogen weer in zijn computerscherm.
“Heeft u de foto’s gezien van het slachtoffer die in het dossier zitten?” vraagt hij.
Anwer knikt.
“Zo zie je er niet uit na een paar tikjes op je wang, toch?
De man had een flinke wond boven zijn linkeroog en een gapende snee van een centimeter of vier op zijn kin.”
“Hij was gevallen,” herhaalt Anwer. “Hij had zijn hoofd gestoten tegen een muur.”
Een paar tellen kijkt de rechter hem ongelovig aan.
“Zelf was u volgens de politie ook niet ongeschonden.
U had bloed aan uw handen en een wond op uw neus.
Hoe verklaart u dat dan?”
Op die vraag moet Anwer het antwoord schuldig blijven.
“U had zelf ook flink gedronken die avond, klopt dat?”
“Ik drink al vijf maanden geen druppel meer,” zegt Anwer met enige trots.
Opnieuw duikt de rechter in het digitale dossier. “U heeft die avond geblazen en dat was niet bepaald weinig,” stelt hij vast.
“Dat klopt.”
“Maar dat is dan toch geen vijf maanden geleden? Dat is amper twee weken geleden.”
“Ja, maar toen had ik een feestje,” zegt Anwer, die wat zijn geheelonthouding betreft blijkbaar niet al te streng is voor zichzelf.
Nu is het de rechter die het hoofd schudt. “Uit niets blijkt dat uw verhaal klopt,” concludeert hij op basis van het letsel, de ooggetuigenverklaring en de verklaring van de derde man, die naar eigen zeggen erger voorkwam omdat Anwer op het punt zou hebben gestaan om het slachtoffer ook nog een paar fikse trappen uit te delen. Voor de mishandeling krijgt Anwer zestien dagen cel opgelegd, een straf die gelijk is aan het voorarrest.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban