'Ik wil ook zo'n contourtje als Quilindschy'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: het verse kapsel van Hartman.
Micha Jacobs
Misschien moet ik alleen voor mijzelf spreken, maar we stonden niet bepaald vooraan toen er weelderige bossen haar werden uitgedeeld, of wel?
Tot vorige week had ik daar geen enkele moeite mee, maar toen zag ik Quilindschy Hartman instappen bij Andy van der Meijde, voor de YouTube-serie Bij Andy in de Auto. Het ging vrijwel meteen over het haar van de linksback van Feyenoord (en volgens Wesley Sneijder zelfs de toekomstige linksback van Oranje).
Andy: “Je hebt je haar anders gedaan, hè?”
Quilindschy: “Ja man!”
Andy: “Eerst dacht ik dat je kapper blind was, maar het is wel mooi.”
Quilindschy: “Ik heb er veel reacties op gehad, man. Ik heb dit kapsel gezien bij een rapper, uit Rotterdam.”
Andy: “Je hebt zelfs je haargrens weggeschoren!”
Quilindschy, lachend: “Ja man!”
In de nek was alles weg en vanaf daar liep het met een licht verloop naar het tapijtje op zijn hoofd. Bij ons is dat precies andersom, maar nu wil ik ook zo’n vachtje, zo’n universeel voetbalkapsel dat je wereldwijd bij zeker de helft van de voetballers ziet. Precies ook het kapsel dat je bij iemand met de naam Quilindschy verwacht, zoals een zwierige naam als Carlos Valderrama ook klinkt als een volle bos krullen en niet als zo’n dooie Sahara als die van ons.
En dat tapijtje is nog bijzonder veel in beeld ook, want na de return van de Europese achtste finale tegen Sjachtar Donetsk (donderdag) in een volle Kuip staat Quilindschy – de naam komt minder dan vijf keer voor in Nederland, had ik opgezocht, dus ik noem ’m extra vaak – zondag alweer in een volle Arena voor de Klassieker tegen Ajax. En een dag later mag hij zich ook nog eens voor het eerst melden bij het Nederlands elftal. Dat zijn dus drie grote momenten in amper vijf dagen waarop we dat contourtje in al zijn strakheid kunnen bewonderen.
Zonder dollen: er waren tijden, pre-Maradona, dat Ruud Krol de koning van Napels was, vooral door zijn gebeeldhouwde kop en dito coupe. Tegenwoordig wordt alles gekortwiekt met een tondeuse, tot aan de wenkbrauw aan toe. Zouden ze soms met z’n allen in een windtunnel hebben gestaan en ontdekt dat zo’n contourtje superaerodynamisch is? Moeten wij dan ook niet in Istanbul zo’n kunstgrasveldje op ons schedel laten inzaaien, net als Ruud Gullit? Twee voor de prijs van één!
Edwin Struis
Moeten we het hier echt over haarimplantaten hebben, amice? Ik moest altijd een beetje grinniken als ik Dick Advocaat, Ruud Geels of Raymond van Barneveld met zo’n gekunstelde mat rond zag paraderen. Ik geloof dat Daley Blind en Davy Klaassen er binnenkort ook aan moeten geloven, als het tenminste aan hun weelderig behaarde (qua kapsel dan hè) echtgenotes ligt. Aan mijn lijf geen contourtjes of coiffuurtjes of hoe het allemaal ook heten mag. Weet je dat ik altijd een zwak heb gehad, zelfs in m’n krullentijd, voor kale voetballers? Te beginnen uiteraard met Bertus de Harder. “Krijten, Bertus!!!” riepen ze een eeuw geleden langs de lijn bij VUC als de veterbal en De Harders knar ruzie met elkaar hadden. Maar een bijnaam als ‘de Goddelijke Kale’ zouden we allemaal wel willen, toch? En weet je waarom Jaap Stam de uitstraling had van een genadeloze voetballer? Dat had weinig met zijn fluwelen balbehandeling te maken, maar alles met zijn haardracht, of beter het ontbreken ervan. Arjen Robben, nog zo’n type. Die had ergens gelezen dat ie haarloos nog sneller over de vleugels zou kunnen flitsen, dus weg met die plukjes ballast. De grote Poolse spits Lato had ook nog maar weinig haar meer toen hij tot topscorer van het WK’74 werd gekroond. Had trouwens ook geen makkelijk uit te spreken voornaam, onze Grzegorz.
Maar Quilindschy overtreft natuurlijk alles. “Laten we ’m Quilindschy noemen,” moet toch een van zijn ouders (allebei?) hebben geroepen tijdens een met – dat kan niet anders – drank overgoten avond. Dat zijn naam bij de burgerlijke stand goed in het geboorteregister terecht is gekomen, mag een wonder heten. Het is voor shirtbedrukkers trouwens te hopen dat ie niet àla Memphis of Virgil in de toekomst enkel z’n voornaam achter op z’n shirt wil hebben.
De exotische naam van Quilindschy Hartman doet me ook denken aan die van Tijjani Reijnders, ook een speler die ooit eens in Oranje zou kunnen belanden. Vernoemd naar Babangida, zoals Fernando Ricksen is vernoemd naar een ABBA-hit en Eljero Elia fonetisch naar de zanger van Roof Garden. Er zijn trouwens ook voetballers die met hun naam in hun maag zitten. De vroegere Feyenoord-keeper Bram Geilman veranderde om voor de hand liggende redenen zijn naam in (nee, niet in Piet Geilman) Bram Gildeman.
Afijn, we dwalen af. Ik ga de tondeuse maar weer eens ter hand nemen, voor de betere biljartbal.
- ANEFO, Pro Shots e.a.