'Als Ajax in crisis verkeert, slaat iedereen op hol'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: crisis in Amsterdam.
Edwin Struis
Omdat ik in de periferie van Amsterdam woon, wil men mij nogal eens verwarren met een Ajax-supporter. Een groot misverstand. Ik heb nooit een connectie gevoeld met dat pocherige, arrogante clubje uit Amsterdam-Oost. Natuurlijk genoot ik als jong jochie van het Ajax van Cruijff en Keizer dat begin jaren 70 Europa veroverde, maar tot enige vorm van clubliefde heeft dat nooit geleid. Daarvoor was HFC Haarlem mij te dierbaar. Van supporters die tijdens een wedstrijd spandoeken ontvouwen waarop hun afkeer van deze of gene moet blijken, begrijp ik ook helemaal niks. Of die, zoals laatst tijdens Ajax-Volendam, negentig minuten lang ‘Schreuder, rot op’ roepen. Mooiweersupporters die tijdens het eerste de beste zuchtje tegenwind of dreigende regenbui al helemaal van slag raken. Die niet kunnen dealen met tegenslag, toch vrij normaal in een sportief milieu. Winnen is normaal, verliezen een begrafenis, betoogde Bobby Haarms, alias de goede beul, ooit. Wat hadden wij vroeger dan bij HFC Haarlem gemoeten? Een periode van algemene rouw afkondigen, als we weer eens een trits wedstrijden op rij verloren hadden? Elke thuiswedstrijd niet met een zakdoekje maar met een laken wapperen?
Als Ajax in crisis verkeert, slaat iedereen in de Johan Cruijff Arena op hol als een kudde gnoes in de Serengeti. Opeens klopt er helemaal niets meer van. Schuimbekkende supporters willen koppen zien rollen, en niet alleen van de trainer. ‘Boegbeeld voor altijd, als directeur de weg kwijt,’ stond er op een spandoek richting Edwin van der Sar. Anderen zouden niets liever willen dat Marc Overmars z’n rentree zou maken, want ‘hij is door de publieke opinie toch al genoeg gestraft’ en twintig keer beter dan de ‘stagiairs’ Huntelaar en Hamstra die in eendrachtige samenwerking het technisch beleid aan het vernachelen zijn. De door velen vóór zijn vertrek naar München regelmatig uitgejoelde Daley Blind is met terugwerkende kracht de beste Ajacied ooit, en alle aankopen – destijds juichend ontvangen – weigeren te renderen. En waarom ontbeert de raad van commissarissen ook maar een greintje voetbalknowhow?
Natuurlijk, er zit best een kern van waarheid in alle kritiek, het wordt in Amsterdam alleen allemaal zo uitvergroot. Alsof verliezen niet bestaat in de sport. Nu mag John Heitinga zijn bij Jong Ajax opgebouwde krediet (vijftiende in de eerste divisie!) verzilveren als interimtrainer. Als dat maar goed gaat...
Micha Jacobs
In Amsterdam zullen ze heus wel weten wat ze doen, want zij zijn Ajax en zij zijn de besten, toch? Tenminste, dat hoorde ik Ajax-supporters al jaren zeggen, als kleuters op een schoolplein. Maar die echo is opeens verdwenen. Nu nemen ze hun kleutergedrag mee het schuurtje in, waar ze met een spuitbus een laken vol kliederen met leuzen die er niet om liegen: ‘Schreuder out’ en ‘Ajax is een schip zonder kapitein’. Zo, die kan Edwin van der Sar in zijn zak steken!
Ik vind het wel iets schattigs hebben, dat kneuterige ongenoegen. Opeens krijgen die supporters ook iets menselijks: hun godenzonen zijn weer op aarde beland, dus ook zij zweven niet meer arrogant boven de rest van de eredivisie. Volwassen kerels die strijdbaar alle social media volpennen, dat HUN CLUPPIE NOOIT VERLOREN GAAT, in kapitalen uiteraard omdat ze bang zijn dat we het anders niet goed kunnen lezen. Wat ik zeg: schattig, en misschien zelfs een beetje ontroerend. Het is dat ik zelf een Feyenoorder ben, anders had ik ze een aai over de bol gegeven en zachtjes in hun oor gefluisterd dat het allemaal wel goed komt. Kijk alleen maar naar de centjes die ‘hun cluppie’ in het spaarvarken heeft zitten. Hoeveel geld hebben ze ook dit seizoen weer binnengeharkt met transfers als die van Antony? Genoeg om de voedselbanken in Amsterdam en ver daarbuiten te sluiten, toch?
Na de vuurdoop van Johnny Heitinga uit bij Excelsior (1-4) – of wacht, nu hij de blaren van Ajax-1 moet doorprikken en als pleistertje waarschijnlijk het seizoen mag afmaken is het opeens John, of misschien wel meneer Heitinga – zijn de praatjes weer even terug. Want John zei vooraf (‘de absolute wil om te winnen moet terug’) en achteraf (‘ik heb me mateloos geërgerd’) precies de juiste woorden om ‘de Ajacied’ niet helemaal het ravijn in te duwen en om hem van de rand van de afgrond weg te trekken. Zeg dat je zult strijden, win de wedstrijd en kijk er zoals John het liefst nog een beetje stoer en stoïcijns bij, dan is de kinderhand al snel gevuld.
Totdat het aanstaande zondag uit bij Cambuur, om 12.15 uur op kunstgras in het gure Leeuwarden, weer misgaat, dan komen de witte zakdoekjes weer tevoorschijn om vooral hun eigen tranen mee op te deppen. Pak de ranglijst er maar bij om te zien dat dat gejank om niks is. Het zijn gewoon de tranen van een kind dat even niet krijgt wat het wil.
- PRO SHOTS