'Had Oranje maar één procentje Marokkaanse passie'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: lauwe pap.
Edwin Struis
Ja, dat had ik Louis van Gaal ook wel kunnen vertellen. Dat het nemen van een strafschop different cook is als het strijdtoneel niet bestaat uit een rustig trainingsveld op een doordeweekse avond, maar een kolkend stadion waar jouw penalty het verschil kan zijn tussen een plek bij de laatste vier of in het vliegtuig terug naar huis. Je kan qua nabootsing (pardon imaginering) een whole end komen, maar onder druk wordt alles vloeibaar, bewezen de knikkende knietjes van Virgil van Dijk en Steven Berghuis. Perfectionist Van Gaal had in het afgelopen jaar een soort penaltystudiecentrum opgetuigd, compleet met hooggekwalificeerd wetenschappelijk personeel, maar binnen een paar minuten verdween dit pretentieuze project zo door het afvoerputje. Ook al omdat keeper Andries Noppert niet de gehoopte penaltykiller bleek en zijn Argentijnse tegenvoeter juist wel.
Weg wereldbekerdroom. Aan de ene kant wel goed natuurlijk, je zal juist maar in dit land de titel winnen, en dan uit de met bloed besmeurde handen van hoofd-slavendrijver de emir de trofee overhandigd krijgen. Zoals we in 1978 in die zin gelukkig ook naast de hoofdprijs grepen. Maar het blijft knellen, omdat je toch ook weleens wereldkampioen wil worden in de enige sport die er echt toe doet in de wereld. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het er ook dit keer niet echt inzat. Marco van Basten verwoordde het mooi in de rust van de wedstrijd tegen Argentinië. “Je zit ook op voetbal om een doelpunt te maken.” Dit elftal ontbeerde lef, creativiteit en de echte wil om te winnen. Leuk hoor, met z’n allen uit de Bijbel lezen, en een knuffelcoach aan het roer die iedereen wil zoenen, en dat vreselijke duimpje omhoog bij een kutpass jouw kant op (waarom geen wegwerpgebaar?), maar met een elftal vol kantoorklerken win je niks. Ja, van Zuid-Qatar en Noord-Senegal, maar als het er echt om gaat, heb je gif nodig.
Dat zag je duidelijk in de slotfase van Nederland-Argentinië toen er va-banque-voetbal moest worden gespeeld en er met Luuk de Jong en Wout Weghorst opeens wél twee piranha’s in het veld stonden, die er gewoon in kleunden. In de verlenging had Oranje gewoon een beslissing moeten forceren, maar ja, een wapenstilstand leek opperbevelhebber LvG opeens een beter idee. Want diep in z’n hart wilde de bondscoach inderdaad met penalty’s triomferen om de wereld te laten zien dat strafschoppen wél te trainen zijn. Nou, niet dus. Hier schoot de wetenschap tekort.
De oogst van dit WK: één geslaagde aanval tegen de VS en een meeslepende slotfase tegen Argentinië. Iets te karig volgens mij. Wat jij?
Micha Jacobs
Werkelijk álles was karig aan dit vermaledijde WK: natuurlijk het spel van Oranje, maar ook die grafstemming in de studio van de NOS en die plichtmatige gesprekjes in dat geïmproviseerde studiootje in Qatar waar Jeroen Stekelenburg honderd keer naar de bekende weg vroeg, waardoor er ook honderd keer op de bekende manier werd geantwoord.
En dan Marco van Basten inderdaad: jij vindt dat hij zinnige dingen zei, ik heb hem meerdere malen met zijn gedachten zien afdwalen aan tafel waarna hij schrok als hij een vraag kreeg: “Modric? Ja, goede speler.” Goedemorgen zeg.
Niemand was in vorm, maar eerlijkheid gebiedt te zeggen: ik ook niet. Tijdens Senegal-Nederland viel ik halverwege in slaap; Nederland-Ecuador zag ik in een café in Zwolle waar de plekken voor het grote scherm al bezet waren toen ik binnenkwam, ik in een bijkamertje van dat café voor een veel kleiner scherm zonder geluid moest gaan zitten en waar het beeld bovendien 30 seconden achterliep op dat van het grote scherm (en ik dus na zes minuten iedereen hoorde schreeuwen toen Cody Gakpo scoorde terwijl op mijn beeld Ecuador aan de andere kant een corner nam); Nederland-Qatar miste ik deels, omdat ik met een paar pannen aan het worstelen was – etenstijd, wie verzint het?; Nederland-USA zag ik bij mijn schoonouders, omdat daar uitgerekend op die dag Sinterklaas langskwam; en Nederland-Argentinië tenslotte werd niet uitgezonden in het café waar ik het graag wilde zien, ik vervolgens dan maar thuisbleef (het was ook steenkoud buiten) en dat naar mezelf probeerde te verantwoorden door te denken: thuis zie ik het beter, en ik heb binnen drie seconden bier. De resten van die avond zie je trouwens nog op de voorheen maagdelijk witte muur van mijn nieuwbouwkeuken. Die onwaarschijnlijke gelijkmaker van Wout Weghorst wilden we vieren met een espresso martini, waarvoor een kopje espresso al stond af te koelen in het diepvriesvak, niet wetende dat dat kopje ‘op scherp’ stond en als een kogel uit een pistool naar beneden viel toen ik het deurtje opende, het glas op de grond uit elkaar spatte en een bruin spoor achterliet op de muur. Scherven brengen niet altijd geluk, weet ik nu. Hadden ze maar geluk gebracht, dan had ik er nog een leuk aandenken aan gehad. Als ik nu naar die muur kijk, denk ik alleen maar: Oranje, wat was je toch lauwe pap.
Eén procentje Marokkaanse passie in je donder (vanaf het begin, niet na driekwart wedstrijd) en we hadden Messi naar zijn voetbalgraf gedragen.
- ANP