Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Ik heb altijd alles gedaan'

Vroeger was Bekir een hardnekkige veelpleger, maar hij heeft zijn leven gebeterd. De ellende is dat niemand hem gelooft.

Politierechter

Toen bij een politiebriefing een beeld werd getoond van een man die van dichtbij recht in een beveiligingscamera keek, met de vraag of iemand hem herkende, staken vier agenten direct hun hand in de lucht.

Een opvallend brede neus, een glanzend kaal hoofd, slank postuur, zware donkere wenkbrauwen, typisch loopje...

Kon niet missen: dat was Bekir* (42). Diezelfde dag nog werd de bekende veelpleger aangehouden.

“En was u het?” vraagt de rechter hem maar gelijk..

Bekir slaakt een metersdiepe zucht van vermoeidheid.

“Heeft u enig idee hoe vaak mij dit overkomt?” vraagt hij.

“Dit is geen herkenning. Dit is gewoon lekker makkelijk.

Ik heb altijd alles gedaan. Ik heb die foto gezien. Ik ben dat niet. En dat kan ook niet want ik was daar niet.”

Omdat vier agenten hem zeggen te herkennen wordt Bekir vandaag een inbraak bij een dierenkliniek ten laste gelegd en de diefstal van een laptop en bijna 250 euro aan contanten. Het beeld waarop hij werd herkend is een zogenoemde still afkomstig uit een filmpje waarop te zien is hoe een man in de duisternis aan komt fietsen, zijn fiets parkeert, een steen of stoeptegel pakt, kort in de camera kijkt, een ruit van de dierenkliniek ingooit en naar binnen klimt.

Om aan te tonen dat de herkenning niet helemaal uit de lucht gegrepen is, toont de rechter de bewuste still op een groot beeldscherm in de rechtszaal. Voor Bekir moet het voelen alsof iemand hem vanuit het niets een spiegel voorhoudt.

De brede neus, het magere gezicht, de ogen, de opvallende wenkbrauwen vol en dik als twee ruwharige cavia’s... De uitdrukking ’twee druppels water’ dringt zich onvermijdelijk op, maar niet bij Bekir. Vol onbegrip schudt hij zijn kale hoofd.

“Ik snap werkelijk niet waar ze het vandaan halen,” verzucht hij. “Die man heeft trouwens een petje op, best knap dat die agenten dan zien dat hij kaal is.”

“Afgezien van het petje,” stelt de rechter, “u vindt werkelijk niet dat u hier op lijkt?”

“Absoluut niet.”

“En waarom vindt u dat u er niet op lijkt?”

“Omdat het iemand anders is,” zegt Bekir.

“Ik vind eerlijk gezegd dat u er wel op lijkt,” verklapt de rechter alvast. “Heel sterk zelfs, vind ik.”

Bekir zucht nog maar eens diep. Alsof hij zeggen wil: begin jij nu ook al?

“Ik doe dat soort dingen niet,” zegt hij stellig.

Nu is het het gezicht van de rechter waar de verbazing van afdruipt. Met grote ogen scrolt hij door het digitale strafblad van Bekir. 22 Pagina’s vol inbraken en diefstallen. In de afgelopen vijf jaar werd hij vier keer veroordeeld, soms tot maandenlange celstraffen.

“Niet méér,” verbetert Bekir zichzelf snel. “Ik doe dat soort dingen niet méér. Een mens kan veranderen toch?”

“Zeker,” erkent de rechter. “Maar die indruk krijg ik niet als ik dit allemaal zo zie en lees.”

Volgens Bekir heeft hij zijn leven sinds enige tijd radicaal gebeterd en staat hij inmiddels ’heel sterk’ in zijn schoenen. Zijn jarenlange alcohol- en drugsverslavingen zijn voorgoed verleden tijd, zweert hij. Hij heeft een eigen kamer in een begeleidwonenproject en doet drie keer per week vrijwilligerswerk. De toekomst ziet hij naar eigen zeggen vol vertrouwen tegemoet. Als de politie hem tenminste eindelijk een keer met rust laat.

‘Was de inbreker een hoogblonde dame geweest, dan was de politie waarschijnlijk ook bij mijn client uitgekomen’

Ook zijn advocaat heeft geen goed woord over voor het geleverde politiewerk, dat volgens hem vooral uitblinkt in vooringenomenheid en gemakzucht. Er is geen DNA- of ander sporenonderzoek verricht, helemaal niets. Er is alleen de herkenning, maar ook die rammelt volgens de raadsman aan alle kanten.

“Was de inbreker op de beelden een hoogblonde dame geweest, met een weelderige boezem en een poedel, dan was de politie waarschijnlijk ook bij mijn client uitgekomen,” merkt hij cynisch op.

Maar voor de rechter is het feit dat vier agenten Bekir zonder enige twijfel zeggen te herkennen wel degelijk genoeg. Bovendien herkent hij hem zelf. Voor de inbraak, de zoveelste, veroordeelt hij hem conform de eis tot een onvoorwaardelijke celstraf van vijf maanden. Ook zal Bekir een schadevergoeding moeten betalen van enkele honderden euro’s.

Wanner de uitspraak is gedaan en Bekir opstaat om de zaal te verlaten, probeert de rechter het nog een allerlaatste keer.

“U was het toch gewoon?”

“Ik was het niet,” houdt Bekir vol.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban