Voor alle duidelijkheid: duivenmelken is niet de edele kunst van het frummelen aan kleine duivenuiertjes. Ja, duiven produceren wel degelijk melk. En nee, dat is absoluut niet te zuipen. Maar dit smerige, witte goedje heeft dus helemaal niets van doen met de Formule 1 van de vogelwereld. Want dat zijn duivenmelkers wel: kwekers en trainers van ’s werelds snelste duiven. Eigenaardige types, die het elk voorjaar gezellig tegen elkaar opnemen in krankzinnige races. En dan hebben we het dus niet over een rondje boven Utrecht, maar over slopende marathonvluchten over meerdere landsgrenzen, soms zelfs over hele continenten. Daar kunnen Verstappen & Co met hun zeventig rondjes op Zandvoort nog een puntje aan zuigen. De gelukkige die de duif bezit die met de hoogste gemiddelde snelheid zo’n monsterlijke afstand tussen losplaats en thuishonk afwerkt, mag zichzelf winnaar noemen.
DE DUIF NEW KIM KWAM VOOR 1,6 MILJOEN EURO IN HANDEN VAN EEN CHINESE MILJARDAIR. BEVEILIGERS WAKEN DAG EN NACHT VOOR ZIJN HOK
Gegrepen door een buizerd
Een kort geschiedenislesje over de duif en deze merkwaardige sport. Niet doorbladeren nu: deze vlieger heeft een boeiender levensverhaal dan zijn reputatie (van poepende stadsvogel) doet vermoeden.
Vroeger, lang voordat wonderlijke snelheidsmiddelen als WhatsApp, PostNL en de semafoor bestonden, lieten wij de duif de communicatie verzorgen. Reden: zijn superieure richtingsgevoel, indrukwekkende snelheid en onnavolgbare talent om altijd, maar dan ook altijd zijn thuisbasis terug te vinden, ongeacht de afstand. Zodoende waren getrainde postduiven uitermate geschikt om, met postbriefjes aan hun pootjes geklemd, afstanden te overbrugden waar hedendaagse budgetvliegers als easyJet niet tegenop kunnen.
Tegen het einde van de achttiende eeuw werd deze manier van communiceren overbodig, want technologie. Alleen in uitzonderlijke situaties deed men nog weleens een beroep op het oriëntatietalent van de duif. In de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld. Mooiste voorbeeld is G.I. Joe, de duif der duiven. Deze gevleugelde legende redde de levens van zo’n zeshonderd Italianen en nog eens duizend Britse militairen. Met 96 kilometer per uur bezorgde G.I.
Joe de cruciale boodschap aan een Amerikaanse legerbasis om de geplande bombardementen op Calvi Risorta een halt toe te roepen. De Duitsers waren namelijk allang vertrokken uit het Italiaanse dorp, waar inmiddels wel een volledig peloton Britten was gestationeerd. Wegens radioproblemen wisten de Amerikanen dat alleen nog niet. G.I. Joe bracht die boodschap net op tijd en verdiende daarmee een Dickin Medal, de hoogste onderscheiding voor dieren. Tegenwoordig redden postduiven geen levens meer, maar maken ze hun eigenaren wel steenrijk. Wat de denken van de duivin New Kim, die in 2020 met een prijskaartje van 1,6 miljoen euro in handen kwam van een Chinese miljardair? De verkopers, een vader en zoon uit het Belgische dorpje Berlaar, hadden geen flauw idee wat ze met dat geld aan moesten. “Misschien koop ik een nieuwe fiets. Ik fiets heel graag.” De nieuwe eigenaar, Guo Weicheng, wist wel heel goed wat hij wilde met zijn nieuwe aankoop. Broeden tot dat beest een ons weegt. Want de bloedlijn van New Kim is goud waard. En uit die gouden eieren kruipen straks nieuwe potentiële kampioenen. Winnaars die de aankoop van hun eigenaar weer dubbel en dwars zullen terugverdienen. Want in de Chinese duivensport loopt het prijzengeld in de miljoenen. Vliegen hoeft New Kim zelf in ieder geval niet meer te doen. Te riskant. Want ja, wat nou als ie in één ruk terugvliegt naar Berlaar? Of wordt gegrepen door een buizerd? Of verstrengeld raakt in hoogspanningskabels? Of simpelweg verdwaald? Nee, deze prijsvlieger blijft nog heel lang achter slot en grendel. Op een geheime locatie. Met haar eigen bewakers, die dag en nacht voor haar hok posten.
FC Knudde
Zo gortig gaat het er bij Frans Belleter (68) niet aan toe, maar de prijzenkast en het gigantische duivenpaleis van ’s lands succesvolste duivenmelker liegen er niet om. Tussen de weilanden van Nispen, op een flinke steenworp van de Belgische grens, opent de shirtloze duivenmelker voor ons zijn tuinhek. “Zes van de elf zijn al binnen gevlogen,” valt hij direct met de deur in huis. “Ik wacht nu op de overige vijf. Die kunnen elk moment binnenvliegen. Maar voor hetzelfde geld duurt het nog een halve dag. Of nooit. Je weet het niet.”
Hij zal het zelf niet van de daken roepen, maar in het wereldje van de vaderlandse duivensport zijn de meesten het er wel over eens: Frans is de beste duivenmelker van Nederland. Zelfs op het Japanse platteland kennen ze deze timmerman uit Brabant. Wie zijn royale achtertuin inloopt, begrijpt ook meteen waarom. Hier geen provisorisch duivenhokje, zoals de meeste hobbyisten hebben, maar een imposant bouwwerk van elf hokken, grote kooiwerken en een riant buitenverblijf. “Helemaal zelf gebouwd,” zegt Frans er maar even bij. Hij is de trotse eigenaar van ruim zeventig prijsvliegers, die allemaal wel een keer aan de beurt komen om het op te nemen in de grootste wedstrijden van Nederland en ver daarbuiten.
Het is zomer, dus de competitie is in volle gang. Gistermorgen vroeg, rond kwart over zeven, startte de race. Zo’n 12.500 duiven in één klap gelost in de omgeving van Bordeaux, zo’n 825 kilometer verwijderd van de tuin van Frans.
“Een kleine veertien uur later, rond negen uur ’s avonds, vloog het eerste exemplaar alweer z’n hokkie binnen,” zegt de duivenmelker in zijn zware Roosendaalse tongval.
“Een klein half uurtje trager dan de eerste Nederlandse duif. Die keerde rond half negen terug in Strijen, ergens bij Dordrecht. Maar toch, die van mij zit bij de snelste 25 duiven van Nederland. Niet slecht.”
Van die duizenden duiven zijn er dus elf van Frans. De onvoorspelbaarheid van de vijf exemplaren die nog moeten landen, schijnt erbij te horen in de duivensport.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Paul Tolenaar