De scholen zijn weer open – godzijdank – en dat zeggen we niet omdat de meesten van ons tijdens deze lockdown zelf met het hoofd tegen de muur lopen, maar omdat het funest is voor de ontwikkeling van onze kinderen om niet naar school te kunnen gaan. De demonen in hun hoofden worden talrijker, depressies liggen op de loer en het gebrek aan fysiek sociaal contact, zeker onder tieners en studenten, slaat kloven die dieper zijn dan we ons kunnen voorstellen.
‘Zelfmoord in het algemeen, en zeker zelfdoding door kinderen, is nu eenmaal een groot taboe’
Bijna veertig jaar geleden, in 1983, waren de zorgen over onze tieners niet minder groot. Net als nu verkeerden we in een wereldwijde crisis, toen aangewakkerd door de oliecrisis van eind jaren zeventig in plaats van een virus, maar ook met grote werkloosheid, politieke onrust en een somber toekomstperspectief als gevolg.
Over parallellen gesproken. De kranten stonden vol met jongeren, voornamelijk de groep tussen 10 en 15 jaar, die buiten op straat massaal naar alcohol en drugs grepen om te ontsnappen aan school en thuis, want voor wie en waarom moest je eigenlijk je best doen als de wereld toch naar de knoppen ging? Een schrijnend voorbeeld was de 11-jarige Renate L., die dood werd aangetroffen in het magazijn van haar school met een lege fles kruidenlikeur en een leeg doosje slaappillen naast zich. Vermoedelijk had ze zichzelf van het leven beroofd, omdat de spanningen thuis zo hoog waren opgelopen dat haar ouders op het punt van scheiden stonden en zij nergens terechtkon met haar verdriet.
Signalen die door niemand waren opgemerkt, niet thuis en niet op school. Kinderen zoals Renate waren er in overvloed, zei een medewerker van de vakgroep klinische psychologie van de Rijksuniversiteit Leiden destijds. Diverse schattingen van het aantal zelfmoordpogingen van jongeren kwamen uit op zo’n 2500 per jaar, maar volgens hem was dat veel te laag ingeschat: “Ouders signaleren deze pogingen niet, of willen het niet signaleren. Huisartsen maken zich ook schuldig aan het niet registreren van kinderzelfmoord of pogingen daartoe. Zelfmoord in het algemeen, en zeker zelfdoding door kinderen, is nu eenmaal een groot taboe.”
Het was voor ons in 1983 de spreekwoordelijke druppel om zelf onderzoek te doen naar de (psychische) problemen onder jongeren, een onderzoek dat toentertijd met name was toegespitst op de relatie met hun ouders. Gebrek aan liefde waren daarin de toverwoorden. Dat kinderen van huis wilden weglopen bij een gebrek aan liefde van hun ouders (58,8%) was al erg genoeg, maar dat ze wilden gaan stelen (36,3%), naar ‘verslavende middelen’ wilden grijpen (23,1%) en zelfs zelfmoord overwogen (9,4%), bijna één op de tien dus, was ronduit schokkend. Nóg schokkender: dat aantal ligt in tijden van pandemie en lockdown misschien nog wel hoger dan we met z’n allen denken.