De negende november is niet alleen een belangrijke dag in de wereldgeschiedenis – op die dag in 1989 viel de Berlijnse Muur – maar een nog belangrijkere dag in onze eigen misdaadgeschiedenis.
Op deze dag in 1983, deze week precies 38 jaar geleden, werden Freddy Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer ontvoerd door mannen die sinds die tijd als Bisonkit ons collectieve geheugen bij elkaar houden: Willem Holleeder, Cor van Hout, Jan Boellaard en Frans Meijer.
Precies tien jaar geleden maakten wij er een boek over, ‘vol met details die zelfs oud-politiewoordvoerder Klaas Wilting niet kende’, zoals hij zelf zei tijdens de boekpresentatie die bij hoge uitzondering plaatsvond in de loods in het Amsterdamse Westelijk Havengebied waar Heineken en Doderer drie weken vastzaten in twee geluidsdichte cellen, totdat het geëiste losgeld van 35 miljoen gulden werd betaald en zij op 30 november 1983 werden vrijgelaten.
Die wetenschap, dat ze daar gevangen werden gehouden terwijl heel Nederland in de ban was van deze ontvoering, hadden wij op 9 november 1983 niet. Ruim twee weken later, op 25 november, toen Panorama nr. 47 verscheen en de ontvoering nog in volle gang was, konden we er pas voor het eerst over berichten. Dat deden we met de tekeningen die u hierboven ziet: onze voorstelling van hoe de ontvoering zou zijn uitgevoerd, van het Tweede Weteringplantsoen in Amsterdam waar het Heinekenpand stond dat Heineken op die woensdagavond in november verliet, via het Frederiksplein, de Sarphatistraat, de Amstelbrug en het fietstunneltje waar een paaltje was verwijderd tot aan de Weesperzijde waar Heineken en Doderer vanuit het ontvoerdersbusje in een Citroën werden overgeplaatst. Waarna elk spoor van hen verdween. Wij plaatsten destijds een advertentie waarin wij maar liefst 50.000 gulden uitloofden voor degene die ons hét verhaal van de Heineken-ontvoering kon vertellen, wetende dat wij – en we schreven het er expliciet bij – ‘geen opsporingsbevoegdheid hadden’ en dat het ‘zeker niet onze bedoeling was om het werk van de politie over te nemen’. Waarom wij toch enigszins op de stoel van de politie gingen zitten? Omdat wij in 1977, een paar maanden na de ontvoering van vastgoedmagnaat en ondernemer Maup Caransa, in contact kwamen met iemand die kon bewijzen dat hij van de hoed en de rand wist toen die ontvoering speelde. Iemand die wij dus graag eerder hadden ontmoet. Of er werd gereageerd op onze advertentie in 1983? Nou en of. Of zoals wij destijds schreven:
“Afgezien van de gebruikelijke reeks helderzienden en de al even gewone scheldkanonnades en dreigementen waren de meeste bellers oprecht in hun bedoelingen. Vier tips leken op het eerste gehoor zo interessant dat Panoramareporters met de desbetreffende informanten hebben gesproken. Dat leidde ertoe dat zowel de Haagse als de Amsterdamse politie de beschikking hebben gekregen over inlichtingen die Panoramaverslaggevers bijeen hadden vergaard.” Piepkleine puzzelstukjes uit een heel grote puzzel die uiteindelijk op die 30ste november in 1983 werd gelegd.