Jos B. is eerder veroordeeld tot 12,5 jaar cel voor het misbruiken van en het veroorzaken van de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen, wiens lichaam in de zomer van 1998 werd gevonden op de Brunssummerheide in Limburg. Zowel het Openbaar Ministerie als B. gingen in hoger beroep tegen het besluit. Die laatste omdat hij naar eigen zeggen onschuldig is.
B. beweert dat hij niet de dader is en dat hij Nicky Verstappen enkel gevonden heeft. Toen hij daar een verklaring over moest geven in de rechtszaal, begon hij te snikken. “Ik heb hem omgedraaid. Heb gecontroleerd op ademhaling. Op hartslag…”, sprak de huilende verdachte. “Ik kon niets meer voor hem doen. Het enige wat ik kon doen was een beetje zijn broek corrigeren, blaadjes wegvegen.”
Bekir E.
De huilende man in de rechtszaal schept een heel ander beeld dan eerder geschetst werd door getuigen in het hoger beroep. Een medegevangene van Jos B., de voor moord veroordeelde Bekir E., vertelde dat de Limburger glunderend vertelde over de dood van Verstappen. “Hij vertelde dat het niet de bedoeling was om Nicky Verstappen te doden. Hij had zijn hand te lang voor zijn mond gehouden”, sprak Bekir E. tijdens een eerdere zitting. B. zou Nicky met zich meegenomen hebben toen het jongetje uit zijn tent kwam, omdat hij naar het toilet moest. “Dat hij het lachend vertelde, daar zit ik nog steeds mee”, liet E. weten. “Ik heb ook een nichtje van 3 of 4 jaar. Ik vind het helemaal niet leuk om dat soort dingen te horen. Ik word er helemaal gek van.”