Het is negen uur ’s morgens, de eerste zaak van de dag. Achter haar rollator aan schuifelt verdachte Marloes* (63) voetje voor voetje de zaal in. Ondersteund door haar advocate en een langharige man die zichzelf ongevraagd voorstelt als ‘een schizofrene vriend’ laat ze haar broze lijf voorzichtig op de stoel zakken die pal voor de politierechter staat. Haar henna-rood geverfde haar staat alle kanten op.
Eerder dit jaar pleegde ze volgens de officier twee winkeldiefstallen. Bij de Hema maakte ze voor dik zestig euro aan goederen buit, waaronder een rok en een fruitvliegjesval. Bij de Action stal ze drie maanden later een sprei. Maar zelf weet ze daar weinig meer van.
“Van de Hema kan ik mij.... echt... niets.... niets herinneren,” zegt Marloes bijna brallend. “Een goede vriend.... vriend van mij... die was... eh.... die was net overleden. Ik was zeg maar eh... ik was eh... mantelzorger. Maar we waren... ook... zeg maar... ook eh... lotgenoten. Hij had net als ik een eh...”
“Mevrouw,” onderbreekt de rechter haar. “Ik ken u helemaal niet, en als het niet zo is dan moet u mij maar vergeven dat ik het vraag, maar eh, heeft u gedronken?”
“Jazeker,” zegt Marloes stellig.
“Alcohol bedoel ik,” verduidelijkt de rechter. “Want u praat wat moeilijk, heb ik de indruk.”
“Een glaasje wijn,” antwoordt Marloes.
“Als ontbijt?”
“Gewoon,” zegt Marloes, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, “bij de koffie.”
“Doet u dat vaker, ’s morgens al alcohol drinken?”
“Elke morgen en elke middag,” zegt Marloes. “Maar ’s avonds nooit.”
‘En wat nou als ik straks zelfmoord pleeg?’
Na een jarenlange alcoholverslaving wist ze een tijd lang met succes van de drank af te blijven. Totdat ze na een opeenstapeling van persoonlijke tegenslagen afgelopen voorjaar toch weer voor de bijl ging. Ze trok zich terug uit de maatschappij en sloot zich maandenlang op in haar huis, waar ze zich verloor in haar oude verslaving. Inmiddels gaat het al wel iets beter, zegt ze. Ze drinkt al veel minder. Nog maar een fles wijn per dag. Marloes maakt deel uit van een groeiende groep Nederlanders die regelmatig het nieuws halen onder de verzamelnaam ‘verwarde mensen’. Behalve met een hardnekkige alcoholverslaving kampt ze ook nog met een hele reeks jeugdtrauma’s, met zware depressies en met een bipolaire stoornis. Tot overmaat van ramp maakte een aanrijding met een wielrenner haar een paar jaar geleden ook fysiek nog eens hulpbehoevend.
“En bij de Action, die sprei?” probeert de rechter.
“Ik kan niet tegen de dood,” zegt Marloes, de vraag compleet negerend. “Ik kan daar niet mee omgaan. Maar ik ben geen slecht mens.”
Hoe verward ze ook is, de rechter kan de diefstallen niet onbestraft laten en legt haar een geheel voorwaardelijke werkstraf op van 24 uur. Maar het grootste deel van zijn vonnis bestaat uit hulp: een opname in een kliniek voor de duur van enkele maanden, en verplichte begeleiding en reclasseringscontact daarna.
“Oké,” zegt Marloes vertwijfeld.
“En wat nou als ik straks zelfmoord pleeg?”
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban