Het krijtstreepcolbert van Danny* (20) komt vermoedelijk niet uit zijn eigen garderobe. Het reikt tot aan zijn knieën, terwijl zijn brede schouders er juist nauwelijks in passen. Hij wordt verdacht van medeplichtigheid bij twee woninginbraken, waarbij onder andere vuurwapens werden buitgemaakt, en van het voorhanden hebben van 660 gram hennep. Volgens het OM lijkt het erop dat hij als een soort taxi fungeerde voor vrienden en bekenden met een niet al te frisse levenswandel. Danny zelf ontkent dat. Hij wist van niets, zegt hij.
“Laat op de avond krijgt u een sms’je waarin alleen een postcode wordt vermeld,” begint de rechter. “Van mijn buurjongen,” zegt Danny.
“Hij vroeg of ik hem ergens wou ophalen.” “Maar dat stond er niet,” weet de rechter. “In het bericht stond alleen een postcode.”
“Dat zou kunnen,” zegt Danny.
“En toch sprong u direct in de auto.”
“Ik denk het,” zegt Danny.
Wanneer hij bij het adres arriveert, ziet Danny in het licht van zijn koplampen zijn buurjongen voor het huis staan met aan zijn voeten een verzameling spullen en tassen. Vragen stelt hij niet.
‘Meent u nou werkelijk dat u geen idee had waar uw buurjongen mee bezig was?’ vraagt de rechter ongelovig
Ook niet wanneer ze even later bijna thuis zijn en de buurjongen vraagt of hij de spullen zolang bij Danny in de schuur mag opslaan.
“Dat is toch gek?” zegt de rechter. Danny haalt zijn schouders op.
“Hoe goed kende u uw buurjongen eigenlijk?” vraagt de rechter.
“Niet heel goed. Ik hoorde weleens wat dingetjes over hem in het dorp.”
“Criminele dingetjes?”
“Daar laat ik mij niet over uit,” zegt Danny.
Twee dagen nadat hij zijn buurjongen heeft opgehaald en de spullen in zijn schuur heeft verborgen, klopt zijn buurjongen weer bij hem aan. Of hij nóg wat spullen in de schuur kwijt kan.
Dit keer gaat het onder andere om een loodzware kluis met daarin, zo blijkt later, twee vuurwapens en honderden euro’s aan cash. Alsof de hint nog niet duidelijk genoeg is, vraagt de buurjongen ook nog of hij een slijptol kan lenen.
“Meent u nou werkelijk dat u geen idee had waar uw buurjongen mee bezig was?” vraagt de rechter ongelovig.
“Ik bemoei me niet met andermans zaken,” zegt Danny.
Een week later wordt hij door de politie staande gehouden. In de kofferbak van zijn auto vinden agenten een rugzak met daarin 660 gram wiet. Niet van hem, beweert Danny. Hij heeft de rugzak nog geen tien minuten eerder meegekregen van een vriend met het verzoek de tas naar een andere vriend te brengen, maar van de inhoud heeft hij geen idee, zegt hij.
“En u vraagt dan niet aan zo’n vriend wat erin die tas zit en waarom hij hem zelf niet brengt?” vraagt de rechter.
“Dat zijn mijn zaken niet,” zegt Danny.
“Nu wel,” merkt de rechter op.
“Ja, nu wel, ja,” erkent Danny.
In het geval van de wiet gunt de rechter hem het voordeel van de twijfel, maar voor zijn medeplichtigheid bij de woninginbraken is meer dan genoeg bewijs. Een taakstraf van vijftig uur moet ervoor zorgen dat hij voortaan iets minder goedgelovig is.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban