Pinkpop, toen nog gehouden in Geleen, was allang niet meer het festival zoals dat vier jaar eerder voor het eerst werd georganiseerd. In 1970 was alles nieuw en kwamen er zo’n 10.000 hippies en rockliefhebbers naar het Burgemeester Damen Sportpark; vier jaar later was het popfestival, toen nog het enige in Nederland, niet alleen een magneet voor blowende wereldverbeteraars, maar ook voor bijvoorbeeld Hells Angels die Pinkpop als een welkome uitlaatklep zagen, in de slechtste zin van het woord. De eerste regels van onze reportage van toen spreken boekdelen: “Twintig Hells Angels met hakenkruisen, boksbeugels en messen in de laarzen, hebben bezit genomen van het hek dat de artiesten van het volk gescheiden moet houden. Iedereen die in de buurt komt, kan een dreun verwachten.”
De tijd van love & peace was voorbij.
De meeste bezoekers – ongeveer 40.000 volgens de officiële lezing, al kropen ook een paar duizend nietbetalende bezoekers door de kapot geknipte hekken langs het sportpark –stonden, mede door het slechte weer en de marihuana, doelloos voor zich uit te staren; euforie was ver te zoeken. Festivals bestonden in die tijd uit niet meer dan een podium en een veld vol bezoekers. Kleurrijke danstenten, straattheater en hippe foodtrucks bestonden nog niet. Blij werd je er niet van, sterker nog: in vergelijking tot de eerste Pinkpop in 1970 was Pinkpop ’74 maar een grauwe, grimmige bedoening waarbij je je inderdaad kon afvragen of dat nog levensvatbaar was. Corona is nu de boosdoener, toentertijd geweld en cynisme.
Meer dan eens snelden EHBO’ers over het terrein om iemands leven te redden. Zoals die keer dat een bebloede jongen in allerijl uit de modder werd geplukt. Volgens een omstander was hij helemaal ‘misgeflipt’: “Hij wilde zichzelf van kant maken met een kapotgeslagen bierflesje. Ze waren er nog net op tijd bij.” Nog geen drie minuten later volgde een tweede jongen die meer dood dan levend werd afgevoerd. Glas op een festivalterrein, kunt u het zich in de huidige tijd nog voorstellen? Kunt u zich überhaupt voorstellen dat festivals geen Instagram-fähige bubbels waren, maar linke broedplaatsen waar het vaak tot een clash kwam tussen motorclubs en nietsvermoedende hasjrokers?
In de decennia die volgden, hebben we het in Nederland over een andere boeg gegooid: in plaats van geweldsmagneten werden festivals creatieve broedplaatsen waar iedereen zijn weg kon vinden. Nederland is dan ook uitgegroeid tot wereldkampioen festival organiseren: in 2019, het jaar vóór corona dus, werden er maar liefst 1123 muziekfestivals gehouden. Als u ons dat in 1974 had gezegd, hadden we u waarschijnlijk keihard uitgelachen.