Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bonnie en Clyde, een dodelijk duo

Uit de editie van woensdag 8 mei 2019: De meeste beruchte moordenaars handelen alleen, maar soms duikt er een partnerschap op. Alles is immers beter met zijn tweeën... ook moord.

Dodelijke duo’s: Bonnie en Clyde

Afbeelding boven uit de film Bonnie and Clyde (1967).

Donderdag 25 januari 1934.

Een bruine V8 Ford Model B rijdt in alle vroegte over een grotendeels verlaten landweggetje. In de cabine zitten de jonge criminelen Raymond Hamilton, Joe Palmer, Henry Methvin, Bonnie Parker en Clyde Barrow. Ze noemen zich de Barrow Gang en de groep centreert zich rond geliefden Bonnie en Clyde.

Twee dagen eerder hebben ze in Rembrandt, Iowa de First State Bank overvallen, maar omdat de buit van 300 dollar tegenvalt, zijn ze op weg naar het volgende doelwit duizend kilometer zuidelijker: de Central National Bank in Poteau, Oklahoma. Na een ononderbroken rit van 46 uur rijdt de Ford ’s ochtends het drieduizend inwoners tellende plaatsje binnen. De mannen stappen uit en terwijl Bonnie de Ford naar het nabijgelegen dorp Page rijdt, stelen zij een Plymouth-sedan en parkeren de wagen op Dewey Avenue, pal achter de Central National Bank. Even voor twaalf uur ’s middags stappen Barrow, Methvin en Hamilton de bank binnen. In alle rust. Palmer blijft in de Plymouth, achter het stuur met de motor draaiende. Eenmaal in de bank komen drie shotguns tevoorschijn en ziet caissière May Vasser en de enige aanwezige klant C.P. Little de vuurwapens op hen gericht. Clyde neemt het woord: “Handen omhoog, dit is een overval!” Terwijl Methvin en Hamilton het geld uit de kassa’s roven, dwingt Clyde de caissière om de kluis te openen. Terwijl de overvallers hun zakken vullen, stapt agent John Butler binnen. Hij loopt over straat en vertrouwt de Plymouth met draaiende motor in de buurt van een bank niet. Met zijn dienstwapen in de hand betreedt hij de bank, maar is niet voorbereid op wat hij er aantreft. Meteen richt Clyde de loop van de shotgun op de jonge agent die van schrik zijn wapen laat vallen. Het redt zijn leven, want een fractie later en Clyde had de trekker overgehaald. “Ik heb vandaag geen zin om iemand te doden, dus je boft,” zegt hij. De agent wordt net als de kassamedewerker en de klant gesommeerd om op de grond te liggen, waarna de overvallers de bank met hun buit van 1500 dollar verlaten. Ze rennen richting de vluchtauto en scheuren met een rotgang Poteau uit.

Enkele dagen later vindt een wandelaar de Plymouth in een greppel buiten Page. Van de inzittenden en de buit ontbreekt elk spoor. Die zijn dan in de V8 met Bonnie achter het stuur onderweg naar hun volgende doelwit. De fameuze Bonnie en Clyde hebben wéér toegeslagen. Nog vier maanden lang zouden ze rovend én moordend Amerika in hun greep houden, tot ze aan hun onvermijdelijke eind komen.

'Ik heb vandaag geen zin om iemand te doden, dus je boft'

Liefde op het eerste gezicht

Vier jaar eerder, zondag 5 januari 1930.

De 19-jarige Bonnie Parker is in de keuken bezig om chocolademelk te maken voor zichzelf en een vriendin bij wie ze tijdelijk in huis woont. De vriendin heeft haar arm gebroken en kan wel wat hulp gebruiken en omdat Bonnie door de Grote Depressie van 1929 haar baan als serveerster verliest en wegens niet betalen van de huur haar huis is uitgezet, mag ze er logeren in ruil voor huishoudelijke taken. Drie jaar eerder is de piepjonge Bonnie in het huwelijksbootje gestapt met jeugdliefde Roy Thornton, maar het huwelijk is geen succes. Roy heeft losse handjes en wanneer hij eind 1928 wegens een overval tot vijf jaar celstraf wordt veroordeeld, voelt het voor de 1,50 meter kleine, 45 kilo wegende Bonnie alsof er een loden last van haar schouders valt. Ze zou altijd met Thornton getrouwd blijven, maar hem nooit meer zien.

Op het moment dat ze in de keuken de mokken vult, wordt er op de voordeur geklopt. Bonnie doet open, kijkt in de donkerbruine ogen van de 20-jarige Clyde Barrow en is verkocht. Clyde is met zijn 1,68 meter lengte en 58 kilo nou niet bepaald imposant en door zijn flinke flaporen ook niet moeders mooiste, maar voor Bonnie is het liefde op het eerste gezicht. Clyde is net als Bonnie opgegroeid in Dallas, Texas en komt met zijn oudere broer Marvin ‘Buck’ Barrow al op jonge leeftijd op het criminele pad terecht. De twee worden regelmatig gearresteerd wegens het stelen van kalkoenen en auto’s. Enkele weken na hun eerste ontmoeting wordt Clyde opnieuw gearresteerd wegens het stelen van een auto en tot twee jaar cel veroordeeld. Bonnie is ontroostbaar.

Op dinsdag 11 maart 1930 ontsnapt Clyde uit de cel op het politiebureau, wanneer hij met een vuurwapen zijn bewaker bedreigt. Het pistool is die ochtend door Bonnie het bureau binnengesmokkeld. De hereniging is van korte duur, want een week na zijn ontsnapping vallen agenten de woning van Bonnies vriendin binnen, waar ze Clyde opnieuw in de boeien slaan. Voor zijn ontsnapping krijgt Clyde nog eens twaalf jaar celstraf opgelegd en hij wordt ondergebracht op de Eastham Prison Farm in Weldon, Texas. Eastham is een verschrikkelijke plek, waar gevangenen buiten in de verzengende hitte tot veertien uur per dag aan het werk moeten om het land om te ploegen. Clyde haat het er zó, dat hij een medegevangene vraagt om twee van zijn tenen af te hakken met een bijl in de hoop dat hij wegens arbeidsongeschiktheid naar een andere gevangenis wordt gestuurd. Het werkt: een week later, op dinsdag 2 februari 1932, wordt Clyde Barrow wegens ‘overbevolking van de gevangenis’ in vrijheid gesteld. Twee tenen armer, maar een nieuwe toekomst met zijn Bonnie rijker. Eenmaal thuis zweert hij dat hij nooit meer ook maar één dag in de gevangenis wil zitten. “Ik laat me nog liever doodschieten dan dat ik ooit nog in zo’n helleput moet doorbrengen.” Het blijken profetische woorden.

Eerste slachtoffer

Een fatsoenlijke baan vinden als exgedetineerde tijdens de Grote Depressie is begin jaren dertig een schier onmogelijke opgave. Zonder werk en zonder enige vorm van bijstand ziet Clyde dan ook geen andere weg dan zijn criminele carrière weer op te pakken. Met broer Buck, diens vrouw Blanche en in verschillende samenstellingen geholpen door Ralph Fults, Ray Hamilton, Henry Methvin, Joe Palmer en W.D. Jones vormen ze de Barrow Gang, een groep die zich in de zuidelijke staten Texas, Oklahoma, Arkansas, Missouri, Louisiana en New Mexico richt op het overvallen van winkels en benzinepompstations. Ook Bonnie sluit zich aan bij de groep en eenmaal hersteld van de verwonding aan zijn voet overvallen Clyde, Bonnie en de rest een ijzerwarenwinkel. Bonnie zit in een auto op de uitkijk, maar wordt op de vlucht met Fults gearresteerd, terwijl Clyde en de rest in een andere auto uit handen van de politie weten te blijven. Blind van woede besluit Clyde een paar dagen later opnieuw een overval te plegen, maar er gaat iets gruwelijks verkeerd. Winkeleigenaar John Bucher is niet van plan om zonder slag of stoot zijn juwelierszaak te laten overvallen en grijpt zijn wapen. Hij wordt doodgeschoten door Hamilton en de echtgenote van Bucher herkent de daders, omdat ‘die jongen met flaporen vroeger met onze zoon omging’. Vanaf dat moment is Clyde Barrow een wanted man, iemand waar de politie actief jacht op maakt. Bonnie komt kort hierna wegens gebrek aan bewijs vrij en heeft de kans om opnieuw te beginnen, maar ze blijft Clyde trouw, zelfs wanneer het een leven op de vlucht betekent...

Clyde zweert dat hij nooit meer ook maar één dag in de gevangenis wil zitten. “Ik laat me nog liever doodschieten dan dat ik ooit nog in zo’n helleput moet doorbrengen."

Moorden & fotorolletjes

Wanneer iemand gezocht wordt voor moord zou je verwachten dat diegene er alles aan doet om niet op te vallen. Zo niet Clyde en zijn Bonnie, die doorgaan met het overvallen van winkels en benzinepompen en daarbij geweld niet schuwen. De modus operandi: hard naar binnen met wapens in de hand en indien nodig schietend naar buiten en wegwezen. Ze maken daarbij handig gebruik van de staatsgrenzen, door bijvoorbeeld in Oklahoma een overval te plegen en onder te duiken in het aangrenzende Missouri. Omdat lokale staatspolitie niet in een andere staat mag opereren, blijven Bonnie en Clyde twee jaar lang moeiteloos uit handen van de politie. Clyde kent de vele landweggetjes uit zijn hoofd en doordat het stel regelmatig van auto wisselt en zorgt dat er minimaal één staatsgrens en honderden kilometers tussen elke overval zit, heeft de politie lange tijd niet eens door dat Bonnie en Clyde met de Barrow Gang verantwoordelijk zijn voor tientallen overvallen en zeker twaalf moorden. Wanneer Buck in maart 1933 na een korte celstraf vrijkomt, sluiten hij en zijn vrouw Blanche zich weer aan bij Bonnie en Clyde. Het viertal kraakt een leegstaande woning in Joplin, Missouri, maar door alcoholrijke feestjes waarin tot diep in de nacht herrie wordt gemaakt, krijgen buurtbewoners argwaan en bellen de politie. Op 13 april 1933 komen twee politiewagens met in totaal vijf agenten poolshoogte nemen bij de woning. Daar waar ze verwachten dronken landlopers te moeten wegjagen, belanden ze in een onverwacht vuurgevecht. De wapens van de politiemannen zijn niet opgewassen tegen de automatische Browning-gewe-ren waarmee Bonnie, Clyde, Buck en de bezoekende W.D. Jones hen beschieten. Twee agenten komen om in de kogelregen en men kan niet voorkomen dat de groep weet te ontkomen. In de woning treffen ze persoonlijke spullen aan, waaronder enkele fotorolletjes waarop Bonnie en Clyde poserend met vuurwapens de draak steken met de politie. De foto’s en het door Bonnie geschreven gedicht Story of Suicide Sal worden gepubliceerd door de Joplin Globe en doorverkocht aan tientallen andere kranten in de VS die wekenlang verhalen publiceren over de Barrow Gang, waardoor de beroemdheid van met name Bonnie en Clyde, die als moderne Romeo en Julia worden betiteld, alleen maar groeit. Het zijn nog altijd criminelen op de vlucht, maar met de status van filmsterren.

Omsingelingen en ontsnappingen

Na het vuurgevecht met de politie weet de groep opnieuw onder de radar te blijven, maar de lange vlucht begint haar tol te eisen. Eind juni 1933 rijdt een vermoeide Clyde per ongeluk een wegens reparaties gesloten landweg in. Hij ontdekt nét op tijd dat de brug die er eerst was nu tijdelijk weg is en weet deels te keren, maar de auto vliegt over de kop en knalt tegen een dijkje. Clyde en Jones komen er zonder kleerscheuren van af, maar Bonnie loopt ernstige brandwonden op aan haar rechterbeen door lekkend accuzuur. Ze zou nooit meer normaal lopen. Omdat de gang naar een ziekenhuis geen optie is, verzorgt Clyde haar in motelletjes langs de weg. In een van die onderkomens, de Red Crown Tavern in Platte City, Missouri keert hun beroemdheid zich tegen hen. De hoteleigenaar herkent het gezelschap, dat is aangevuld met Buck en Blanche. Op woensdag 19 juli 1933 omsingelt de opgetrommelde politie de cabines die de groep heeft betrokken. Om 11.00 uur precies klopt een agent op de deur van een van de houten huisjes. De Barrow Gang is verrast door de nieuwe omsingeling en het is Blanche die vanachter een gesloten deur reageert: “Een momentje alstublieft, ik sta nog in mijn nakie.” De afleiding werkt en de galante zuidelijke agenten wachten af. Net lang genoeg voor de Barrow Gang om de wapens te pakken, wild om zich heen schietend naar buiten te stormen, in de wagen te stappen en weg te scheuren. Opnieuw weet de groep te ontkomen, al raakt Blanche wel gewond wanneer een politiekogel door een autoruit gaat en glasscherven in haar ogen belanden. Met twee gewonde vrouwen op de achterbank rijdt een bezeten Clyde de hele nacht door, in een poging de politie voor te blijven. In Dexter, Iowa strijkt de groep neer in het verlaten recreatiegebied Dexfield Park. Zich veilig wanend slaan ze er kamp op, maar een lokale boer ziet het gewonde gezelschap en vertrouwt het niet. Hij belt de politie en op maandag 24 juli volgt een nieuw vuurgevecht met de politie, die ditmaal beter voorbereid is. Met honderd man omsingelen ze de Barrow Gang en er volgt wéér een schietpartij. Clyde tilt Bonnie op en vlucht met Jones de auto in, maar Buck haalt het niet. Hij wordt door diverse kogels geraakt. Eén kogel gaat zijn hoofd in waardoor een deel van zijn hersenen bloot komen te liggen. Blanche geeft zich over en kan worden ingerekend. Buck overlijdt zes dagen later in het ziekenhuis. Bonnie, Clyde en Jones crashen de auto tegen een boom, maar weten verderop een andere wagen te stelen en nogmaals te ontkomen.

Het einde

Hoewel Clyde in totaal door vier kogels is geraakt en Bonnie hagelkorrels in haar linkerzij heeft, beginnen de twee kort hierna opnieuw met overvallen. W.D. Jones, die aan zijn hoofd is geraakt, geeft zichzelf in november 1933 aan bij de politie. In ruil voor strafvermindering begint hij te praten over de handel en wandel van Bonnie en Clyde. Jones meldt agenten dat het duo regelmatig bij hun ouders op visite gaan in Dallas en de politie zet opnieuw een val die door een slecht verscholen diender voortijdig mislukt. Clyde is woest dat agenten het leven van zijn moeder in gevaar brengen en zint op wraak. Hij richt zijn pijlen op de door hem zo gehate Eastham Prison Farm, waar hij zelf ooit vastzat en zijn vriend Ray Hamilton nu een celstraf van 244 jaar uitzit. Clyde verstopt een partij wapens vlak bij de erfgrens van de boerderij, die door Hamilton en medegevangenen Henry Methvin en Joe Palmer worden uitgegraven en waarmee ze zich een weg schieten naar de gereedstaande vluchtauto met Clyde achter het stuur.

Eén bewaker wordt doodgeschoten, twee anderen raken zwaargewond. Kort hierna volgen de bankovervallen in Rembrandt en Poteau, maar de schietpartij in Eastham vormt uiteindelijk het begin van het einde. Gevangenisbewaker Lee Simmons is zó furieus door de aanval, dat hij uit eigen zak zes ervaren agenten onder leiding van Frank Hamer op Bonnie en Clyde zet.

Hamer, een 49-jarige veteraan van de Texas Rangers, is geduldig en verzint een list. Hij chanteert Iverson Methvin en belooft zijn zoon Henry strafvermindering in ruil voor Bonnie en Clyde. In de wetenschap dat het iconische duo onderweg is naar de Methvin-boerderij om Henry op te halen voor een nieuwe klus, rijden Hamer en zijn mannen op woensdag 23 mei 1934 in alle vroegte met de truck van Iverson de weg op. Ze verwijderen een van de wielen en doen alsof de wagen pech heeft. De aanrijdende Bonnie en Clyde herkennen de auto en stoppen om te helpen. Ze zouden de kans nooit krijgen, want Hamer en zijn troepen legen de inhoud van hun wapenarsenaal op de twee. Meer dan 130 kogels doorboren de witte Ford V8 en haar inzittenden. Bonnie en Clyde zijn kansloos. Zijn hoofd explodeert deels door de kogelregen, haar rechterhand wordt er finaal afgeschoten. Het verhaal van Bonnie en Clyde, de gewetenloze moordende overvallers die door de media als moderne Romeo en Julia werden neergezet, is na vier lange jaren van terreur voorbij.

Misdaad
  • BrunoPress, NL Beeld / Album