“Mevrouw de rechter, ik heb er de afgelopen maanden alles aan gedaan om mijn leven weer een beetje op orde te krijgen. Ik maak elke week de Domkerk schoon voor een paar eurootjes per uur, ik doe vrijwilligerswerk, ik kan nu elk moment een woninkje krijgen... Het gaat hartstikke goed met mijn. Denkt u nou echt dat ik dat allemaal op het spel zou zetten voor zo’n gammele oude scooter?”
Cor* (48) heeft een markante, glimmend kale kop, een indrukwekkend doorrookte bulderstem en een Utrechts accent dat nog dikker is dan zijn 28 pagina’s tellende strafblad. De laatste keer dat hij voor een rechter zat, werd hij veroordeeld tot een forse celstraf van 21 maanden, waarvan hij er vijftien uitzat. Daarna kwam hij in aanmerking voor een VI, een voorwaardelijk invrijheidstelling, maar als het aan de officier van justitie ligt komt er aan dat ‘cadeautje’ vandaag een einde. Met het rijden op een gestolen scooter heeft Cor volgens haar bewezen dat hij die vrijheid niet aankan. Ze ziet maar één optie: terug de bak in voor het restant van zijn celstraf.
Stevig doorgepimpeld
“Mevrouw de rechter, gelooft u mij nou,” zegt Cor. “Ik had die scooter geleend. Als ik geweten had dat dat ding gestolen was, dan was ik er toch nooit op gaan zitten? Dat risico zou ik toch nóóit nemen? Ik wil met criminaliteit juist niks meer te maken hebben, snapt u wel? Ik moet nog geen gestolen schoenveters!”
“U reed ook zonder licht,” merkt de rechter op.
“Ja, dat wel ja,” geeft Cor toe.
“En zonder rijbewijs,” zegt de rechter.
“Ik wist geeneens dat je daar een rijbewijs voor nodig had joh, voor zo’n scootertje,” zegt Cor.
“En u had flink gedronken.”
“Ja, ik had wel stevig doorgepimpeld, ja,” bekent Cor.
“Het staat allemaal niet op de tenlastelegging,” vervolgt de rechter, “maar als ik het allemaal zo lees, dan krijg ik niet bepaald de indruk dat u er alles aan doet om een voorbeeldig burger te zijn. In elk geval niet op die bewuste avond.”
“Tja,” zegt Cor. “Als u het zó zegt...”
Dat hij de scooter van een kennis geleend had, pleit hem volgens de officier niet vrij. De staat waarin het ding verkeerde had onmiddellijk de nodige alarmbellen moeten doen rinkelen. Bovendien zaten er geen papieren bij de scooter en zelfs geen sleutels. Cor startte het ding met zijn eigen huissleutel, maar elke andere sleutel of schroevendraaier had het motortje ook tot leven gewekt. Toch vindt zijn advocate de eis van het OM onterecht en zelfs absurd. Dat het niet erg handig was van haar cliënt, dat wil ze wel toegeven, maar dat zo’n relatief onschuldig voorval zou leiden tot opheffing van Cors voorwaardelijke invrijheidstelling, dat is volgens haar buiten alle proporties.
“Alsof je een moordenaar die tweederde van zijn straf heeft uitgezeten terug de cel instuurt omdat hij door rood fietst,” zegt ze.
De rechter kan zich daar in vinden, al wijst ze Cor er wel nadrukkelijk op hij door dit soort ‘verwijtbare onnadenkendheid’ met vuur speelt. Het is wat haar betreft op het randje. Zijn voorwaardelijke invrijheidstelling heft ze niet op, maar onbestraft komt hij er ook niet mee weg: vier weken cel, de helft voorwaardelijk.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd
- Petra Urban