Met zijn groene overhemd en rode bretels lijkt Evert* (49) al helemaal in kerstsferen, maar van vrede op aarde is jammer genoeg nog geen sprake. Niet zolang zijn oude moedertje in het seniorencomplex waar zij woont vrijwel dagelijks door medebewoners geterroriseerd wordt.
“Ik weet niet of u wellicht een speaker heeft of zoiets, maar ik versta u erg slecht,” zegt de bejaarde dame die aan de andere kant van het gangpad helemaal vooraan in de zaal zit. Achter haar oor morrelt ze wat aan haar gehoorapparaat.
“De microfoons staan aan mevrouw,” verzekert de rechter haar, “maar ik stel voor dat iedereen probeert wat luider en wat duidelijker te praten.”
Laat dat maar aan Evert over.
“ZE STOND ME GEWOON OP TE WACHTEN,” begint hij zijn verweer op zwaar overdreven volume.
“Zo luid nu ook weer niet, meneer,” zegt de rechter.
“Beneden, bij de postbussen,” vervolgt Evert. “Zodra ze mij zag, hief ze haar wandelstok en begon ermee te slaan.
Twee keer hard op mijn hoofd, één keer op mijn borst. Toen heb ik die stok gepakt en haar van mij afgeduwd. Wat moest ik anders? Mezelf zomaar in elkaar laten slaan?”
“Heeft u geduwd of geslagen?” vraagt de rechter.
“Geduwd. Gewoon zo,” zegt Evert terwijl hij met beide handen een gebaar maakt alsof hij een wandelstok overdwars beetpakt en van zich af duwt.
“Mevrouw hield er een gebroken neus aan over,” zegt de rechter. “Daarvoor moet je iemand toch flink raken...”
“Ach welnee,” zegt Evert. “Dat mens is 88, wat denkt u zelf? Als er iemand flink geraakt is, dan was ik het. Ik had zo’n blauwe plek op mijn kop.” “Zijn daar foto’s van?” vraagt de rechter. “Nee, natuurlijk niet,” zegt Evert. “Daar zit haar op.”
Behandelen als een paria
Hij en zijn moeder leven naar eigen zeggen al bijna vier jaar in onmin met de bejaarde vrouw. Het begon allemaal toen zijn oude moeder de maandelijkse bijdrage voor de Vereniging van Eigenaren een tijd lang niet kon betalen. Om haar opgelopen schuld af te lossen, leende de buurvrouw haar een bedrag van 6000 euro. Die schuld, waarvan volgens de schuldeiser nog geen cent is terugbetaald, vormt de kern van het conflict en wordt volgens Evert door de medebewoners van het seniorencomplex vrijwel dagelijks als excuus gebruikt om zijn moeder te provoceren, te intimideren en als een paria te behandelen. Er zou zelfs gedreigd zijn met uitzetting.
“Het is niet de eerste keer dat u het aan de stok had met mevrouw, klopt dat?” vraagt de rechter met een onbedoeld toepasselijke woordkeuze.
“Klopt,” zegt Evert. “Het spijt me zeer, maar ze blijft me maar opzoeken.”
Elk woord dat hij uitspreekt wordt door het 88-jarige slachtoffer voorzien van een opzichtig hoofdschudden. Er klopt volgens haar geen snars van de lezing van Evert. Híj is degene die intimideert. Híj is de agressor. Niet zij. Het hele tehuis houdt volgens haar angstvallig de adem in wanneer Evert weer eens zijn moeder bezoekt.
Ook de rechter heeft de nodige twijfels over zijn verhaal. Dat het zelfverdediging was, wil er bij haar niet in. En zelfs al werd hij aangevallen door de broze 88-jarige vrouw, dan nog waren er voor een kerngezonde 49-jarige kerel andere manieren geweest om aan haar zwaaiende wandelstok te ontsnappen.
Voor de mishandeling legt ze Evert 80 uur taakstraf op, een voorwaardelijke celstraf van drie weken, een meld- en behandelverplichting bij de reclassering en een contact- en straatverbod. Voorlopig zal hij zijn moeder dus niet thuis kunnen bezoeken.
“Prima,” zegt Evert. “Als u het zo wil, dan laten we die oude vrouw gewoon lekker verpieteren. Mij best.”
* Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd
- Petra Urban